woensdag 16 december 2009

Wensen voor het nieuwe jaar


In sommige periodes van je leven is je doel heel helder: je wilt afstuderen en een baan zoeken, je bent je kinderen aan het opvoeden, je wilt die promotie. Maar iedereen heeft ook periodes in zijn leven waarin het minder helder is wat je precies wilt. Het kan je in elke leeftijdscategorie treffen of je het nou dertigersdilemma of midlifecrisis noemt of een andere naam geeft.

De aanleiding kan een grote verandering zijn in je leven. Bij mij was dat een sterfgeval, het kan ook een scheiding zijn. Het hoeft niet eens negatief te zijn: je krijgt een kind of een nieuwe baan, je gaat samenwonen. Sterker nog: er hoeft niet eens een directe aanleiding te zijn, soms lijkt alles goed te gaan en gebeurt en niets dramatisch, maar toch overvalt je dat gevoel: is dit alles?

Opeens zie je het nut niet meer in van datgene waar je zo hard naar gestreefd hebt. Oké, je hebt die baan en die promotie, ‘een kind, een huis een auto en elkaar’ zoals Doe Maar zingt. Maar wat nu?

Dat is schrikken, want dat hoort niet. Je kunt tenslotte alles bereiken en doen wat je maar wilt. Dat heb je je hele leven gehoord, dat schreeuwen alle folders en zelfhulpboeken je toe. Je begint van alles om je heen te verzamelen en gaat activiteiten uitproberen. Er moet toch iets bij zitten dat het voor jou is, waardoor je je beter gaat voelen. En voor je het weet zit je met een huis vol spullen en weet je nog steeds niet wat je wilt. Integendeel, je verwarring neemt alleen maar toe. En alle spullen om je heen weerspiegelen die verwarring. Het is niet alleen een chaos in je hoofd, maar ook in je huis.

Lukraak dingen uitproberen kan je een tijdje bezig houden en sommige mensen vinden misschien datgene wat ze zoeken. Maar die kans is niet zo heel groot. Het is waarschijnlijker dat je alleen maar verder in verwarring raakt en het nu helemaal niet meer weet. Op een dag vind je jezelf verbijsterd terug tussen allemaal spullen waarvan je het nut niet (meer) inziet. Je verwarring wordt weerspiegeld door je huis.

Deze tijd van het jaar is heel geschikt om eens na te denken wat je wilt. We sturen wensen naar anderen, maar wat is eigenlijk je eigen wens? Waar ben je zelf naar op zoek? Als je die vraag kunt beantwoorden, dan weet je ook welke spullen daarbij horen. En wordt het een stuk makkelijker om los te laten wat daar niet bij hoort. Dat wens ik iedereen toe.

Kom je er zelf niet uit? Kijk dan eens op www.ontdekjeopgeruimdezelf.nl.

dinsdag 8 december 2009

Je eerste opruimherinnering


Zijn wij ganzen?
Als een gans uit het ei komt, dan beschouwt hij het eerste wat hij ziet als zijn moeder. Ook als dat een mens is of een ander dier. Bij mensen werkt dat ook een beetje zo: de eerste prijs van een product bepaalt je referentiekader, daar meet je andere prijzen aan af. Je eerste ervaring in een restaurant bepaalt je verwachtingen voor andere restaurants. Dat geldt voor goede en slechte ervaringen. Imprinten noemen psychologen dat.

Ik heb zelf een keer voedselvergiftiging opgelopen door Chinees eten, tenminste dat gaf ik de schuld. Ik heb minstens een jaar geen Chinees gegeten, ook niet uit andere restaurants. Inmiddels ben ik dat gevoel weer kwijt, maar ik ken iemand die in haar jeugd misselijk is geweest na het eten van een mandarijn. Ze eet nog steeds geen mandarijnen.

Als dat voor prijzen geldt en voor eten, waarom zou het dan niet voor opruimen gelden? Dat zou betekenen dat vroege ervaringen met opruimen en schoonmaken je houding er tegenover voor altijd kunnen bepalen.

‘Toevallig’ is mijn eerste herinnering een goede herinnering. In de voorjaarsvakantie ging mijn moeder vaak aan de grote schoonmaak. De radio ging dan hard aan, alles kwam van z’n plek en in mijn herinnering was het een vrolijke boel en rook alles lekker naar sop. Mijn moeder vond het volgens mij helemaal niet zo leuk, maar ik als kind genoot ervan.

Het kan natuurlijk ook zijn dat ik opruimen toen al leuk vond en dat ik er daarom een goede herinnering aan heb. Dat vind ik moeilijk te achterhalen. Maar als ik het toen al leuk vond, dan moet dat ook ergens door komen. Ik kan me bijvoorbeeld niet herinneren dat ik naar mijn kamer werd gestuurd omdat ik ‘moest’ opruimen. Zo heb ik het nooit ervaren, ik werd ook nooit op die manier gestraft. Opruimen hoorde er gewoon bij. Afwassen, ja dat was een taak die mijn zusje en ik moesten delen. Nu heb ik een afwasmachine.

Nou is het natuurlijk niet zo dat zo’n vroege ervaring je hele leven hoeft te bepalen. Je kunt dat best veranderen en zo'n hekel heb ik nou ook weer niet aan afwassen. Maar veranderen lukt pas als je weet dat je een hekel hebt aan opruimen omdat je er vroeger mee gestraft werd of omdat je een andere negatieve herinnering hebt. Ga dus eens na wat er bij jou is ingeprent over opruimen en of dat iets te maken heeft met je huidige ideeën en gevoelens over opruimen. Wie weet is het tijd voor een ander beeld of een ander verhaal dat je jezelf vertelt, zodat je net als ik een positief gevoel kunt hebben bij opruimen.

dinsdag 1 december 2009

Opruimen, ideaalbeeld of schrikbeeld?



Sommige mensen hebben een visioen van een leeg huis. Dat is hun ideaal, dat is wat ze willen bereiken. Nergens liggen losse spullen en er is veel ‘open’ ruimte. Als ze naar hun eigen huis kijken, dan zakt de moed ze al meteen in de schoenen. Dat ligt zover van dat ideaal af. Hoe krijgen ze dat ooit voor elkaar?

Vaak komt dat ideaalbeeld uit tijdschriften of van zeer opgeruimde buren of familieleden. Natuurlijk is een tijdschrifthuis geen echt huis. Daar woont niemand, komt niemand met natte schoenen en tassen naar binnen lopen, daar komt niet dagelijks een stapel post naar binnen. Daar wordt niet gekookt. Kortom, dat is geen beeld wat je zelf kunt realiseren.

Maar dan die buren of familieleden. Die lukt het toch ook? Vergis je niet, die buren of familieleden hebben misschien wel heel erg hard gewerkt om het zo opgeruimd te maken als jij komt. Dat zie je niet.

Veel mensen denken: om zo opgeruimd te zijn, dan moet je er wel altijd mee bezig zijn. En dat willen de meeste mensen niet. Het resultaat is vaak dat je dan maar helemaal niet meer op gaat ruimen. Je ideaalbeeld is immers toch niet bereikbaar.

Inderdaad, het ideaalbeeld van een leeg huis is niet realistisch. Waar geleefd wordt, daar kun je meestal ook zien dat er geleefd wordt. En dat is prima. De krant van vandaag mag best op tafel liggen en als je net koffie hebt gedronken, dan staan er kopjes op tafel of in de keuken.

De kunst is om beide extremen los te laten. Je hoeft geen leeg huis uit een reclamefolder te hebben. Maar het alternatief is niet een vol huis met overal stapels en onafgemaakte zaken. Het alternatief is een huis dat overzichtelijk is en waar je dagelijks de spullen op hun plek kunt leggen. Je hoeft echt niet voortdurend bezig te zijn met opruimen en krampachtig elk dingetje meteen op z’n plek te leggen.

Als je je aan twee regels houdt dan kun je je huis prima bijhouden. De eerste regel is om aan het eind van elke klus je spullen terug te leggen. En de tweede regel is om dagelijks wat tijd te nemen om alle achtergebleven spullen weer op hun plek te leggen. Dan kun je je huis gebruiken waar het voor bedoeld is: ontspannen, leven en je thuis voelen.

woensdag 25 november 2009

Overwin je spullen


Op 20 november zag ik Lenette van Dongen. In haar voorstelling vertelt ze hoe ze haar kelder opruimt. Ze vindt daar allerlei spullen van vroeger, maar ook dingen die ze ooit gekocht heeft, maar nooit gebruikt. Dingen die bij een idee horen dat ze over zichzelf had.

Nu ze vijftig is geworden is ze er aan toe om dat idee los te laten. De dromen die zo ooit had over wie ze zou willen zijn of zou moeten zijn. De voornemens om toch echt te gaan kalligraferen. Ze ontdekt tijdens het opruimen welke ideeën en beelden daar achter zaten. Van Dongen in het AD van 18 november 2009: 'Het opruimen was begonnen als iets praktisch, maar ik merkte dat het een enorme impact had. Al die dingen uit je verleden die daar staan te versloffen, daar zitten allemaal dromen achter, voornemens voor wat je ooit nog allemaal wilde gaan doen.'

Het kalligraferen blijkt een heel droombeeld te vertegenwoordigen over zelf gekalligrafeerde uitnodigingen voor dineetjes van 7 gangen. En de broodbakmachine vertegenwoordigt het idee van de oermoeder die haar eigen brood bakt en haar eigen jam maakt.

Natuurlijk is dat er allemaal nooit van gekomen, kon ze al die verwachtingen van zichzelf onmogelijk waarmaken. Als ze besluit al die dingen weg te doen, dan zegt ze ook de voornemens vaarwel en dat voelt voor Lenette als een overwinning. Vandaar dat het programma ook genoemd is naar de godin van de overwinning, Niké.

Behalve de spullen en de goede voornemens die daar bij horen, laat ze nog veel meer illusies los, de voorstelling gaat over meer dan opruimen. Maar juist daarom komt het thema zo mooi naar voren: het gaat ook niet om de spullen, maar om waar die spullen voor staan. De voornemens, dromen en illusies die er bij horen. Eerder noemde ik dat wensspullen.

Lenette van Dongen trekt zich van niemand meer iets aan. Na het opruimen heeft ze een goede bui gekregen en die houdt ze nou eens helemaal voor zichzelf. Heerlijk.

Als je moeite hebt met spullen loslaten en om jezelf wilt lachen, dan is dit programma een echte aanrader.

zondag 15 november 2009

Maak je keuken feestdagenklaar


3 acties om je keuken feestdagenklaar te maken

Met de feestdagen in aantocht, is het handig om wat extra aandacht te besteden aan de keuken. Daarom deze maand 3 acties die je meer ruimte geven in de keuken:

1.Doe ongebruikte apparaten weg, die nemen alleen maar ruimte in, in je kastjes en op het aanrecht. Denk aan pasta- en broodbakmachines, die grill of dat gourmetstel. Doneer ze aan een tweedehandswinkel, geef ze weg op gratisaftehalen.nl of verkoop ze op marktplaats.nl. Kijk ook of je ongebruikt servies, pannen of bestek hebt. Doe dat ook weg. En dat geldt ook voor alles waar een hoekje af is of een accessoire ontbreekt.


