dinsdag 15 juni 2010

Heb jij de tijd?


5 tips voor een goede planning

1. Hou lucht in je agenda
Als je activiteiten meteen achter elkaar plant, zonder tijd ertussen, dan gaat het gegarandeerd ergens mis: een overleg loopt uit, je staat in de file, je moet tussendoor een telefoontje of een mailtje beantwoorden dat niet kan wachten. Hou daarom tenminste een half uur vrij tussen twee afspraken (en dat is exclusief reistijd, want die tijd heb je natuurlijk al bij de afspraak gezet), dan kun je tussendoor je gedachten op een rijtje zetten of even omschakelen. En je houdt rekening met onverwachte zaken.

2. Alles duurt altijd langer dan je denkt
Zelfs als je rekening houdt met de Wet van Hofstadter, dat is de wet die zegt dat alles langer duurt dan je denkt. Reserveer daarom anderhalf keer zoveel tijd als je denkt nodig te hebben. Hou je tijd over: prima, tijd voor een pauze en een andere klus. Dat is veel minder erg dan tijd tekort komen.

3. Plan je ad hoc activiteiten
Iedereen heeft ad hoc activiteiten. Op het werk staat je baas ineens aan je bureau met een nieuwe klus die niet kan wachten, thuis vragen je kinderen om aandacht of moet de wasmachine zo snel mogelijk gerepareerd worden. Hou hier rekening mee. Je weet niet precies wat er gaat gebeuren, maar je weet wel zeker dat er iets gebeurt. Laat dus tijd open voor ad hoc klussen. Gemiddeld bestaat zo’n 40 procent van de werktijd uit ad hoc klussen, maar voor sommige mensen kan dit veel meer zijn. Hou een tijdje bij hoeveel tijd jij besteedt aan ongeplande activiteiten, dan kun je daar voortaan tijd voor inplannen.

4. Werk duurt net zolang als er tijd voor beschikbaar is

Hoe meer tijd je hebt om een taak af te ronden hoe langer die duurt. Als je nog veel tijd beschikbaar hebt voor een project, dan ga je eerst eens rustig nadenken, informatie zoeken op internet, overleggen met collega’s enzovoort. Daardoor neemt het project alle tijd in beslag die er voor is. Misschien moet je je aan het eind zelfs nog haasten. Maar als je in een korte tijd iets voor elkaar moet krijgen, dan werk je veel efficiĆ«nter: je gaat meteen aan de slag en doet wat je kunt doen in de korte tijd die je hebt. En gek genoeg komt er dan altijd iets bruikbaars uit. Dat is de wet van Parkinson die zegt: werk duurt net zolang als er tijd voor beschikbaar is. Baken dus tijd af in plaats van taken: reserveer een bepaalde tijd voor een klus, in die tijd moet het af. Geef jezelf deadlines, door bijvoorbeeld een andere afspraak te plannen of met een collega af te spreken om iets door te nemen.

5. Hou rekening met je energie
Niemand kan de hele dag geconcentreerd werken. Zelf verzet ik het meeste werk tussen 10 uur ’s ochtends en 2 uur ’s middags. Klussen die concentratie vragen plan ik dus in die periode. Routinematige activiteiten, zoals administratie doe ik daarna en helemaal aan het eind van de dag lees ik nog wat nieuwsbrieven of pleeg ik telefoontjes. Doe dus de klussen die de meeste concentratie vragen op het moment dat je het meeste energie hebt. En hou er rekening mee dat je focus niet de hele dag kunt vasthouden, dus wissel het soort activiteiten af gedurende de dag.

woensdag 9 juni 2010

Gaan zelfstandige werkers de wereld redden?


Er is iets raars aan de hand, valt me de laatste tijd op. Politici en economen maken zich heel druk om de economie: het gaat niet goed, er is geen vertrouwen ‘in de markt’ en daardoor is er crisis, moeten banken gered worden en de koers van euro gesteund.

En natuurlijk, ik merk daar wel iets van: het is soms lastiger om opdrachten te krijgen en zelf let ik ook extra op mijn kosten. Maar als zelfstandige professional zit ik toch ook in een hele andere wereld: ik werk samen met andere ondernemers en dat leg ik zelden vast in een contract. We doen dat puur op basis van vertrouwen. Er zijn collega’s die klanten aan mij doorspelen en andersom doe ik dat ook. In goed vertrouwen.

