woensdag 2 november 2011

Waarom je opruimpogingen stranden


Misschien hoor jij ook bij de mensen die al wel eens geprobeerd hebben om op te ruimen en die hun pogingen gestaakt hebben, omdat het niet lukt. Daar word je erg moedeloos van. Je denkt dan dat je het niet kunt. Vaak is achteraf de chaos nog groter dan toen je begon, dus je laat het maar liever zo.

Je hebt misschien ook al eens horen zeggen dat opruimen en organiseren een vaardigheid is. En een vaardigheid kun je leren. Maar jou is het tot nu toe niet gelukt. Je vraagt je daarom des te meer af wat er mis is met je, omdat je zoiets simpels maar niet voor elkaar krijgt.

Ik kom vaak mensen tegen die zichzelf dan gaan verwijten dan ze lui en ongedisciplineerd zijn. Tegelijkertijd zijn dat meestal mensen die van alles doen: een baan hebben, kinderen opvoeden, hobby's onderhouden en die ook nog heel sociaal zijn.

Dan wil het er bij mij niet in dat je lui bent of geen discipline zou hebben. Als dat zou was, dan hield je al die andere activiteiten ook niet vol. Er is dus iets anders aan de hand.
 
Er zijn 2 belangrijke reden waarom opruimen toch vaak niet lukt.
 
1. Opruimwoede
Om allerlei redenen stel je opruimen steeds uit. Als je het dan weer eens gaat doen, dan doe je dat op wilskracht en ga je flink aan de slag.

Je werkt je een slag in de rondte.
Na afloop ben je zo moe, dat je voorlopig niet meer aan opruimen wilt denken. Gelukkig ben je er weer even vanaf!

Omdat je dat denkt, doe je weer een tijd niets aan opruimen
, tot de stapels weer zover zijn opgelopen, dat je wel moet. En dan begint de cyclus weer opnieuw.

2. Geen of weinig voorbereiding

Als je je niet voorbereid op een opruimklus dan is de kans veel groter dat het niet het resultaat geeft dat je wilt of gehoopt had.

Je hebt er heel veel tijd aan besteedt
, maar je ziet er eigenlijk niets van. Of je hebt veel weggedaan om er maar van af te zijn en daar heb je nu spijt van.

Het kan ook zijn dat je vastberaden bent gestart, maar het niet volhoudt. Je bent nog niet eens op de helft en je hebt er al weer schoon genoeg van.

Als je je opruimklus goed voorbereid, dan maak je uiteraard een plan, maar het is nog veel belangrijker dat je je mentaal voorbereid.

Dat doe je door je emoties bij je spullen te herkennen en te erkennen. Als je dat gedaan hebt, dan kun je precies die spullen loslaten die niet meer bij je passen.

De tweede stap die je neemt in de voorbereiding is uitzoeken waar je het eigenlijk allemaal voor doet. Opruimen op zich is geen motiverende klus.

Je doet het, omdat je iets wilt bereiken
: je wilt prettig en effectief kunnen werken, je wilt ruimte om je heen om in je huis tot rust te kunnen komen. Je wilt ruimte maken voor een puppy of voor die hobby waar je nu niet aan toe komt.

Dat zijn wensen die je motiveren en als je dat eenmaal helder hebt, dan wordt opruimen steeds makkelijker. Geloof me het kan!

vrijdag 21 oktober 2011

Help, ik weet het niet meer!


Je kunt pas vooruit als je weet waar je staat

Momenteel weet ik het even niet. Ik ben nu ruim 5 jaar professional organizer. Ik heb veel workshops gegeven, klanten geholpen, een boek geschreven. En nu ben ik in verwarring. Niet dat ik organizing niet leuk meer vindt, dat is het niet.

In de jaren dat ik bezig ben met organizing heb ik me ontwikkeld van een organizer met praktische tips, naar iemand die van binnen en van buiten opruimt. Het woord opgeruimd in mijn bedrijfsnaam heeft steeds meer een dubbele betekenis gekregen: een opgeruimde omgeving en een opgeruimde stemming.