2.Inventariseer je voorraadkast. Doe dat plank voor plank. Haal alles per plank er uit. Als je lades met voorraad hebt, neem die dan ook mee. Als de datum verlopen is, doe je het natuurlijk weg. Met de rest kun je de komende tijd gaan koken, dat ruimt lekker op. Vergeet ook je kruiden niet. Kom je een ingrediënt tegen en weet je niet wat je ermee moet? Zoek even op internet en je hebt in een mum van tijd een recept gevonden. Tik gewoon in: recept met en dan het ingrediënt en je krijgt een overvloed aan mogelijkheden.

Als je nog zin hebt, kun je hetzelfde doen met je vriezer.

3.Kijk eens omhoog: maak de bovenkant van je kastjes en de koelkast schoon. Leg er vervolgens kranten of bakpapier op, zo hoef je nooit meer de bovenkanten schoon te maken, alleen nog maar het papier te vervangen. Eventuele bakactiviteiten voor de feestdagen laten dan geen vette sporen na (oliebollen!).

woensdag 11 november 2009

Ruim je huis op en wordt een beter mens (en andere gevonden voorwerpen)


Niet alleen voel je je fijner in een opgeruimd, fris ruikend huis, je wordt er ook hulpvaardiger van. Dat meldt Psychological Science binnenkort.

Proefpersonen moesten geld verdelen tussen een kamergenoot en henzelf. In een fris ruikende kamer verdeelden ze het bijna gelijk, ze hielden maar een beetje extra voor zichzelf. In een smoezelige kamer gaven ze veel minder aan de andere persoon.

Ook waren ze eerder bereid zich in te zetten voor een goed doel of hier geld aan te geven. Een schoon, fris ruikend huis maakt je dus socialer.

Bron: Trouw, 28 oktober 2009


Avonddienst brengt stress, maar ook creativiteit

Sociologe Melinda Mills heeft onderzocht wat onregelmatige diensten betekenen voor je gezinsleven. Ze vond dat het stress oplevert, maar ook dat er vaak creatieve oplossingen worden gevonden.

De stress ontstaat omdat degene die avond- en nachtdiensten heeft dingen mist: met het hele gezin eten is vaak moeilijk, je mist verjaardagsfeestjes en een sociaal leven is in het algemeen moeilijker. Ook levert het discussies op met de partner.

De andere kant is dat mensen vaak bewust kiezen voor onregelmatige diensten, zodat ze elkaar af kunnen wisselen in de zorg voor de kinderen. En dan eet je ’s avonds niet samen, dan doe je dat toch gewoon tijdens de lunch? En een kinderfeestje hoef je toch niet altijd ’s middags te houden? ’s Ochtends kan dat ook prima. Kortom, deze mensen stappen uit het vaste patroon en vinden een oplossing die bij hun past.

Bron: NRC Handelsblad, 24 en 25 oktober 2009

Een nieuwe gewoonte leren duurt gemiddeld 9 weken

Had je goede voornemens na de vakantie? En heb je net geconstateerd dat het weer niet gelukt is? Geef het niet op, want het duurt gemiddeld 9 weken voordat nieuw gedrag een automatisme is geworden. En het is nu zo’n 9 weken na de vakantie. Maar die 9 weken is een gemiddelde en daar zitten ook mensen tussen die het in drie weken onder de knie krijgen. Bij de meeste mensen duurt het 3 tot 6 maanden voordat een gewoonte is ingesleten. De omslag kan dus nog komen. Gewoon weer verder gaan met sporten, opruimen, rustiger aan doen, dus. En denk hier aan als je een goed voornemen voor het nieuwe jaar maakt. Lijkt me ook een goede reden om het tot één voornemen te beperken, dat kost al genoeg energie.

Bron: Psychologie Magazine, november 2009

donderdag 5 november 2009

Leergeld


Het Nibud heeft onderzocht hoe ouders hun kinderen voorbereiden op financiële zelfstandigheid. Daaruit blijkt dat ouders dat vaak lastig vinden. En dat terwijl juist kinderen tot hun achttiende jaar voorbereid moeten worden op financiële zelfstandigheid. Na hun achttiende mogen en kunnen ze namelijk opeens veel meer. Daarom is het van belang dat ze tot die tijd kunnen experimenteren zonder al te grote gevolgen.

Dat doe je door je kind zakgeld te geven. Dat kan al vanaf 6 jaar, volgens het Nibud. Op die manier leren kinderen de waarde van geld en ook dat het handig is om je geld op te sparen om iets groters te kopen.

Vanaf 12 jaar kun je kleedgeld introduceren. Het is van belang om dan af te spreken wat het kind zelf betaalt van dat geld en je daar ook aan te houden. Dus als de afspraak is dat je kind zelf broeken koopt, dan koop je geen broeken. Ook als je zoon of dochter alles uitgeeft aan iets anders. Het is juist van belang dat je kind ervaart dat dat consequenties heeft, dat je geld maar één keer uit kunt geven. En tegenwoordig is het echt niet zo dat kinderen dan niets meer hebben om aan te trekken (ook al vinden ze zelf misschien van wel). Slechts dertig procent van alle ouders geeft trouwens kleedgeld, de rest betaalt gewoon alle kleding voor hun kinderen.

Hetzelfde geldt voor de mobiele telefoon. Veel ouders betalen die helemaal voor hun kinderen. Dat komt ook omdat kinderen onder de 18 zelf geen abonnement mogen afsluiten. Het geld wordt dus toch al bij de ouders afgeschreven. Veel ouders vangen dit wel op met prepaidabonnementen: daarmee is het belgedrag begrensd en kunnen ze hun kinderen makkelijker later betalen voor een kaart. Toch springen de meeste ouders bij als de kinderen meer bellen dan afgesproken.

Het Nibud ziet zakgeld, kleedgeld en geld voor de mobiel als leergeld. Maar als ouders steeds bijspringen of alles betalen, dan leren kinderen niet omgaan met een beperkt budget. Ook mogen kinderen tussen de 16 en de 18 van hun ouders nog niet internetbankieren, terwijl ze vanaf hun achttiende zelf financieel aansprakelijk zijn.

Het advies is dus: geef kinderen langzamerhand steeds meer verantwoordelijkheid, te beginnen met zakgeld vanaf 6 jaar en kleedgeld vanaf 12 jaar. Maak duidelijke afspraken wat je kind zelf betaalt en hou je daar aan. Laat ze gewoon zelf beslissen waar ze dat aan uit geven. Laat ze fouten maken, nu het nog veilig kan. Daar hebben ze later alleen maar profijt van.

Meer info, een test, een voorleesboek en een gratis telefoonnummer: www.nibud.nl.

zondag 1 november 2009

Wat zijn jouw wensspullen?


Als je veel spullen in huis hebt, dan is de kans groot dat daar wensspullen bij zitten. Wensspullen zijn spullen die horen bij een project of een activiteit die je graag zou willen doen. Vaak heb je ze al lang in huis, omdat het er maar niet van komt om het ook echt te gaan doen.

Typische wensspullen zijn fitnessapparaten, hobbyspullen en gereedschap. Vaak heb je er ook (te) veel van. Als je maar dat apparaat had, dan zou je wel gaan sporten. En als je maar eenmaal alles had om te gaan breien, schilderen, scrapboeken enz. dan zou je het wel gaan doen. Als je maar eenmaal het juiste gereedschap had dan zou je die vloer wel gaan leggen, dat kastje wel gaan maken.

In feite verwar je de activiteit met de spullen. Je denkt dat je het gaat doen als je de spullen maar hebt. In werkelijkheid is het natuurlijk andersom: als je iets graag wilt, dan doe je het gewoon, ook als je niet de perfecte apparaten hebt, als je niet alle kleuren verf, draad of papier hebt.

Maar je doet het maar niet en de spullen staan te verstoffen. Waarom? Het is iets waarvan je vindt dat je het ‘zou moeten’ doen, zoals sporten. Het is iets wat je jezelf ziet doen als je maar tijd zou hebben. Je ziet jezelf al knus zitten op een winteravond met je borduurwerk. Of het lijkt je handig om zelf te klussen, dat zou zo fijn zijn.

Bij dat alles vergeet je even dat het niks voor jou is om te handwerken of te klussen. Alleen sporten vind je erg saai en een keukenprins(es) ben je nooit geweest, je bent meer van de kant-en-klaar maaltijden.

Maar de wensspullen staan wel ergens symbool voor. Het is niet voor niks dat je ze gekocht hebt. Je wilt wel degelijk iets: je wilt vaker bewegen, je gezonder voelen, meer knusheid, je huis opknappen. Alleen deze spullen zijn daar duidelijk niet het goede middel voor. Dat blijkt wel uit het stof dat er op zit.

Bedenk dus welke wens je met die spullen wilde vervullen. Kijk dan of je op een andere manier die wens kunt vervullen. Bewegen kan ook door te wandelen of aan yoga te doen. Het is ook knus om samen een boek te lezen bij kaarslicht of uit eten te gaan. Je huis opknappen kun je ook laten doen door een handig familielid.

Val niet in dezelfde valkuil, koop geen nieuwe spullen, maar ga eerst iets uitproberen. Als het bevalt kun je altijd nog goede spullen kopen. Doe dus eerst voordat je koopt. Als je een goede manier vindt om je wens te vervullen, dan heb je al die ongebruikte spullen daar niet meer voor nodig. Dat ruimt lekker op.


Meer weten over handig kiezen? Kom naar de Themaworkhsop Van keuzestress naar keuzevrijheid op 26 november 2009. Meer informatie op www.opgeruimdorganizing.nl onder workshops.

dinsdag 27 oktober 2009

Sinterklaas duurder uit?


Het is nu al duidelijk dat Sinterklaas dit jaar duurder uit zal zijn. Populair speelgoed kost 10 tot 20 procent meer dan in 2008. Dat las ik in het AD van afgelopen zaterdag, 24 oktober 2009.

Het AD heeft de folders van 2008 en 2009 naast elkaar gelegd en ziet dat bordspellen, playmobil en ander speelgoed duurder zijn geworden. De producenten geven de schuld aan hogere inkooptarieven: de Chinezen zijn niet meer zo goedkoop als ze waren en toen het speelgoed werd besteld was de olieprijs nog hoog (waardoor plastic duurder is).

Het is natuurlijk leuk als kop om dan te concluderen dat Sinterklaas duurder uit zal zijn. Maar dat lijkt me niet altijd waar. Ik denk dat Sinterklaas een budget heeft voor wat hij uitgeeft. En dus zal hij minder of andere cadeaus kopen en niet meer uitgeven.