Ik geef workshops samen met anderen en we verdelen de opbrengsten. Of iemand maakt reclame voor mijn workshop en in ruil daarvoor betaal ik een deel van mijn opbrengst. Daar mailen we over en misschien dat dat in de rechtszaal als een overeenkomst geldt, maar voor mij voelt het gewoon als een afspraak. Ook zijn er regelmatig mensen die iets voor mij doen: ze geven me informatie, ze stellen een gratis e-book ter beschikking, ik lees gratis nieuwsbrieven.

Zo is er een merkwaardig verschil ontstaan tussen wat op wereldschaal gebeurt en wat ik beleef. Geen vertrouwen op macro-niveau en veel vertrouwen op micro-niveau. Zp-ers hebben iets voor elkaar over. Je steunt initiatieven waar je in gelooft en verspreidt die in je netwerk. Zelf doe ik dat bijvoorbeeld met De alternatieve kadobon, Femalefactor en Goodplace2work.

Natuurlijk is het allemaal niet geheel belangeloos, we willen uiteindelijk allemaal iets verkopen. En als ik het product van anderen ondersteun, dan hoop ik dat iemand dat ook voor mij doet. Zo ontstaat aan de basis een nieuwe economie waar we wel vertrouwen in elkaar hebben en elkaar steunen. En die heeft niets te maken met hedgefondsen en snelle zakendeals, die gaat over echte dingen. Zoals het hoort. Gelukkig komen er steeds meer zelfstandige werkers en wie weet kunnen we zo de economie redden. Zou dat niet mooi zijn?

dinsdag 1 juni 2010

Vergeet je doelen en kom in actie


Veel mensen vinden het lastig om te beginnen. Het maakt niet uit waaraan. Of het nou opruimen is, je administratie of klussen in huis, het is allemaal lastig. Het voelt alsof iets je tegenhoudt. En naarmate je het langer uitstelt, lijkt de klus steeds groter en moeilijker te worden.

Alle begin is moeilijk, zo luidt het gezegde. En dat hebben we allemaal goed in onze oren geknoopt: het is moeilijk en eng om te beginnen. Je weet misschien niet precies wat je moet doen, je voelt je onzeker en vraagt je af of je het op de goede manier doet. Waar moet je precies beginnen? Hoe moet je opbergen? Wat maak je allemaal los als je eenmaal begint?

Maar een feit is dat beginnen eigenlijk meestal heel simpel is. De eerste stap in elk project valt meestal wel mee: je zoekt informatie, je belt iemand op voor een afspraak, je pakt het eerste papiertje op en beslist wat je er mee wilt.

De meeste mensen denken echter niet aan die eerste stap, maar aan het resultaat. En als je een hele kamer of zelfs een heel huis op wilt ruimen, dan is dat inderdaad nogal een project. Daar kun je van terugschrikken, dat is zo groot, dat is wel veelgevraagd. En dus begin je maar helemaal niet. Zo zet je jezelf natuurlijk klem en maak je het steeds lastiger om te starten, je ziet steeds meer beren op de weg.

De oplossing is dan om je uiteindelijke doel even te vergeten. Dat blijft wel de aanleiding voor je actie, maar het is nu nog ver weg en dat kan je ontmoedigen. Kijk dus in eerste instantie naar wat je op dit moment kunt doen. Is er iets wat je wel kunt opruimen of wegdoen? Iets waarvan je weet waar het hoort of waarvan je weet dat je het toch weg gaat doen?

De volgende stap is om tijd af te bakenen: plan een tijdsperiode in je agenda van bijvoorbeeld een uur. Zet je kookwekker of het alarm van je telefoon. En begin dan gewoon met die eerste stap. De kans is groot dat je daarna nog iets ziet wat je wel kunt doen en voor je het weet ben je lekker aan het opruimen. Als je eenmaal begonnen bent, dan komt de rest meestal ook wel.

Als het alarm afgaat, mag je stoppen, dan is het genoeg voor vandaag. Als je nog veel energie hebt, dan kun je na een pauze nog een keer je wekker zetten. Maar ga niet door tot je uitgeput bent, want dan wordt beginnen de volgende keer nog lastiger.

Als je dus niet weet waar te beginnen, bedenk dan twee dingen:

- Wat kun je op dit moment doen?
- Baken tijd af om het te doen, als de tijd voorbij is, dan ben je klaar.

Zo maak je het makkelijker en overzichtelijker om te starten.