Momenteel noem ik me daarom life-organizer, omdat het meestal over veel meer gaat dan alleen over de spullen. Ik ben er van overtuigd dat de combinatie van organizing van binnen en van buiten het meeste effect heeft op je opgeruimde leven en dat je alleen op die manier blijvend opgeruimd kunt zijn.

Eigenlijk ben ik al een beetje zoekende sinds mijn boek Opgeruimd leven in je huis is uitgekomen. Daarmee werd een grote droom van mij werkelijkheid. En dat is geweldig, kan ik je vertellen.

Tegelijkertijd heeft het me ook een beetje doelloos achtergelaten. Ik had 'opeens' geen droom meer om na te jagen. Wat nu? Eerst was dat nog niet zo erg, ik genoot van het boek en alles wat ermee gebeurde. En dat doe ik nog steeds. Maar na een jaar genieten, wil je ook wel weer eens een stapje verder gaan.

Ik begin nu het donderbruine vermoeden te krijgen dat die stap er aan zit te komen. De laatste tijd neemt de onrust in mij namelijk toe en daarmee ook de chaos in mijn hoofd. Ideeën en mogelijkheden buitelen over elkaar heen, maar tegelijkertijd heb ik nog geen idee wat er uit gaat komen.

Niet weten maakt altijd onzeker. Ik weet dat deze fase erbij hoort, maar dat maakt het nog niet leuk. Het liefste wil ik zo snel mogelijk weten wat ik ga doen, wat ik ga veranderen, dan kan ik tenminste gericht aan de slag. Maar zover ben ik nog niet.

Als ik me onzeker voel en niet weet wat ik moet doen, ga ik altijd instinctief opruimen. Ik haal mijn boekenkast half leeg en doe een hoop boeken weg. Ik ruim oude dagboeken en oude schoolspullen op. Oude computers en de bijbehorende software en snoeren gaan de deur uit.

Hoe dat me verder helpt?

In elk geval word ik er minder gefrustreerd door. Lekker mijn kasten leeghalen helpt me van een hoop overtollige energie af, die ik even niet kwijt kan. En het is iets waarvan ik meteen het resultaat zie. Dat resultaat maakt dat ik me beter voel en dat ik het gevoel krijg dat ik toch nog een beetje controle heb.

Het geeft me tegelijkertijd de kracht om de onzekerheid over mijn volgende stap aan te kunnen. Het brengt als het ware het evenwicht terug: ik kan loslaten dat ik moet weten wat ik ga doen, omdat ik wel iets kan doen aan mijn omgeving.

Bovendien maak ik letterlijk en figuurlijk ruimte. Ruimte in mijn kasten, doordat er lege planken ontstaan. En ruimte in mijn hoofd, omdat allerlei oude ballast overboord gooi. Dingen van vroeger die niet meer bij me horen, doe ik nu ook echt weg. Daardoor ontstaat ruimte voor iets nieuws. Ik weet nog wel niet wat dat wordt, maar in elk geval ben ik klaar om het te ontvangen.

En misschien is het wel het allerbelangrijkste dat ik bepaal wat er nu bij me hoort. Welke spullen ondersteunen me in deze fase? Welke hebben een negatieve uitstraling voor me? Welke spullen kunnen weg, omdat ze bij activiteiten horen die ik zeker niet meer ga doen?

Welke periode kan ik nu echt afsluiten, waar ik dat eerder niet kon? Heel wat, zo blijkt uit de studiespullen die staan voor een deel van mijn eerdere carrière. En uit de dagboeken die weg mogen, die een groot deel van mijn jeugd beslaan.

Als je op een kaart wilt bepalen hoe je moet rijden om ergens te komen, dan zul je toch eerst moeten weten waar je bent, anders kun je onmogelijk de route bepalen. Zelfs als je weet waar je naartoe wilt, is het wel zo handig om je startpunt te kennen.

Ik weet dan nog wel niet precies waar ik heen ga, dankzij mijn opruimwoede weet ik wel weer precies waar ik nu sta. En dat is de beste uitgangspositie voor een nieuwe stap.