Zo’n artikel maakt het wel duidelijk dat de inkooppiet dit jaar extra goed op moet letten. Misschien koopt hij meer kleine doosjes lego dan vorig jaar. Of één groot cadeau in plaats van twee. Maar ik denk dat de Sint verstandig genoeg is om hier doorheen te kijken. Hij laat zich niet gek maken, hij gaat voor kwaliteit, niet kwantiteit. Dus de Sint is niet duurder uit en de Kerstman ook niet. Eerder zullen de speelgoedwinkels wat minder verkopen.

donderdag 15 oktober 2009

6 Tips voor handig e-mailgebruik


De volgende zes tips helpen je om handiger om te gaan met je mail, zodat je er minder tijd aan hoeft te besteden:

1. Werk je mail efficiënt af
Bedenk of je een mailtje binnen 2 minuten kunt afhandelen. Zo ja: doe het meteen. Zo nee: zet het in een mapje actie of lezen en doe het later. Zo kun je snel je mail afhandelen.

2. Zet je mailprogramma uit
Begin de dag met een grote klus en open je mail niet meteen. Of: zet de mail uit als je met een niet-storenklus bezig bent. Dit vind ik zelf ontzettend moeilijk, maar als je het doet, dan voel je je echt enorm productief.

3.Lees niet de hele dag mail
Reserveer elke dag een paar momenten om je mail te lezen en bij te werken, bijvoorbeeld na de lunch (om er weer in te komen) en aan het einde van de dag. Mail is meestal niet urgent, dus je hoeft niet snel te reageren. Als het wel urgent is, dan bellen mensen wel. Zet het eventueel in je taken, dan waarschuwt Outlook je automatisch.

4. Laat je niet afleiden door nieuwe mail
Zet het waarschuwingsballonnetje en -geluid uit en eventueel ook het envelopje. Dat leidt enorm af! En de neiging om even te gaan lezen wordt alleen maar groter. Elke keer als je uit de concentratie bent kost het 10 minuten tot een kwartier om weer te beginnen. Zet je e-mailnotificatie uit via Extra, Opties, E-mailopties, Geavanceerde opties.

5. Laat je mailprogramma je helpen
Moet je op een bepaalde dag iets doen met een mail? Voeg een herinnering toe. Open de mail, klik op actie, vervolgens op opvolgen en dan op herinnering toevoegen. Je wordt automatisch op de gewenste tijd aan de mail herinnerd. Hou er wel rekening mee dat je mail niet altijd aan staat (tip 3) en zorg dat je op tijd gewaarschuwd wordt.

6. Zorg dat je makkelijk kunt zoeken en vinden
Geef mails die je makkelijk wilt kunnen terugvinden een herkenbare naam. Open het bericht en klik in de menubalk op Bewerken en daarna op Bericht bewerken. Je kunt nu het onderwerp herschrijven en ook de mail zelf kun je wijzigen: haal tekst wel of voeg notities toe.


De specifieke aanwijzingen over de instellingen gaan over Outlook, maar je kunt ze natuurlijk ook toepassen in andere mailprogramma’s.

woensdag 30 september 2009

Wat is jouw doel?


Kiezen is voor veel mensen lastig. Ze vinden veel dingen leuk en verzamelen daar spullen bij. En ze willen niets weg doen, ‘want dan heb ik het de volgende week net nodig’, hoor ik vaak.

Daar zijn rationele argumenten tegen in te brengen. Meestal lijkt het maar zo dat je ze vlak daarna nodig hebt. Je doet misschien vijftig dingen weg en één daarvan zou je inderdaad even later kunnen gebruiken. De andere 49 dus niet. Meestal zou je dat ene ding gebruiken voor iemand anders. En kun je het bovendien gemakkelijk vervangen. Die ene keer dat je misgreep onthou je wel.

Dat maakt de keuze niet gemakkelijker. Het gevoel blijft dat je het maar nooit weet en dat je dus beter alles kunt bewaren. Vervolgens zit je wel met een vol huis en dat is ook weer niet handig. Kijken of je iets ooit nodig zou kunnen hebben is dus geen handige manier van kiezen. De meeste dingen zou je ooit nog wel eens misschien nodig kunnen hebben.

Dus hoe kies je dan wel? Door te kijken wat er bij je past. Je tilt als het ware de keuze een niveau hoger door te kijken wie jij bent op dit moment in je leven. Wat zijn de dingen die daar bij horen?

De vraag ‘wat hoort bij mij?’ kan heel wat oproepen. Het gaat dan niet meer over de spullen, maar over jou. Wat wil jij eigenlijk? Wat is de reden dat je wilt opruimen? Wat wil je er mee bereiken?

Misschien wil je een rustplaats creëren in je huis, zodat je bij kunt komen van je drukke leven. Dan heb je een plek nodig met weinig prikkels, waar je tot jezelf kunt komen. Maar het kan net zo goed dat je juist een huis wilt waar iedereen kan binnenvallen en waar het gezellig rommelig is. Of waar je je hobby’s kunt uitoefenen.

Bij mezelf zie ik dat mijn werkkamer langzaam verandert naarmate ik langer bezig ben met mijn bedrijf. Ik maak steeds meer ruimte voor mijn bedrijf. Dat betekent dat spullen van mijn vroegere studie moeten wijken, maar ook van mijn vorige baan. Ook verzamel ik alleen nog artikelen die met organizing te maken hebben. Van mijn andere interesses blijft maar een handjevol over.

Overigens merk ik daarnaast dat ik nu weer toe ben aan een hobby. Ik ben de afgelopen jaren bijna fulltime bezig geweest met mijn bedrijf en ik kijk nu uit naar wat ik naast mijn bedrijf wil doen. Daar ben ik nu ruimte voor aan het maken door allerlei dingen op te ruimen. En zo blijft alles in beweging naarmate je thema verandert.

Als je merkt dat praktische tips je niet helpen, dan is het ook voor jou tijd om op zoek te gaan naar je thema. Als je weet waar je naar op zoek bent, dan weet je ook welke spullen daar bij horen. Ontdek je opgeruimde zelf helpt je om je thema te vinden. Dat is een onderwerp dat vooral aan de orde komt op de eerste dag van de workshop op 10 oktober 2009. Je kunt je voor deze eerste dag apart inschrijven. Voor meer informatie ga naar www.ontdekjeopgeruimdezelf.nl.

maandag 28 september 2009

De latte-factor


Afgelopen week was ik in Sevilla en daar waren een stuk of vier vestigingen van Starbucks. In Nederland kun je maar op een paar plaatsen naar deze Amerikaanse koffieketen en nog niet in Rotterdam. De hoogste tijd dus om een paar lattes, mokka’s en andere smaken uit te testen. Bovendien was het er lekker koel.

Nu was ik met vakantie en dan let ik wat minder op prijzen, maar een bekertje koffie voor vier euro is eigenlijk wel een beetje veel. Je kunt wel een espresso krijgen voor 1,70, maar veel minder wordt het niet. En wat heb je dan helemaal, een klein beetje koffie.

Amerikanen noemen dat de ´latte-factor´: als je elke dag naar Starbucks gaat geef je ongemerkt flinke bedragen uit. Want het blijft natuurlijk niet bij alleen een espresso, je wilt een cappuccino met een extra shot espresso (anders is het erg slappe koffie) of mokka, slagroom of iets anders lekkers. Je kunt een hoop bezuinigen door dat soort kleine uitgaven te beperken.

De consumentenbond heeft net uitgerekend wat onze koffie thuis kost (zie hun gids van oktober). Dat varieert van 3 cent voor oploskoffie en 4 cent voor filterkoffie, tot 6 tot 12 cent voor Senseo en 33 cent voor Nespresso. Toch nog altijd een stuk goedkoper dan Starbucks. Maar dan heb je er natuurlijk geen airconditioning en loungebanken bij.

vrijdag 18 september 2009

Gevonden voorwerpen (2)


Onlangs was ik mijn bakje met acties aan het uitmesten. Tijdens het opruimen kwam ik een aantal korte berichten tegen, die ik bewaard had om over te bloggen. Stuk voor stuk te kort voor een hele column, maar toch leuk genoeg om te vermelden.

Veel gekocht = lekker
Misschien ken je het fenomeen dat lege terrassen opeens vol kunnen lopen als er een paar mensen gaat zitten. Mensen zijn kuddedieren en dat geldt ook in de supermarkt, zo schrijft Dr. Erica van Herpen. Mensen die wijn kopen in de supermarkt kopen het liefst een wijn die bijna op is, ‘want zoveel mensen hebben die gekocht, die zal dus wel goed zijn’. Dit geldt dan vooral voor producten waarvan we de kwaliteit moeilijk in kunnen schatten, zoals wijn (en restaurants). Soms is het dus handig om je schappen niet te snel bij te vullen. Of, als je consument bent om je daar niet door te laten (mis)leiden?

Ga niet winkelen als je honger hebt
Dat is een bekend advies. Nu is het ook bewezen: als je gemotiveerd bent voor een bepaald gedrag, dan neem je nuttige voorwerpen (voor dat gedrag) groter waar dan andere voorwerpen. Mensen die graag willen drinken schatten een glas water groter in dan mensen die geen behoefte hebben aan water. Zou je dan ook kleinere hoeveelheden gaan kopen als je honger hebt, omdat je dat gebak of die chocoladereep groter inschat? Op de één of andere manier betwijfel ik dat.

Helper’s high
Als je aardig bent voor anderen ga je jezelf ook beter voelen. Helper’s high noemen ze dat. Dus als je minder goed voelt, doe dan eens iets aardigs voor een ander: geef een compliment, bedank iemand ergens voor, wees nieuwsgierig en stel vragen en luister met aandacht, oordeel niet en toon medeleven. Kortom: richt je op een ander en je eigen problemen verdwijnen even naar de achtergrond.

dinsdag 15 september 2009

Drie manieren om in actie te komen


Zo vlak na de vakantie kan het lastig zijn om weer in actie te komen. Je leest er misschien over, zoals in deze nieuwsbrief en je maakt een actielijst of je denkt aan alles wat je nog moet doen. Maar daarmee ben je nog niet in beweging gekomen.

Het kan een valkuil zijn: lezen over opruimen of lijstjes maken, maar niet in actie komen. In feite is het een soort uitstelgedrag: in plaats van aan de slag te gaan, lees je er nog maar eens over of zet je je actie nog maar eens op een rijtje.

Dat is hetzelfde als leren fietsen zonder ooit op een fiets te gaan zitten. Je leert geen fietsen door er over te lezen of door alle onderdelen van een fiets te analyseren. Je leert fietsen door het te doen. Misschien heb je eerst wat hulp nodig, bijvoorbeeld van zijwieltjes of val je een paar keer. Na een tijdje gaat het vanzelf beter en kun je fietsen zonder hulp en zonder vallen.

Met opruimen is het niet anders. Wat er nodig is, is dat je daadwerkelijk in actie komt, iets doet. Dan verandert er pas iets. Daarom vraag ik je deze keer om na te gaan welke actie jij hebt uitgesteld? Welk project ben je niet gestart? Waarover ben je aan het lezen zonder echt iets te doen? Waarvan maak jij steeds lijstjes zonder in actie te komen?

Om op gang te komen geef ik je drie manieren om in actie te komen, de zijwieltjes als het ware:

1. Bedenk wat de eerste actie is.
Wat kun je vandaag nog doen om dichter bij je doel te komen? Bij voorkeur is dit iets wat je vijf minuten tot maximaal een kwartier kost. Zet alleen die eerste stap en kijk dan verder. Als je nog onzeker bent over wat je moet doen: vraag iemand om advies.