Ik hou jullie op de hoogte van mijn ontdekkingsreis.

vrijdag 7 oktober 2011

Stop met opruimen


Beginnen aan een klus is vaak lastig, daar heb ik al vaak over geschreven. Maar waar je minder over hoort is stoppen. Terwijl dat soms net zo lastig kan zijn als beginnen.

Je zou zeggen je stopt als het klaar is. Maar wat is klaar? Daar kun je heel verschillend over denken. Is je bureau opgeruimd als er niet meer op ligt? Of mag er nog een stapeltje blijven liggen? Is je lade opgeruimd als alles wat er in zit in de lade hoort? Of moet het ook allemaal op volgorde liggen? En wat is die volgorde dan?

Neem deze column. Wanneer is die klaar? Ik kan er eindeloos aan sleutelen. Wat is de handigste tip? Hoe kan ik het beste beginnen? Wat is de beste titel? Kan ik het nog wat beter formuleren? Maar ik kan ook zeggen: het is klaar als ik een informatief stuk heb geschreven met minstens één handige tip er in.

In het eerste geval kost het me een halve dag om de column te schrijven. Ik peins eindeloos over het beste onderwerp. En dan doe ik heel lang over de opbouw en het bedenken van de beste tips. Ik leg de tekst nog eens weg om later te kijken of het beter kan. Ik bedenk nog een andere tip en verwerk die er ook in. Ik leg het nog eens weg. Voor ik het weet is het tijd voor de nieuwsbrief. Stress! Mijn verhaal is niet af. Misschien moet ik de nieuwsbrief maar uitstellen? Want het is nog niet helemaal goed.

Als ik bepaal dat het klaar is als ik een informatief stuk schrijf met tenminste één handige tip, dan gaat het veel sneller. Ik heb een idee, bijvoorbeeld perfectionisme. Ik ga er even voor zitten en bedenk een invalshoek. Ik schrijf het op. Dat kost me ongeveer een uur. Dan leg ik het even weg en kijk er nog eens naar. Ik verbeter een paar tikfouten en maak de volgorde iets logischer. Dan is het klaar.

Mijn doel is om een interessante column te schrijven
, niet om het perfecte verhaal te maken met alle mogelijke informatie die ik maar kan vinden. Misschien bedenk ik later nog een goede tip, maar die kan ik altijd in een volgende column verwerken.

Wat ik hier doe is de 80-20 regel toepassen. Die regel zegt dat je met 20 procent van je inspanning 80 procent van het resultaat bereikt. Dat wil niet zeggen dat jullie slechte verhalen krijgen, maar wel dat jullie elke twee weken op tijd de nieuwsbrief ontvangen en dat daar altijd een column instaat.

Zelfs als ik een boek schrijf, dan pas ik deze regel toe. Natuurlijk denk ik dan langer na over de tekst, maar dat is meer omdat het een langere tekst is. Alles moet met elkaar kloppen en ik wil daar een uitgebreider verhaal vertellen. Maar ook daar geldt: op een gegeven moment is het klaar. Je kunt eindeloos aanvullen en verbeteren, maar dan komt het boek er nooit.

Ik zie het vaak gebeuren: mensen die niet beginnen met opruimen, omdat ze nog niet precies weten wat ze willen. Omdat ze eigenlijk eerst nieuwe kasten nodig hebben. Omdat ze eigenlijk meteen de hele kast willen doen, anders heeft het geen zin. Omdat ze dan ook meteen de muren willen schilderen, de kamer opnieuw in willen richten, een nieuwe lamp willen kopen. Omdat ze het perfecte opbergsysteem nog niet hebben gevonden. En ondertussen gaat de tijd voorbij en gebeurt er niets.

Als je dingen voor elkaar wilt krijgen, denk dan aan de 80-20 regel. Het is altijd beter om iets voor 80 procent te doen dan om niets te doen. Je administratie hoeft niet perfect te zijn, als je het maar bijhoudt. Je kleding hoeft niet op kleur te hangen, als alles maar in de kast hangt en ligt. Je hoeft je tijdschriften niet helemaal te lezen, lees alleen de belangrijkste artikelen. Begin dus met de eerste 80 procent. Als je dat gedaan hebt en er is tijd over, dan kun je altijd nog de laatste 20 procent doen.

dinsdag 6 september 2011

Opgeruimder door te lezen


Er komen steeds meer boeken over organizing uit en dat is natuurlijk prima. Het maakt de kans groter dat er iets bijzit dat jou aanspreekt. Als je ergens over leest vergroot je je kennis, maar je opruimachterstanden zijn er niet mee weggewerkt.

Toch zou het je kunnen helpen opgeruimder te worden, wat er ook in staat. Er zijn heel wat onderzoeken die aantonen dat we onbewust beïnvloed worden door wat we lezen.

Als je woorden leest over lompheid, zoals brutaal, agressief, schaamteloos, onbeleefd, etc. dan ben je daarna zelf ook minder beleefd. Proefpersonen die op iemand moesten wachten hadden daar minder geduld voor dan mensen die woorden hadden gelezen die te maken hadden met beleefdheid.

Met andere dingen werkt het net zo: als je leest over intelligente mensen, bijvoorbeeld professoren, dan maak je een toets daarna beter dan wanneer je over iets anders hebt gelezen. En als je woorden ziet die te maken hebben met bejaard zijn, dan ga je daarna langzamer lopen.

Het klinkt misschien ongelooflijk, maar er zijn heel wat experimenten die dit bevestigen. Het effect is niet enorm groot, je wordt niet ineens van dom heel slim als je over professoren leest, maar je wordt wel slimmer.

Het lijkt dus niet zo’n grote sprong om te veronderstellen dat je opgeruimder wordt of eerder gaat opruimen als je leest over opruimen en woorden ziet die daarmee te maken hebben.

Het effect is helaas niet blijvend, dus je moet steeds weer iets lezen om hetzelfde resultaat te bereiken. Eigenlijk is deze nieuwsbrief dus heel goed, omdat je elke keer weer leest over opruimen en onbewust duwt dat je de goede kant op.

En het kan dus ook helemaal geen kwaad om een paar opruimboeken te lezen. Lees steeds een stukje en je voelt je vanzelf opgeruimder.

vrijdag 19 augustus 2011

Doe niets


Je bent altijd druk bezig: je regelt een afscheidsborrel en een kado voor een collega, je ruimt de vaatwasser uit, je doet de boodschappen, betaalt de rekeningen, zoekt nog even iets op op internet, haalt je kinderen op en regelt ondertussen nog even een afspraak bij de tandarts.

En dan opeens houdt het op: je voelt je alsof je geen energie meer hebt, het kan je allemaal niets meer schelen, ze zoeken het maar uit, je bent er even niet. Dat gevoel kent iedereen wel en het is ook niet zo raar.

Bij al die drukke werkzaamheden was je even vergeten om jezelf te voeden. Letterlijk lukte dat misschien nog net, met snel een boterham tussendoor. Maar figuurlijk jezelf voeden, dat heb je al heel lang niet gedaan.

Met jezelf voeden bedoel ik iets doen wat helemaal voor jou is, waar jij energie van krijgt. Iets wat niet nuttig hoeft te zijn, maar wat je gewoon doet, omdat je het leuk vindt. Een boek lezen, naar een museum gaan, op een terras zitten en mensen kijken, een dutje doen, een wandeling maken. Het kan van alles zijn.

Het lijkt misschien een gek advies van een organizer: doe niets. In elk geval niets wat moet en wat met opruimen te maken heeft. Maar het is absoluut noodzakelijk. Als je het niet doet, dan hou je het namelijk niet vol, al je verplichtingen. Dan stort je in. In het ergste geval raak je burnt out. Maar het kan ook zijn dat je wegloopt of opstandig wordt. Dat je weigert om nog iets te doen.