2. Zorg dat je de juiste spullen in huis hebt
Weet je niet zeker of je alles wat je nodig hebt in huis hebt? Ga dan na wat je nog mist en zorg dat je het aanschaft of ergens leent. Dat is je eerste actie. En als je eenmaal alles in huis hebt, leg dan alles alvast klaar, dan kun je tenminste zien wat je hebt. Tsja, als je dat gedaan hebt, dan kun je natuurlijk net zo goed gewoon beginnen.

3. Experimenteer
Het is lastig om aan een groot project te beginnen en ook om uit een hoop mogelijkheden te kiezen. Dat is allemaal nog veel moeilijker als je het gevoel hebt dat er veel van afhangt. Zie het dus als een experiment: je probeert gewoon wat en dan zie je wel wat er van komt. Of kies een bepaald thema voor de komende maand. Daar ga je je deze maand mee bezig houden, daarna ga je weer iets anders doen. Je kiest helemaal niet echt, je probeert gewoon wat uit.

En als je eens van de ‘opruimfiets’ afvalt, geen punt, dan stap je gewoon weer op. Zoek de hulp die bij je past en blijf oefenen. Opruimen wordt dan uiteindelijk net zo vanzelfsprekend als fietsen.

Behoefte aan een opstapje? Doe de Organizingscan

In twee uur specifieke tips en een stappenplan voor maar 95 euro.
Je wilt best zelf aan de slag, maar je weet niet goed waar te beginnen en welke stappen je moet nemen? Dan biedt de Organizingscan een oplossing: in twee uur lopen we samen je huis en/of kantoor door. Ik geef je op dat moment meteen een aantal tips, zodat je meteen aan de slag kunt.

Daarnaast krijg je achteraf van mij een uitgebreide rapportage, met daarin tips die speciaal op jou van toepassing zijn en een persoonlijk stappenplan waarmee je aan de slag kunt.

Je kunt de Organizingscan ook zakelijk inzetten, dan betaal je € 160,- voor twee uur, inclusief rapportage. Buiten Rotterdam bereken ik reiskosten.

woensdag 9 september 2009

Blauwe woensdag


Hebben we ons net wijs laten maken dat de derde maandag in januari de meest depri dag van het jaar is, komen er een paar wiskundigen met het nieuws dat maandagblues niet bestaat.

Peter Dodds en Christopher Danforth hebben vier jaar lang 2,4 miljoen blogs en – het laatste jaar – tweets gescoord op hun geluksgevoel. Maandag zijn we nog volop met het weekend bezig en zijn de blogjes best vrolijk van toon. Woensdag is het afgelopen weekend ver weg en het komende weekend blijkbaar ook, dan zijn we het ongelukkigst.

Het gaat hier natuurlijk meer om de stemming van de dag en niet om levensvoldoening in het algemeen.

Dus als je je vandaag een beetje depri voelt, dan kun je gewoon de dag van de week de schuld geven, desnoods op maandag en op woensdag.

Zullen we er maar gewoon mee ophouden en er elke dag gewoon iets leuks van maken?

Bron: De Pers 26 augustus 2009

maandag 7 september 2009

Gevonden voorwerpen (1)


Onlangs was ik mijn bakje met acties aan het uitmesten. Een organizer is ook maar een mens, dus ook bij mij ligt daar vaak meer in dan ik zou willen en ook ik hou dat bakje vaak een paar weken of langer niet bij. Tijdens het opruimen kwam ik een aantal korte berichten tegen, die ik bewaard had om over te bloggen. Stuk voor stuk te kort voor een hele column, maar toch leuk genoeg om te vermelden:

Productiever door muziek
Luisteren naar barokmuziek maakt mensen productiever, zelfs als je helemaal niet van deze muziek houdt. Het ritme loopt parallel met onze hartslag en brengt ons daarom in de alfastaat. In die staat zijn we tegelijk ontspannen en alert en dan kun je je beter concentreren. Brainstudio heet daarom een site waar je gratis naar deze muziek kunt luisteren: BrainRadio.nl.

Meevallers geven stress
Als er iets onverwachts gebeurt, dan geeft dat stress, zelfs als het iets positiefs is. Daarop promoveerde Marret Noorderwier een tijdje geleden. Een stukje kaas dat marsepein blijkt te zijn, vind je in eerste instantie vies, zelfs als je van marsepein houdt. Gewoon omdat het iets totaal anders is dan je gedacht had. Als je iets gaat kopen en dat blijkt veel goedkoper dan je dacht, dan is je eerste reactie negatief, pas in tweede instantie zie je de voordelen. Mensen die aan structuur hechten hebben hier meer last van dan meer losse, chaotische mensen. En als je het heel druk hebt in je hoofd, dan kun je je ook minder snel aanpassen.

Dus hou je to do lijst overzichtelijk, doe één ding tegelijk en ontspan en je kunt gemakkelijker omgaan met nieuwe, onverwachte dingen, positief en negatief?

Low impact man
In Vlaanderen is het een begrip: de low impact man Steven Vromman die zijn ecologische voetafdruk zo klein mogelijk probeert te maken. Hij heeft alle luxe overboord gegooid en halveerde zijn stroomverbruik, zijn gasverbruik nam met tweederde af en zijn waterverbruik met 55 procent. Hij wekt onder andere zelf zijn stroom op met een rollerfiets en gebruikt regenwater, zelfs om te douchen. Uitgeverij van Halewijkck gaf het boek uit met als titel low impact man.

donderdag 3 september 2009

Na de vakantie doe ik het allemaal anders

Dacht je dat ook in de vakantie? Als ik terugkom dan ga ik het helemaal anders doen! Ik ga een boek schrijven, een eigen bedrijf beginnen, mijn baas/collega aanspreken op zijn/haar vervelende gedrag, geen extra klussen meer aannemen, meer tijd aan mijn familie besteden, etc.

Of je hebt je voorgenomen nu toch eindelijk je werkkamer eens op te ruimen of je administratie uit te zoeken en bij te houden. Dat kan natuurlijk ook.

Nu je terugbent en je bekijkt die gedachten nog eens in het nuchtere Hollandse licht, zakt de moed je alweer in de schoenen. Want hoe doe je dat dan? Hoe ga je dat voor elkaar krijgen?

Je twijfelt alweer. Dat mag, misschien was het toch niet zo’n goed voornemen. Maar als het iets is wat je al langer dwars zat of bezighoudt, dan is het misschien tijd om te onderzoeken hoe je het voor elkaar gaat krijgen.

En voor je het weet zit je alweer in het vertrouwde ritme en is er niets veranderd. Ook dat is de kracht van gewoonten. Het overgrote gedeelte van ons gedrag bestaat uit gewoonten en die helpen niet altijd om je doelen te bereiken.

Als het je gewoonte is om ja te zeggen als je baas je vraagt extra werk te doen, dan heb je dat zo weer gedaan, ook al had je je nog zo voorgenomen om dat niet te doen.

Je kunt gewoontes veranderen. Maar dat lukt alleen als je je voorbereidt. Bedenk dus van te voren wat je gaat zeggen als je baas aan je bureau staat met die haastklus. Oefen het voor de spiegel, met je partner of je coach.

Vraag altijd hoe belangrijk de klus is? Moet het nu, vandaag nog af? Wat gebeurt er als je het niet doet? Hoe erg is dat? Misschien zeg je dan nog steeds ja, maar in elk geval zeg je niet meer onmiddellijk ja, zonder nadenken.

Bekijk je voornemens nog eens. Zijn het wezenlijke wensen? Kijk dan hoe je ze kunt realiseren. Is er een kleine stap die je kunt nemen om dichterbij je wens of doel te komen? Misschien zie je het niet zitten om een boek te schrijven, maar vind je het wel leuk om een weblog te beginnen over een bepaald onderwerp?

Breek met je gewoontes en doe eens iets nieuws na de vakantie.
Kijk of je één wens dichterbij kunt brengen.

dinsdag 1 september 2009

Hoeveel discipline heb je nodig?


‘Ik heb gewoon niet voldoende discipline’ of ‘ik ben eigenlijk gewoon te lui’ om op te ruimen. Dat zijn uitspraken die ik vaak hoor. Deze zelfde mensen vertellen me vervolgens wat ze allemaal doen: een baan, zorg voor kinderen en/of ouders, misschien een vereniging waarvoor ze actief zijn of een opleiding die ze volgen. Dat klinkt mij dan niet erg lui in de oren.

Het is dan ook geen luiheid wat deze mensen er van weerhoudt om georganiseerd te zijn. Discipline hebben ze genoeg. Maar discipline is eindig. Je hebt er maar een beperkte hoeveelheid van. Denk aan de uitspraak ‘de boog kan niet altijd gespannen zijn’. Die geldt hier. Dus als je de hele dag actief bent met allerlei dingen die ‘moeten’ dan is het aan het einde van de dag gewoon op.

Hier is een leuk experiment mee gedaan. Stel er zijn twee groepen mensen. Die zitten in een kamer met chocoladekoekjes en radijsjes. Het is de bedoeling dat ze de radijsjes gaan beoordelen op smaak. De ene groep mag best een koekje nemen. De andere groep mag absoluut niet aan de koekjes komen, dat zou de smaak van de radijsjes bederven.

Daarna gaan beide groepen een lastige puzzel oplossen. Wat blijkt? Degenen die niet van de koekjes mochten eten blijven langer proberen om de puzzel op te lossen dan degenen die dat niet mochten. Van de koekjes afblijven kostte al een flinke hoeveelheid wilskracht. En daarna was er gewoon niet meer genoeg over voor de puzzel.

Kortom, als je hele dag vol zit met allerlei verplichtingen, dan is het logisch dat je ’s avonds niet meer toekomt aan opruimen. En als je hele week al vol zit, dan lukt dat in het weekend niet. Je hebt dan gewoon tijd nodig om je batterij met wilskracht op te laden.

Er zijn een paar manieren om te zorgen dat je toch aan de slag gaat:

1.Neem pauze.
Als je het druk hebt, begin dan met een pauze. Daarmee laad je je batterij op.

2.Gewoontes helpen je als je wilskracht op is.
Als het je gewoonte is om elke avond even door je huis te lopen om losliggende spullen op te ruimen, dan heb je daar geen wilskracht meer voor nodig. Je doet het gewoon zonder er bij na te denken.

3.Weet waarvoor je het doet
Als je een doel hebt om op te ruimen, dan heb je er minder wilskracht voor nodig, je weet waarvoor je het doet. Dus als je ruimte aan het maken bent voor je studie of om te mediteren, dan is dat gemakkelijker dan opruimen ‘omdat dat nou eenmaal moet’. Denk aan je doel, verbind je er mee voordat je aan het opruimen slaat, dat maakt het gemakkelijker.

Wil je meer weten over gewoontes en routines? Kom naar de themaworkshop op 6 oktober 2009. Ga naar mijn site voor meer informatie: www.opgeruimdorganizing.nl.