En dat zijn de momenten dat er opruimachterstanden ontstaan. Je wilt namelijk helemaal niets meer en opruimen zeker niet. Het draait allemaal om het evenwicht. Als je opgeruimd wilt zijn, is het nodig om zo af en toe helemaal niets te hoeven, zodat je weer even kunt bijtanken. Daarna kun je dan weer met des te meer energie aan de slag.

De vakantie is natuurlijk een prima moment om dat te doen en ik wens jullie dat allemaal toe deze vakantie. Maar zorg ook buiten de vakantie goed voor jezelf en hou lege tijd in je agenda. Tijd die je ter plekke kunt invullen met waar je op dat moment zin in hebt. Dat is niet alleen leuk, je hebt het gewoon nodig.

woensdag 10 augustus 2011

Gratis mini-cursus: In 3 stappen voorbereid op je opruimacties


Had je in de vakantie ook zo heerlijk weinig nodig?
Als je dit leest, is de kans groot dat je net terug bent van vakantie. Is het je ook opgevallen dat je tijdens de vakantie heerlijk weinig spullen nodig hebt? En dat dat zo lekker licht voelt?

Nu ben je weer thuis en zie je je opruimachterstand.
Met dat lichte vakantiegevoel nog vers in je geheugen is het nu het moment om iets te doen aan je achterstand.

Je kunt natuurlijk meteen aan de slag gaan en dat kan heel goed werken. Maar denk eens terug, hoe vaak ben je al begonnen en na korte tijd weer gestopt met opruimen?

Wil je het dit keer echt goed aanpakken? Voorgoed je achterstand wegwerken? Bedwing dan je ongeduld en trek wat tijd uit voor een goede voorbereiding.

Die voorbereiding krijg je van mij de komende weken. Helemaal voor niets. Op 17 augustus ben ik namelijk jarig en ik vind het leuk om daar een gratis mini-cursus aan te koppelen. Daarom ontvang je vanaf woensdag 17 augustus 3 weken lang elke woensdag de mini-cursus ‘In 3 stappen voorbereid op je opruimacties’.

Voorbereiding op opruimacties is net zo belangrijk als de actie zelf. Vaak is dit deel van het proces onderbelicht. En dat is, volgens mij, een reden dat veel opruimpogingen vroegtijdig stranden. Vandaar deze mini-cursus.

Drie weken lang krijg je van mij elke week een concrete opdracht
die je voorbereid op je opruimacties.

Daarna ben je klaar om aan de slag te gaan.

Wil je deze mini-cursus ontvangen? Schrijf je dan hier in. Je krijgt dan een bevestigingsmail waarin staat dat je je voor een teletraining hebt ingeschreven, maar trek je daar niets van aan, je krijgt gewoon vanaf 17 augustus
3 x een mail met de mini-cursus In 3 stappen voorbereid op je opruimacties. Overigens, ook als je dit na 17 augustus leest, kun je je nog inschrijven tot 1 september, je krijgt dan de mails nagestuurd.

En als bonus ontvang je ook nog gratis twee keer per maand mijn E-zine, met handige tips over organizing.

Schrijf je hier in voor de gratis mini-cursus In 3 stappen voorbereid op je opruimacties.

dinsdag 19 juli 2011

De mythe van discipline


Nog steeds hoor ik het veel mensen verzuchten: ik wil wel georganiseerd zijn, maar ik heb gewoon niet genoeg discipline. Omdat ze opruimen niet leuk vinden, maar toch vinden dat het moet, denken ze dat discipline de enige manier is om het voor elkaar te krijgen.

Laat ik het maar meteen zeggen: dat is onzin en het werkt niet. Als je alleen op discipline wilt opruimen, dan val je altijd terug. Je kunt wel een start maken met discipline, maar je houdt het nooit vol. Als je elke keer al je energie bij elkaar moet rapen om iets te doen, dan komt er een moment dat je niet veel energie hebt. En dan gaat het mis.

Het resultaat is dat je het gevoel hebt dat je tekort schiet, dat je het niet goed kunt en misschien wel dat je zelf niet goed genoeg bent. Je vertelt jezelf dat je gewoon te lui bent om op te ruimen. En je stapels groeien weer aan. Niet erg productief dus. Je motivatie daalt tot onder het nulpunt.

En dat is precies waar het wel om draait: motivatie. Dat is wat je aan de gang houdt en dat is wat je inspireert. Als je gemotiveerd bent om op te ruimen, dan doe je het, ook als je even geen zin hebt. Hoe zorg je voor motivatie?

Bepaal je wens

Onder je spullen ligt een wens verscholen. Je bent ergens naar op zoek, maar omdat je dat onbewust doet, heb je er veel spullen voor nodig. Zodra je weet wat je echte wens is, kun je daar je spullen op afstemmen.

Je wens kan heel concreet zijn, zoals een opleiding volgen, misschien verzamel je dan allemaal folders over workshops en cursussen. Als je weet wat je wilt, kun je al die folders wegdoen en aan een opleiding beginnen.

Het kan ook meer abstract zijn, zoals mensen willen ontvangen in je huis. In dat geval heb je misschien zoveel spullen in huis om te zorgen dat iedereen zich thuis voelt. Met als gevolg dat je niemand meer kunt ontvangen. Je schiet dan je doel voorbij.

De oplossing is om je af te vragen wat mensen nodig hebben om zich thuis te voelen en waarom jij denkt dat daar veel spullen voor nodig zijn.

Als je je wens helder hebt, dan inspireert dat enorm om aan de slag te gaan. Meer over je wens vinden lees je in mijn boek Opgeruimd leven in je huis.

Visualiseer dat je het doet

Sporters die geblesseerd zijn, kunnen doorgaan met trainen door zich voor te stellen dat ze oefeningen doen. Dat heeft zelfs invloed op hun spiermassa. Het klinkt ongelooflijk, maar dit wordt ondersteund door onderzoek.

Dat kun jij ook: stel je voor dat je aan het opruimen bent, dat je met plezier en een lekker tempo door je spullen heen gaat, dat je voor alles een goede bergplek vindt, dat je los kunt laten wat niet meer bij je past en dat je daar een goede bestemming voor vindt.

Stel je dus de handeling voor en niet het resultaat. Doe dat zo levendig mogelijk: met de geur van zeepsop, het stof dat van je boeken af komt, het vrolijke gevoel dat je er bij krijgt als je weer een deel hebt afgerond.

Hoe kun je er nou geen zin in krijgen?

Kijk naar wat je al gedaan hebt
Als je net begint met opruimen, dan is er nog veel te doen. Als je alleen daar naar kijkt, dan word je daar niet vrolijk van. Het lijkt alsof je helemaal niet opschiet en je krijgt de neiging om het maar op te geven. Dan helpt het om bij te houden wat je al gedaan hebt. Maak foto’s van de beginsituatie en vergelijk dat met hoe het nu is. Of maak een lijst met de dingen die je hebt gedaan, in plaats van een lijst met alles wat je nog moet doen. Zo zie je dat je wel degelijk vooruitgang boekt. Vier je resultaten, zodat je weer energie krijgt om ook de volgende stap te nemen.

Hou het doel voor ogen

Denk aan hoe je je voelt als het klaar is, wat een energie en ruimte het oplevert, wat je kunt doen met de ruimte als het opgeruimd is, je wens die je kunt realiseren. Dat helpt je over een motivatiedipje heen.

Als je al een tijdje bezig bent met organiseren, dan heb je al veel gedaan en helpt het je minder om te kijken naar wat al gedaan is. Je krijgt dan de neiging om je al tevreden te voelen: je hebt tenslotte al zoveel gedaan. Dan maak je de taak misschien niet af. Om je te zorgen dat je dan doorgaat kun je kijken naar hoe weinig je nog maar hoeft te doen. Je hoeft nog maar één stapeltje weg te werken en je hele administratie is opgeruimd. In dat geval, kun je nog best even aan die ene stapel gaan werken.

dinsdag 5 juli 2011

Help ik moet kiezen!