Wil je weten wat jouw doel is? Kom dan op 10 oktober naar Ontdek je opgeruimde zelf. Je kunt je nu ook alleen voor de eerste dag inschrijven. De hele workshop bestaat uit drie zaterdagen en start op 10 oktober. Meer informatie en inschrijven op www.ontdekjeopgeruimdezelf.nl.

donderdag 27 augustus 2009

Vis en organizing 4


In het boek Vis! gaat het er over hoe je meer energie, passie en plezier kunt hebben bij je werk. Op de Pike Place Vismarkt in Seattle weten ze precies hoe dat moet en ze zijn er wereldberoemd mee geworden. De hoofdpersoon in het boek krijgt een ingedutte afdeling onder haar hoede. Met de principes van Pike Place Vismarkt zorgt ze dat de medewerkers van haar administratieve afdeling weer inspiratie krijgen. Als het daar kan, dan moet dat toch ook bij organizing kunnen?

Het derde principe is misschien meer van toepassing op bedrijven met klanten, maar het vierde principe past weer helemaal bij organizing: erbij zijn noemen ze het in het boek. Mindfulness zou je kunnen zeggen, met een beetje een modieuze term.

Dus: niet multitasken, als je aan het organiseren bent, ben je aan het organiseren en niet aan het bellen of e-mailen. Je gaat ook niets lezen wat je tegen komt, daar is het niet het moment voor. In het nu zijn, kun je ook zeggen. Overigens is het dan ook heel lastig om chagrijnig te zijn. Als je geconcentreerd met iets bezig bent, dan lukt kun je niet tegelijkertijd een rothumeur hebben. Als je een activiteit leuker en uitdagender maakt, dan is het weer gemakkelijker om geconcentreerd te zijn.

En concentratie kun je oefenen. Hoewel sommige mensen zich van nature makkelijker kunnen concentreren, kun je jezelf leren om langer geconcentreerd te werken. Begin met een korte periode, bijvoorbeeld vijf minuten. Zet een timer of gebruik je mobiele telefoon. Gaat je dat makkelijk af? Probeer dan tien minuten. Merk je dat je afdwaalt in die periode? Ga terug naar de taak en werk door tot de timer afgaat.

Je kunt het makkelijker maken om geconcentreerd te blijven door afleidingen uit te schakelen: zet je mail en je telefoon uit. Als het mogelijk is, doe de deur van je kamer dicht (op het werk of thuis). Je kunt best tien minuten zonder mail en telefoon. Als je tien minuten gewerkt hebt, kijk dan of je door wilt werken. Als tien minuten je gemakkelijk afgaat, ga dan naar 15 minuten. Vijftig minuten tot een uur is waarschijnlijk de maximum periode dat de meeste mensen geconcentreerd kunnen blijven. Maar als het bij jou minder is, geen probleem, het gaat er om dat je blokjes tijd geconcentreerd bezig bent. Op die manier boek je vooruitgang.

Kortom: de vier principes uit Vis! helpen je om organizing leuker en gemakkelijker te maken. Probeer er maar eens één.

dinsdag 25 augustus 2009

Perfectionisme en financiën

Perfectionisme kan je in de financiële problemen brengen. Het overkwam Annie Leibovitz, lees hier het artikel: http://www.nu.nl/lifestyle/2066030/annie-leibovitz-door-perfectionisme-in-de-problemen-.html

maandag 24 augustus 2009

Ik hoef alleen nog even...


Beginnen is lastig, maar een project helemaal afronden kan ook lastig zijn. Zelf was ik de afgelopen dagen bezig om wat dingen op te ruimen en goed te organiseren. Ik merkte dat ik de neiging had om het net niet helemaal af te maken.

Zo had ik mijn papieren van een vereniging uitgezocht en geordend. Helemaal prima natuurlijk. Er bleef een hele stapel over ter vernietiging. En ik had de neiging om dat uit te stellen. Vervelend klusje en ik heb het gevoel dat de klus eigenlijk al klaar is. Ik hoef alleen nog even die papieren door de papiervernietiger te gooien.

Die stapel had ik natuurlijk ‘even’ weggelegd, zodat hij niet in de weg lag. Iets even wegleggen is altijd gevaarlijk, het is namelijk bijna nooit ‘even’, kijk maar naar de stapels op je tafel, je bureau en al die andere horizontale oppervlakten.

De stapel was dus uit het zicht en ik had het gevoel dat de klus geklaard was. Ik had het zelfs doorgestreept op mijn to do lijst. Gevaarlijke situatie. Voor je het weet ‘vergeet’ je die hele stapel en ligt het er over twee weken, een maand nog.

Wat ik gedaan heb is een nieuwe actie aanmaken op mijn actielijst: papier vernietigen. En heel bewust elke dag een aantal papieren door de vernietiger halen, vijf minuten, tien minuten, een kwartiertje. Er is elke dag wel even een moment dat ik niet zo goed weet wat ik ga doen. Dat is het moment om naar de papiervernietiger te lopen. En zo werk ik mijn stapel weg.

De moraal van het verhaal is natuurlijk dat je pas klaar bent als het echt af is. Helemaal afgerond, inclusief het wegwerken van de spullen die weg kunnen. Of dat nou weggooien is of weggeven, dat hoort bij de actie. Niet doorstrepen die actie, dus. Of maak, zoals ik, een nieuwe actie van dat laatste stukje. Dat hoort er ook bij.

donderdag 20 augustus 2009

Vis en organizing 3


In het boek Vis! gaat het er over hoe je meer energie, passie en plezier kunt hebben bij je werk. Op de Pike Place Vismarkt in Seattle weten ze precies hoe dat moet en ze zijn er wereldberoemd mee geworden. De hoofdpersoon in het boek krijgt een ingedutte afdeling onder haar hoede. Met de principes van Pike Place Vismarkt zorgt ze dat de medewerkers van haar administratieve afdeling weer inspiratie krijgen. Als het daar kan, dan moet dat toch ook bij organizing kunnen?
Het derde element uit het boek is wat lastiger toe te passen, maar laten we eens kijken of het lukt. Het gaat om: blij maken van je klanten. Iets extra’s doen, iets onverwachts doen, iets doen om ze er bij te betrekken. Iedereen heeft wel de ervaring dat medewerkers het onderling heel gezellig hebben, maar daardoor geen enkele aandacht meer hebben voor de klanten. Erg irritant is dat.

Dus hoe is dat van toepassing op organiseren? Ik zou zeggen dat je wel het doel in de gaten moet houden: je ruimt op om je werk goed te kunnen doen of om het gezellig te hebben met familie en vrienden. Niet om het opruimen zelf. Dus overdrijf niet in je organisatiedrift. Goed is goed genoeg en tijd met je man, kinderen en vriend(inn)en is uiteindelijk belangrijker.

Bij het spelen kwam ook al naar voren dat je dat prima samen kunt doen: als je huisgenoten hebt, betrek die dan bij het organiseren. Bespreek hoe jullie de taken verdelen, laat eventueel zien hoe je het altijd doet, doe iets de eerste keer samen. Geef complimenten als iets gedaan is, ongeacht hoe het gedaan is. Waardeer de inspanning. En ga het zeker niet opnieuw doen, omdat je vindt dat je het beter kunt (niet doen dames!). Dat is natuurlijk erg demotiverend.

Kun je ze ook blij maken als je alleen woont? En wie maak je dan blij? Je zou met een vriendin samen aan de slag kunnen gaan: vandaag bij je vriendin, volgende week bij jou. Ook kun je extra attent zijn als er vrienden komen: haal die wijn of die koekjes die ze zo lekker vinden, huur een film die ze leuk vinden. En als er geen vrienden langs komen: zorg dat je huis er extra verzorgd uit ziet met bloemen, haal je eigen favoriete eten of drinken, maak jezelf blij!

Een andere manier om mensen blij te maken is om iets voor iemand te doen, zonder daar iets voor terug te verwachten. En dan liefst iets waarvan je weet dat de ander er niet aan toe komt of er een hekel aan heeft. Lap iemands ramen, maak de oven schoon, ontdooi de vrieskist en stel de jouwe beschikbaar om de spullen koud te houden, zet de vuilniszak buiten, haal zware boodschappen, neem tijdschriften mee. De mogelijkheden zijn eindeloos. En niet vragen, dan voelen ze zich misschien bezwaard. Ook weer niet stiekem doen, maar gewoon zeggen: ik wil dit voor je doen.

donderdag 13 augustus 2009

Vis en organizing 2


In het boek Vis! gaat het er over hoe je meer energie, passie en plezier kunt hebben bij je werk. Op de Pike Place Vismarkt in Seattle weten ze precies hoe dat moet en ze zijn er wereldberoemd mee geworden. De hoofdpersoon in het boek krijgt een ingedutte afdeling onder haar hoede. Met de principes van Pike Place Vismarkt zorgt ze dat de medewerkers van haar administratieve afdeling weer inspiratie krijgen. Als het daar kan, dan moet dat toch ook bij organizing kunnen?

Vandaag deel 2, het tweede element dat je kan helpen om met meer energie, passie en plezier te werken: spelen.

Op de vismarkt gooien ze met vissen en maken ze er een hele voorstelling van om de vis te verkopen. Ik moest ook aan Google denken waar de medewerkers een deel van de tijd aan eigen ‘hobby’-projecten mogen werken, die niet meteen iets op hoeven te leveren. Daar zijn al een hoop goede ideeën uit gekomen. Dat is eigenlijk spelen: gewoon even doen wat je leuk vindt. Of datgene wat je moet doen op een leuke manier doen.

Natuurlijk kun je van alles doen om opruimen leuker te maken: je kunt er leuke muziek bij draaien. Dat kan uptempo zijn om je lekker veel energie te geven. Als je iets aan het uitzoeken bent, dan wil je misschien liever iets rustigers erbij, bijvoorbeeld iets instrumentaals. Dan creëer je een meer bedachtzame sfeer.

Trouwens, niks nieuws onder de zon, kijk naar dit fragment van Mary Poppins uit
1964: http://www.youtube.com/watch?v=r9Pbd3RSbLo.

Een andere optie is om er een wedstrijd van de te maken: wie kan in een kwartier te meeste spullen verzamelen? En wie kan ze ook weer net zo snel op hun plek leggen? Of als je veel dingen weg wilt doen: wie heeft het eerst z’n vuilniszak vol? En als je alleen bent: verzamel zo snel mogelijk dertig voorwerpen die weg kunnen. Zet de wekker op een kwartier en ga!

Je kunt er ook een wedstrijd van maken om elke dag een bepaalde gewoonte uit te voeren. Als je het gedaan hebt geef je jezelf een sticker of iets anders leuks, als het maar zichtbaar is. Aan het eind van de maand heb je misschien een hele collage gemaakt?

Het organiseren zelf is eigenlijk een creatief proces, als je er goed over nadenkt. Het is een uitdaging om je spullen zo handig mogelijk in te delen. Om het zo te doen dat je dingen ook meteen weer terug kunt vinden. Om zo handig mogelijk gebruik te maken van alle spullen die je al hebt, om bijvoorbeeld je bergplekken mooi en herkenbaar te maken met kleuren. Je agenda of je kalender op te vrolijken met kleuren.

Je kunt een mooie herinneringsdoos maken waarin je je meest dierbare herinneringen bewaart en die je altijd kunt bekijken als je daar zin in hebt.

De mogelijkheden zijn eindeloos. Zelfs gooien, zoals je op de vismarkt doen, zou kunnen: mik op de prullenmand of de vuilnisbak en kijk wie de meeste keren raak gooit (wel een beetje opletten waar je mee gooit, natuurlijk, niet met zware spullen doen of dingen die uit elkaar kunnen vallen).

Hier zie je ook goed terug dat je kunt kiezen: opruimen kan saai en vervelend zijn, maar je kunt het ook als een spel zien.

donderdag 6 augustus 2009

Vis en organizing 1


In het boek Vis! gaat het er over hoe je meer energie, passie en plezier kunt hebben bij je werk. Op de Pike Place Vismarkt in Seattle weten ze precies hoe dat moet en ze zijn er wereldberoemd mee geworden. De hoofdpersoon in het boek krijgt een ingedutte afdeling onder haar hoede. Met de principes van Pike Place Vismarkt zorgt ze dat de medewerkers van haar administratieve afdeling weer inspiratie krijgen. Als het daar kan, dan moet dat toch ook bij organizing kunnen?

Het leidende principe is: als je niet het werk kunt doen waar je van houdt, hou dan van het werk wat je doet. Een variant op ‘if you can’t be with the one you love, love the one you’re with.
Uiteindelijk heeft elke baan z’n saaie kanten en kan elke baan saai zijn voor degene die het moet doen. De wereld rond reizen voor je werk lijkt misschien geweldig, maar uiteindelijk zit je vooral te wachten of vliegvelden en zie je veel hotels van binnen. Voor de bezienswaardigheden heb je meestal geen tijd.

Maar andersom geldt dat ook: elk werk heeft z’n mooie kanten. Als je het met aandacht doet, dan kan elke baan je voldoening schenken. Een schoonmaker kan er plezier in hebben dat hij alles blinkend achter laat en een postbode kan met plezier de post op tijd bezorgen. Je kunt altijd kiezen hoe je je werk doet, ook al heb je geen keuzes in het werk zelf.

Dat kan voor een baan gelden, maar dat geldt zeker voor opruimen en organiseren. Je kunt natuurlijk kiezen om het niet te doen. Maar dan loopt het na een tijdje uit de hand en krijg je andere problemen. Je weet dus dat het beter is om het wel te doen en om alles goed bij te houden.

Als je het toch moet doen, waarom zou je het dan niet met een vrolijk gezicht doen? Waarom zou je er dan geen genoegen in hebben om het op de best mogelijke manier te doen?
In de Pike Place Vismarkt hebben ze er voor gekozen wereldberoemd te zijn. Als je toch zwaar werk moet doen, met vissen die stinken en waarbij je vroeg op moet, dan kun je maar beter wereldberoemd zijn in plaats van doorsnee.

Ik weet niet of je wereldberoemd kunt worden met een opgeruimd huis (maar wie weet?), maar wel dat je eindeloos moeilijk kunt doen over hoe vervelend het allemaal is. Of je kunt gewoon accepteren dat het moet gebeuren en er iets leuks van maken. Aan jou de keuze.

Hoe je het dan leuk maakt, daarover de volgende keer meer.

zondag 2 augustus 2009

Lichter leven


Vakantie is bij uitstek de tijd dat je lichter leeft. Je neemt alleen mee wat in de auto past. Als je met het vliegtuig gaat, dan kan er zelfs niet veel meer mee dan twintig kilo.

Dat betekent dat je veel minder keuze hebt dan thuis. Minder kleding om uit te kiezen, minder spullen, minder activiteiten. Dat voelt ook lichter in je hoofd, merk ik altijd weer. Natuurlijk zijn er nieuwe dingen te ontdekken op de vakantiebestemming, maar die zijn meestal ook niet zo zwaar.

Maar meer keuze is toch juist goed, zou je zeggen? Niet altijd zo blijkt. Er is een beroemd experiment met jam. Zet de ene dag in een winkel zes verschillende soorten jam neer en laat mensen proeven. Zet de volgende dag twaalf soorten jam neer om te proeven. Wat blijkt?

Met zes soorten jam kopen mensen meer dan met twaalf. Twaalf soorten is blijkbaar zoveel dat het lastig wordt om te kiezen. En dan weten mensen het niet meer en kopen ze maar niets.

Keuze is dus goed, maar teveel keuze kan je verlammen. Het is datzelfde gevoel dat je hebt als je de hele dag gewinkeld hebt. Dan weet je niet meer wat je nou eigenlijk wilt. Kinderen hebben het ook vaak met speelgoed: als ze te veel keuze hebben, dan spelen ze helemaal niet meer. En zelf heb het misschien als je voor je volle kledingkast staat en het gevoel krijgt dat je niets hebt om aan te trekken. Daar heb je voortaan een prima excuus voor: teveel keuze.

Je kunt daar iets aan doen: beperk je tot zes soorten jam. Of: als je minder spullen hebt, dan heb je niet alleen ruimte, maar maak je het jezelf ook gemakkelijker. Je kunt dit ook bereiken door je spullen in categorieën te verdelen en dan ‘getrapt’ te kiezen, stap voor stap dus.

Met kleding is dat bijvoorbeeld heel gemakkelijk. Je verdeelt dat in zomer- en winterkleding. Vervolgens kies je iets wat bij het weer past en bij je activiteiten: netjes of casual? Broek of rok? Zo maak je de keuze steeds eenvoudiger.

Als je iets gaat kopen zijn er ook manieren om je keuze gemakkelijker te maken. Je kunt je bijvoorbeeld voornemen om naar drie of vier winkels te gaan. Uit de spullen die je dan gezien hebt, maak je een keuze.

Wat ook helpt is als je vooraf bedenkt waaraan je aankoop minimaal moet voldoen. Dus: welke kleur schoenen zoek je? Hakken of geen hakken? Als je een jas gaat kopen, hoe lang moet die dan zijn? Wil je een capuchon of juist niet? Als je een bank koopt, hoe breed kan deze zijn? Heb je al een idee van het materiaal of de kleur? Je kunt ook bedenken wat je voor je aanschaf zou willen betalen. Als je vooraf bedenkt waar je aankoop aan moet voldoen, dan hoef je een heleboel spullen al niet meer te bekijken.

Als je die schoenen, jas of bank vindt die aan je eisen voldoet: kopen. Dus niet verder kijken of je nog iets beters vindt. Waarom zou je, deze voldoet toch aan je eisen? Dat heb je vast wel eens eerder meegemaakt: na een hele dag winkelen kom je uiteindelijk weer in de eerste winkel terecht waar je die leuke schoenen, jas of bank had gezien.

Maar van dat verder kijken krijg je nou juist stress. Bespaar jezelf een hoop tijd en een hoop gedoe en ga gewoon voor het eerste dat aan je eisen voldoet. En nou niet je eisen zo hoog maken dat niets daar aan voldoet, dan hou je jezelf voor de gek. Minimale eisen, had ik gezegd.

Probeer het eens met iets kleins, zoals een pot jam. Een keuze waar niet al te veel vanaf hangt en die niet al te veel geld kost. En kijk of je na afloop tevreden bent met je keuze. De kans is namelijk groot dat je tevredener bent dan wanneer je er langer over na had gedacht. Op naar de grotere aankopen.

woensdag 15 juli 2009

Een opgeruimd huis in tien minuten per dag


Iedereen kent ze: de fitnessapparaten die je nu toch echt slanker maken. En je hoeft ze, echt waar, maar vijf minuten per dag te gebruiken. Wonderen bestaan niet, zou je zeggen. Toch kun je heel wat doen in de korte tijd van vijf of, vooruit, tien minuten.

Het is vakantie en je hebt natuurlijk helemaal geen zin in opruimen. Liever zit je op het strand of in de tuin met een goed boek of ga je leuke dingen doen met je familie of vrienden.

Het goeie nieuws is dat het allebei kan: leuke dingen doen en ook je huis een stukje opgeruimder maken. En het is nog heel eenvoudig ook. Het enige wat je hoeft te doen is elke dag tien minuten aan opruimen te besteden.

Begin gewoon de dag met tien minuten opruimen. Zelfs als het warm is, is het ’s ochtends vaak nog prima te doen om even actief te zijn.

Kies een project dat je kunt opdelen in kleine stapjes. Eigenlijk kan dat met elk project, maar kies iets wat niet al te moeilijk is op te delen.

Bijvoorbeeld: zoek een stapel papieren uit door elke dag drie papieren ervan af te pakken. Die bekijk je: wat is het? Moet ik dit bewaren? Moet ik een actie ondernemen? Of is het archief? In het laatste geval berg je het natuurlijk meteen op. Na drie stuks ben je klaar voor die dag. Tijd voor de leuke dingen.

Tijdschriften laten zich ook prima zo doorwerken: pak elke dag een tijdschrift, ga het niet lezen, maar scheur de artikelen er uit die je wilt lezen. Neem die mee naar het zwembad of het strand en laat ze daar achter. Als je al lang je kledingkast wilt opruimen, besteed daar dan elke dag tien minuten aan. Haal er elke dag een kledingstuk uit en beslis of het blijft of weg gaat.

Aan het eind van de vakantie heb je een project afgerond. En je hebt ook nog eens genoeg tijd gehad voor ontspanning. Dat is nog eens een fijn begin van het nieuwe seizoen.

Fijne vakantie!

zondag 12 juli 2009

De kledingkast van Paris Hilton (en andere vrouwen)


Op 15 juni schreef ik hoe je overzicht kunt krijgen in je kledingkast (http://opgeruimdorganizing.blogspot.com/2009/06/je-kledingkast-ruimte-en-overzicht.html).

In De Pers van 9 juli las ik dat een gemiddelde vrouw een jaar voor haar kledingkast doorbrengt. Niet in één keer natuurlijk, maar gedurende haar hele leven. Wie ze precies onderzocht hebben, meldt het bericht niet. Maar de 2491 onderzochte vrouwen doen er op een werkdag 16 minuten over om hun outfit samen te stellen, in het weekend 14 minuten en in de vakantie 10 minuten ’s ochtends en tien minuten ’s avonds. En dan zijn er nog de bijzondere gelegenheden zoals feestjes, Kerstmis en dergelijke. Dan denken de onderzochte vrouwen er langer over na. Als je dat allemaal bij elkaar optelt kom je op 287 dagen in een heel vrouwenleven.
Voor het hele bericht: www.depers.nl/kleren.

Natuurlijk is dat een gemiddelde. Maar toch, je brengt heel wat tijd door bij de kledingkast. Dan kan die kast maar beter een beetje georganiseerd zijn. Dan is het aangenamer om er tijd door te brengen. Bovendien kun je dan die tijd tenminste besteden aan het daadwerkelijk uitzoeken van je outfit in plaats van te zoeken naar de kleding die je wilt dragen. Dat scheelt misschien ook weer wat tijd, die je dan aan andere leuke dingen kunt besteden.