Mijn eerste digitale fotocamera is kapot. En omdat repareren tegenwoordig te duur is (zegt de verkoper), ben ik op zoek naar een nieuwe. Dat valt niet mee. Wat is een goede camera? Zijn er eigenlijk wel slechte camera’s? Wil ik veel zoom? Een camera met een eigen accu of toch liever gewone batterijen? En zo kan ik nog wel even door gaan. Ik kan de consumentengids raadplegen en kijken wat volgens hun de beste camera is, ik kan mensen om me heen vragen naar hun ervaringen.

Hoe meer informatie ik heb, hoe minder ik weet wat ik moet doen. De één heeft het over bedieningsgemak, de ander over het handige schermpje, waarop je zo goed je foto ziet. En weer een ander vindt het vooral handig om een zo klein mogelijke camera te hebben. Allemaal hanteren ze verschillende criteria, die allemaal belangrijk kunnen zijn.

Zolang ik zelf niet weet wat ik zelf belangrijk vindt, heb ik daar niet zoveel aan en wordt mijn verwarring alleen maar groter. Elk argument weegt even zwaar. Zo kom ik niet verder.

Ik kan pas bepalen wat ik wil als ik weet wat voor mij belangrijk is: een eenvoudige camera die ik makkelijk kan bedienen en die een behoorlijke accu heeft. Voor mij is een fotocamera niet zo heel belangrijk, het is gewoon een gebruiksvoorwerp. Ik kan dus volstaan met een niet al te duur toestel met alle standaardfuncties, maar ik hoef niets spannends. Dat betekent dat ik naar één winkel ga die redelijk gesorteerd is en niet te duur. Daar zoek ik een gangbare camera uit en laat ik me geen snufjes aansmeren. Klaar, ik kan weer fotograferen.

Je ziet in dit voorbeeld hoe je makkelijk in de war kunt raken bij een relatief simpele keuze. Ik pas een paar regels toe die me uit de verwarring halen:

Bepaal vooraf wat je wilt
Kiezen wordt veel makkelijker als je vooraf een paar randvoorwaarden vaststelt. Je hoeft niet alles te bepalen, maar kijk wel waar je aankoop in elk geval aan moet voldoen. Bij mij was dat ‘een eenvoudige camera, niet al te duur, zonder poespas’. Voor mezelf had ik er ook nog een prijs aan gehangen: rond de honderd euro. Dat beperkt de keuze al aanzienlijk. Hier geldt dus ook: hoe concreter hoe beter.

Gebruik vuistregels

Als je gaat kiezen kun je vuistregels gebruiken, zoals: ‘ik kies het meest gangbare model’ of ‘niet al te ingewikkeld’. In mijn geval gebruik ik vooral de regel dat een fototoestel voor mij niet al te belangrijk is, dus ik wil gewoon iets eenvoudigs wat ik makkelijk kan bedienen.

Dit kan natuurlijk net zo goed de andere kant op gaan. Als fotograferen je hobby is, dan wil je misschien juist het nieuwste van het nieuwste en extra lenzen en alle andere extra’s.

Beperk jezelf

Hoe meer modellen je ziet, hoe meer verwarring het vaak oplevert. Als je eenmaal weet wat je ongeveer wilt, dan kun je in veel gevallen naar één goed gesorteerde winkel gaan in jouw prijsklasse en daar gewoon je keuze maken. Als het om kleding gaat, dan kun je bijvoorbeeld naar drie van je favoriete winkels gaan en dan kiezen wat je het liefste wilt.

Als je nog niet weet wat je wilt, zoals ik in het begin, dan helpt het wel om je te informeren. Je hoort dan van anderen wat zij belangrijk vinden en je kunt dat gebruiken om te bepalen wat voor jou belangrijk is. Je kunt ook eerst in een paar winkels rondkijken zonder iets aan te schaffen. Zo zie je wat de mogelijkheden zijn en kun je bepalen wat jij wilt en wat je in elk geval niet wilt.