In de nieuwsbrief van Get Organized Now las ik een tijdje geleden een bericht over de kledingkast van Paris Hilton. Niet iemand die je in een organizingblog zou verwachten. Haar kast is voor de meesten van ons ver van mijn bed. Maar als je goed kijkt, dan zie je dat die kast uitstekend georganiseerd is: alle kledingstukken en accessoires zijn keurig gesorteerd op soort en op kleur. Ongetwijfeld heeft Paris Hilton iemand die dat voor haar doet, maar die doet dat dan wel goed. Ook kunnen de meesten van ons alleen maar dromen van het formaat. Maar het onderliggende idee kun je in elke kledingkast toepassen. Kijk hier naar het filmpje: http://www.youtube.com/watch?v=7SU-dhIOLbQ

woensdag 1 juli 2009

Leer een nieuwe gewoonte


Vijf tips om het gemakkelijker te maken een nieuwe gewoonte aan te leren.

Het grootste gedeelte van wat we doen bestaat uit gewoontes. Dat is heel prettig omdat gewoontes je helpen om op de langere termijn dingen te bereiken. Als je twee keer per dag je tanden poetst dan is dat goed voor je gebit. Als je regelmatig sport dan hou je je conditie op peil. Bovendien zou het erg vermoeiend zijn als je over elke handeling elke keer na zou moeten denken. Gewoontes zijn het resultaat van een beslissing in het verleden.

Gewoontes zijn onmisbaar als je opgeruimd en georganiseerd wilt blijven. Zonder gewoontes ben je voortdurend brandjes aan het blussen en ben je ongestructureerd bezig. Maar als opruimen een gewoonte is, dan ontstaan er geen stapels en achterstanden. Je doet de dingen die je elke dag en elke week doet en daarmee hou je je huis in vorm. Net zoals je jezelf in vorm houdt als je regelmatig sport.

Er zijn tal van gewoontes die je helpen om opgeruimd te blijven. Voorbeelden van dagelijkse gewoontes zijn: ’s avonds je kleding klaarleggen voor de volgende dag en je tas inpakken, elke dag je post openmaken en opbergen, elke dag je bed luchten en je dekbed recht leggen, dagelijks de krant van de vorige dag bij het oud papier doen.

Omdat we zoveel op de automatische piloot doen is het ook lastig om nieuwe gewoontes aan te leren. Als je niet gewend bent om je spullen op te ruimen, dan valt het niet mee om je dat aan te leren. Voor een dagelijkse gewoonte duurt het minstens zes tot acht weken om deze aan te leren.

Gelukkig zijn er manieren om het jezelf wat gemakkelijker te maken om een nieuwe routine aan te leren. Je hoeft je dus niet te laten ontmoedigen. Maar het is wel handig om je voor te bereiden.

Hier volgen vijf tips die het je gemakkelijker maken om een nieuwe gewoonte aan te leren:

1. Verander één gewoonte tegelijk

Juist omdat het zo lastig is, is het goed om je op één ding tegelijk te concentreren, de kans dat je het dan vol kunt houden is groter.

2. Sluit aan bij bestaande gewoontes en activiteiten

Als je een gewoonte koppelt aan een andere activiteit die je al doet, dan ga je die twee activiteiten vanzelf met elkaar verbinden en wordt het gemakkelijker om ook de nieuwe gewoonte te doen.

Dus als je ’s ochtends je schoenen aantrekt kun je daarna meteen een was in de machine stoppen of in de droger. Als je je kinderen naar school hebt gebracht kun je meteen daarna de vloer dweilen. Als je de borden naar de keuken brengt, dan doe je gelijk daarna een rondje door het huis om rondslingerende spullen op te bergen. Voordat je je tanden gaat poetsen leg je eerst je kleding voor de volgende dag klaar.

3. Begin met één kleine verandering

Ik geloof in de kracht van de geleidelijkheid. Als je jezelf voorneemt om dagelijks een uur op te ruimen, dan is de kans groot dat je het niet volhoudt. Maar als je dagelijks een kwartier of zelfs tien minuten opruimt dan wordt het al veel gemakkelijker.

Andere voorbeelden zijn om dagelijks vijf papieren weg te doen of elke dag één tijdschrift. Op deze manier train je als het ware je opruimspieren. Na een tijdje zul je merken dat die vijf papieren je gemakkelijk afgaan. Misschien kun je er ook wel tien doen?

4. Focus op de actie, niet op het resultaat

Waar het om gaat is dat je elke dag de kleine actie doet die je je hebt voorgenomen. Dus als je tien minuten met opruimen bezig bent geweest, dan heb je je gewoonte uitgevoerd. In het begin heeft het misschien nog niet veel resultaat, maar dat komt vanzelf. Vandaag verplaats je misschien alleen dingen, morgen geeft je één voorwerp een eigen plaats, volgende week pak je alle losse dingen in een kamer op en over een paar maanden loop je zingend door het huis.

5. Hou je voortgang bij en beloon jezelf

Belonen werkt. Hou dus bij of je vandaag je nieuwe gewoonte hebt gedaan. Hou het luchtig, dus plak stickertjes of geef jezelf een zonnetje, elke keer als je je nieuwe gewoonte hebt uitgevoerd. Je kunt ook aan een financiële beloning denken: stop elke dag een euro in een potje en na twee maanden koop je daar iets voor wat je anders niet zou kopen. Iets wat helemaal voor jou is.

woensdag 24 juni 2009

Belonen werkt, belonen en straf 2

De vorige keer schreef ik over een aparte combinatie van beloning en straf: je betaalt 600 euro extra als je je inschrijft bij de sportschool en krijgt elke keer dat je gaat sporten 15 euro terug. Dat lijkt te werken.

Deze keer wil ik het hebben over de invloed van beloningen op gedrag. Ik adviseer mensen vaak om zichzelf te belonen als ze opgeruimd hebben. Veel mensen doen dat niet. Ze zeggen dat het opgeruimde huis al genoeg beloning is. Of ze vinden het een beetje raar om zichzelf iets te geven.

Maar belonen werkt.

Op 5 juni was ik op De Dag van de Coach en Ben Tiggelaar sprak daar onder anderen over de rol van beloning bij gedragsverandering. Hij gaf een voorbeeld uit de mijnbouw. Toch niet bepaald een softe sector en dat maakt het voorbeeld des te overtuigender.

In de VS werd bij twee mijnen een beloningssysteem ingevoerd om het aantal ongelukken te verminderen. De mijnarbeiders krijgen punten als ze zelf niet gewond raken en ook als er in het team geen gewonden vallen. De punten zijn in te wisselen bij een winkel, ze kunnen er dus echte spullen, cadeaus van kopen. Eigenlijk een soort spaarsysteem dus.

Wat blijkt? Het verzuim als gevolg van verwondingen daalt in de ene mijn met 98% en in de andere met 89%. Dat is nogal spectaculair. En het systeem werkt ook op de langere termijn, na 15 jaar is het effect er nog steeds. En de medewerkers vinden het bovendien ook nog leuk om hier aan mee te werken, het systeem wordt erg hoog gewaardeerd. Als dit in de mijnbouw kan werken, dan toch zeker bij jouw thuis.

Dus als je je opruimgedrag wilt veranderen, denk dan eens na over een serieuze beloning. En dat kan prima een puntensysteem zijn: elke keer als je een bepaalde actie doet krijg je een punt. Extra punten als je extra dingen opruimt. Bij 100 punten ga je uit eten, bij 250 naar de bioscoop en bij 1000 punten een weekendje weg. Of verzin je eigen beloningen: ga naar een concert, volg een cursus of maak een ballonvaart. Als het maar voelt als een beloning. Punten sparen is niet kinderachtig, het werkt.

zaterdag 20 juni 2009

Straf en beloning

De meeste mensen weten best wat goed voor ze is: regelmatig sporten, gezond eten, genoeg slapen, elke dag even de rommel opruimen, wekelijks stofzuigen en afstoffen, aan het eind van de dag je bureau leegruimen.

Maar de praktijk is weerbarstig. Je zou eigenlijk…, maar de bank zit zo lekker, die chips is zo aanlokkelijk, dat bureau kan wel wachten en ach, zo stoffig is het ook weer niet.

Henriëtte Prast noemt dat het verschil tussen de doener en de planner in ons. De planner kijkt naar de lange termijn, die wil gezond eten, bewegen en opruimen. De doener wil vooral op korte termijn bevrediging en hangt dus het liefst met chips op de bank, lang leve de lol.

Prast is emotie-econoom, zoals ze het zelf noemt. Ze schrijft over wat economie en geld met ons doet, wat de psychologische kant is van economie. Ze is wekelijks te gast in het programma Alles draait om geld (N.1, zaterdag, 18.55 uur).

Op 6 juni ging het over sporten. Prast was met een experiment bezig. Veel mensen nemen zich voor om te gaan sporten en kopen daarom een jaarkaart, die ze vervolgens nauwelijks gebruiken. Wat nu als ze bij die jaarkaart 600 euro extra moeten betalen en elke keer dat ze gaan sporten krijgen ze daarvan 15 euro terug. Als je veertig keer gaat sporten in een jaar, heb je je eigen geld terug verdiend.

En de doener heeft dus elke week z’n instant bevrediging door die 15 euro die terug is verdiend. Dat het een sigaar uit eigen doos is, dat maakt hem niet uit. Het leek te werken, in elk geval bij de drie mensen in het programma. Die 15 euro leek wel degelijk een motivatie om toch te gaan, ook als je eigenlijk geen zin hebt.

Ik vroeg me natuurlijk meteen af: zou zoiets ook kunnen werken met opruimen? Vaak zeg ik wel tegen mensen dat ze zichzelf moeten belonen, maar dit is wel een hele aparte manier. Eigenlijk straf je jezelf eerst en daarna beloon je jezelf in kleine porties. Die straf ben je dan natuurlijk allang weer vergeten.

Maar u zou het eens kunnen proberen: geef 600 euro aan uw partner (of iemand anders die u vertrouwt). Elke keer dat u een opruimklus heeft gedaan van minimaal een uur (sporten is ook ongeveer een uur), krijgt u 15 euro terug. Als u de 600 euro weer bij elkaar heeft, dan gaan jullie een lang weekend weg. Als iemand het experiment aangaat, dan hoor ik graag de resultaten.

maandag 15 juni 2009

Je kledingkast: ruimte en overzicht creëren


Stap1: Ruimte maken
De eerste stap bij het organiseren van je kledingkast is: ruimte maken
Je gaat bepalen welke kleding je houdt en welke je weg doet.

Doe het stap voor stap, dus plank voor plank of haal een deel van je hangkleding uit de kast en zoek dat uit. Haal beslist niet in één keer de hele kast leeg, want dan loop je het risico dat je halverwege afhaakt en je hele bed vol ligt met kleding.

Kiezen: houden of wegdoen?
Alles wat kapot, vuil of beschadigd is en alles wat niet meer past kan weg. Dat geldt ook voor kleding die je toch nooit draagt. Soms is een kledingstuk prima en het past ook wel, maar je draagt het eigenlijk nooit. Omdat het je kleur niet is, nergens bij past of niet lekker zit. Weg ermee!

Werk zo je hele kledingkast door. Kleding voor speciale gelegenheden heb je niet zo vaak aan, maar dat doe je uiteraard niet weg. Vergeet ook je schoenen niet. Beoordeel die op dezelfde manier. Nu heb je alleen nog kleding over die je daadwerkelijk draagt. Dat scheelt een stuk.

Stap 2: Overzicht creëren
Nu is het tijd om je kledingkast opnieuw in te delen, als dat nodig is natuurlijk. Er zijn verschillende manieren die je kunt gebruiken om een indeling te maken, kies die indeling die bij je past. Heb je geen echte voorkeur? Kies dan de indeling die het meeste lijkt op je huidige indeling, dan heb je het minste werk te doen.

Mogelijke indelingen zijn:

- Naar seizoen: winter- en zomerkleding scheiden (misschien heb je een derde categorie voor de ‘tussenseizoenen’ lente en herfst);
- Naar activiteit: als de kleding die je op het werk draagt erg verschilt van wat je thuis draagt, dan kun je werk- en vrijetijdskleding onderscheiden. Ook kleding voor een bepaalde sport kun je apart opbergen.
- Naar soort kledingstuk: in dit geval hang en leg je de broeken bij de broeken, de bloezen bij de bloezen, de t-shirts bij de t-shirts enzovoort.
- Op kleur of combinatie: als je een aantal (kleur)combinaties hebt die je vaak draagt, dan kun je je kleding op kleur hangen en leggen en/of je kunt bepaalde kledingcombinaties bij elkaar opbergen.

Je kunt deze methodes natuurlijk ook combineren. Zelf onderscheid ik zomer- en winterkleding en binnen die zomerkleding liggen mijn shirts op kleur. Zo kun je ook je zomerkleding sorteren naar soort kledingstuk en al je zomerbroeken bij elkaar hangen.

donderdag 4 juni 2009

Statusangst en evolutie

Op deze plek schreef ik al eerder dat we onze genen tegen ons hebben als het gaat om wegdoen van spullen, omdat we nou eenmaal jagers en verzamelaars zijn (zie blog 5 december 2007). Nu blijkt dat ook het najagen van status evolutionair bepaald. Dus niet alleen willen we spullen verzamelen, maar ook nog eens mooiere en duurdere spullen dan de buurman.

Reputatie en status waren ook in het verleden al van groot belang. Hoe hoger je status, hoe meer eten en hoe meer sekspartners. En dus is status geassocieerd met overleven en het doorgeven van je genen.

Kortom, je status willen verhogen is een instinct. Wat niet wil zeggen dat we ons er helemaal niet tegen kunnen verzetten, maar het maakt het niet eenvoudiger.

Dit schrijft Geoffrey Miller in Darwin en de consument. Ik las er over in Psychologie Magazine van mei 2009.

dinsdag 2 juni 2009

Als praktische tips niet helpen, wat dan?


Niet voor iedereen die wil opruimen en organiseren is dezelfde oplossing effectief. Naarmate ik langer bezig ben met organizen valt me dat steeds meer op. Aan de oppervlakte kan een huis er hetzelfde uitzien, maar de oplossing kan verschillend zijn.

De reden hiervoor is dat opruimen op zich niet motiveert. Je hebt een reden nodig om het te gaan doen. Als je weet waarvoor je al die inspanningen levert en waar je naar toe wilt, dan is opruimen niet moeilijk meer.

Er zijn mensen die echt op zoek zijn naar praktische tips en daar ook meteen mee aan de slag gaan. Zij hebben een doel voor ogen en voor hen is opruimen een middel om bij dat doel te komen. Dan begin je gewoon als je maar eenmaal weet waar je moet beginnen en hoe je het moet doen.

Vervolgens is er een groep mensen die steeds weer terugvalt in oude gewoontes. Zij weten wel hoe ze moeten opruimen en maken ook steeds een start, maar ze houden het niet vol. Deze mensen denken meestal dat ze geen discipline hebben of lui zijn. Daar geloof ik niet in.

In feite hebben zij hun doel te ver weg gelegd. Ze zijn bijvoorbeeld op zoek naar een nieuwe relatie. Zo’n soort doel kan zo belangrijk zijn, dat je er door verlamd raakt. Daardoor lopen ze vast en doen ze niet veel meer. Hun huis weerspiegelt dat. Voor hen is de oplossing om het doel dichterbij te brengen, bijvoorbeeld door te zeggen dat ze graag nieuwe mensen willen ontmoeten. Om die te kunnen ontvangen wil je je huis wel toonbaar maken. Dat motiveert.

Tot slot is er een derde groep mensen: degenen die nog geen idee hebben van hun doel. Als je geen doel hebt, dan weet je ook niet waar je naar toe gaat. Je hebt geen idee welke spullen bij je horen en welke je weg kunt doen. Dit uit zich vaak in niet weg kunnen gooien. Dan kun je zelfs prima georganiseerd zijn, maar toch vastzitten.

Dit komt vaak doordat mensen een grote verandering doormaken in hun leven. Dat kan een gewenste verandering zijn, zoals samenwonen of een kind krijgen, maar ook iets wat je overkomt, zoals kinderen die de deur uitgaan, een scheiding of je baan verliezen. Het kan ook simpelweg zijn omdat je jezelf ontwikkeld. Je weet dat je je oude leven niet meer wilt, maar je weet nog niet zeker wat je dan wel wilt.

Dan kom je pas verder als je je doel hebt gevonden. Daar zijn verschillende technieken voor. De algemene lijn is dat je naar binnen gaat kijken en op zoek gaat naar waar je gepassioneerd voor bent of was.

Je doel hoeft niet altijd een concreet iets te zijn, zoals een studie gaan doen of een eigen bedrijf beginnen. Het kan ook zijn dat je op zoek gaat naar meer balans in je leven, meer aandacht wilt voor je persoonlijke ontwikkeling of je meer wilt verbinden met je gevoel in plaats van je verstand.

Als je je huis en je leven wilt organiseren, is het belangrijk om eerst uit te zoeken in welke categorie je valt. Daarna weet je pas waar je naar op zoek bent en wat voor advies je nodig hebt.


De workshop Ontdek je opgeruimde zelf richt zich vooral op mensen die zich herkennen in de tweede en derde categorie. De eerstvolgende workshopserie start op 10 oktober 2009.

Weet je nog niet in welke groep je valt? Kom kennismaken met Ontdek je opgeruimde zelf? Kom dan naar een Opruimfeest.

De workshopserie is nu ook beschikbaar als individueel programma.

Meer informatie over de workshop, het Opruimfeest en het individuele programma vind je op http://www.ontdekjeopgeruimdezelf.nl/.

vrijdag 29 mei 2009

Slow organizing 2: de koffievlektheorie


De vorige keer schreef ik dat slow organizing een continu proces is van aanpassen van je spullen en hun indeling. Misschien dacht je toen: dat is een mooie gedachte, maar ik zit met chaos om me heen en ik weet niet hoe ik moet beginnen. Slow of niet slow, ik wil gewoon praktische tips!

Ook georganiseerd worden gaat stap voor stap, slow dus. Volgens mij kan het op twee manieren:
1. Je begint elke dag één en dezelfde plek op te ruimen
2. Je leert nieuwe gewoontes aan

Eigenlijk is de eerste manier ook een gewoonte, dus er is eigenlijk maar één manier. Nieuwe gewoontes helpen je opgeruimd te blijven. Er zijn ook specifieke gewoontes, waardoor je opgeruimder wordt. Maar elke dag dezelfde plek opruimen is een heldere manier om langzamerhand opgeruimder te worden.

Ik weet dat er nu mensen zijn die denken: maar zo duurt het jaren voordat ik mijn huis georganiseerd heb! Misschien is dat zo, als je één plek gaat organiseren, elke dag weer, dan is dat één plek en zie je nog niet zoveel resultaat.

Maar als je begint om één plek consequent bij te houden gebeuren er een paar dingen.

Het mooie is dat die plek zich ‘vanzelf’ gaat uitbreiden. Als namelijk je bureau opgeruimd is, dan heb je de neiging om ook andere plekken in de buurt te gaan opruimen. En dan is er geen houden meer aan, voor je het weet is je hele werkkamer georganiseerd.

Een ander effect is dat je gaat wennen aan het idee dat je elke dag je bureau opruimt. Als dat eenmaal in je systeem zit, dan ga je daarop anticiperen. Dus als je overdag een stapeltje op je bureau wilt leggen, dan denk je: ‘Dat stapeltje ga ik aan het einde van de dag opruimen. Eigenlijk kan ik dat net zo goed meteen doen, dan hoeft het straks niet.’ Dan hoef je aan het einde van de dag je bureau niet eens meer op te ruimen, het bureau lijkt zichzelf schoon te houden. Je hebt het opruimen opgenomen in je routine. En laat dat nou precies de bedoeling zijn.

Dat is wat ik de koffievlektheorie noem: als je er iets aan doet, dan gaat het nooit meer weg, sterker nog, de vlek (gewoonte) breidt zich alleen maar uit.

vrijdag 22 mei 2009

Schoonmaken tegen depressie

Tegenwoordig zitten we vooral, maar dat is pas heel recent zo. Als je terugkijkt in de geschiedenis, dan heeft de mens meestal een actief leven geleid. Eerst was dat als jager en verzamelaar en daarna als boer of arbeider. Een leven met weinig fysieke inspanning was alleen weggelegd voor de elite. Pas een jaar of vijftig geleden is dat gaan veranderen en gingen grote groepen mensen ‘op kantoor’ werken en een zittend bestaan leiden.

Volgens de Amerikaanse neurowetenschapper Kelly Lambert worden we daar niet vrolijk van. We hebben inspanning nodig om ons gelukkig te voelen en ons brein is niet gemaakt op stilzitten. Lambert gaat nog verder en draait dit ook om: als je depressief bent, dan zou het helpen om actief te worden. Het moet dan wel iets zijn wat je leuk vindt. Dus als je een hekel hebt aan stofzuigen, dan helpt dat niet tegen depressie, maar als je het juist leuk vindt, dan kan stofzuigen je uit je dip trekken.

Andere wetenschappers zeggen dat Lambert weliswaar een interessant punt maakt, maar dat het wel wat ver gaat om depressie alleen te bestrijden met fysieke inspanning. Waarschijnlijk gaat het dus niet zo ver als Lambert beweert.

Maar uit ervaring kan ik ook wel aanvoelen dat er wel degelijk iets in zit. Als je je niet prettig voelt, dan ga je je niet beter voelen als je voor op de bank voor te televisie blijft hangen. Maar als je iets zinvols gaat doen, zoals dweilen, ramen lappen of strijken dan voel je je daarna beter. Zelf knap ik er altijd enorm van op als ik ga poetsen, vooral als ik het gevoel heb dat er niks goed gaat. Maar dweilen kan ik prima en als ik de ramen lap heb ik direct resultaat. Voor mij zit het meer in het directe, zichtbare resultaat, dan ik de beweging. Denk ik tenminste.