Hou wel het belang van de aanschaf in de gaten: voor een huis kijk je langer rond dan voor een nieuwe broek. En vuistregels gebruik je vooral voor aankopen die je wat vaker doet. Zo kun je in de supermarkt de vuistregel gebruiken dat je het huismerk koopt, tenzij dat je niet bevalt. Zo hou je energie over voor de grote, belangrijkere keuzes in het leven.

zondag 26 juni 2011

Vier valkuilen bij organizing


Als je begint met opruimen en organiseren liggen er een aantal valkuilen op de loer. Als je daar in valt, dan is de kans groot dat je al snel ontmoedigt raakt en het blijft bij een poging tot opruimen. Dat is zonde van je energie.

Daarom geef ik je hier vier belangrijke valkuilen bij organizing. Met de oplossing erbij natuurlijk, dan kun je er voortaan makkelijker herkennen en er omheen lopen:

Valkuil 1: In één keer je hele huis willen organizen
Als je zo’n groot project in één keer wilt aanpakken, dan is de kans dat je het redt niet zo groot. Je raakt het overzicht kwijt, ziet door de bomen het bos niet meer en hebt al snel het gevoel dat je toch niets opschiet.

Oplossing: Begin klein, zodat je meteen resultaat ziet
Begin met een kastje, een lade of een stapel, omschrijf heel duidelijk wat je precies wilt doen en wanneer (hoe laat en welke dag). Neem een project dat je in een uur tot hooguit twee uur kunt afronden. Deel die tijd op in telkens een half uur en las dan een pauze in. Dit is een haalbare actie en het resultaat motiveert je om door te gaan.

Valkuil 2: Beginnen met opbergmiddelen kopen
Je denkt misschien dat het fijn is om nu eerst eens een paar mooie mappen of goede dozen aan te schaffen. Als je dat doet voordat je gaat opruimen, dan is de kans groot dat je precies niet genoeg mappen hebt (en dan zijn ze er natuurlijk niet meer) of dat de dozen net niet het juiste formaat hebben.

Oplossing: Deel eerst je spullen in en kijk dan wat je nodig hebt
Als je eerst opruimt en sorteert, weet je precies wat je nodig hebt, hoe groot dat moet zijn en hoeveel je er nodig hebt. Dan is het natuurlijk heel erg leuk om jezelf te belonen met een paar mooie opbergmiddelen.

Valkuil 3: Op het geplande moment de opruimactie uitstellen
Je hebt het je voorgenomen, je hebt tijd gemaakt in je agenda. Het moment om op te ruimen is aangebroken en je merkt dat je helemaal geen zin hebt, je telefoon gaat of het is net mooi weer. Je bedenkt dat je net zo goed op een ander moment kunt opruimen.

Oplossing: Hou je aan je voornemen en ga aan de slag
Je staat op het punt om te starten met een verandering. Dat kan ongemakkelijk voelen, je bent misschien een beetje onzeker: kan ik het wel? Wat gebeurt er precies als ik alles heb opgeruimd? Dat is heel natuurlijk, iedereen heeft er last van. In het verleden heb je je daar misschien door laten tegen houden. Dat hoeft nu niet te gebeuren. Erken je onrust en je onzekerheid, maar ga wel aan de slag.

Valkuil 4: Langer doorwerken dan je je had voorgenomen
Als je dan eenmaal bent begonnen, dan is het verleidelijk om nog even door te werken, je bent nu net zo lekker op dreef. Voor je het weet heb je een maaltijd overgeslagen en is het donker buiten. Doodmoe plof je op de bank. Je bent er wel weer even klaar mee, dat opruimen!

Oplossing: Vieren dat je je actie hebt afgerond
Je had misschien de neiging om uit te stellen, maar dat heb je niet gedaan, je hebt gedaan wat je je had voorgenomen. Dat geeft een heerlijk gevoel. Je bent eigenlijk niet eens zo heel moe, dus je hebt nog energie over om iets aan je hobby te doen of lekker in de tuin te zitten. Je Dit voelt zo fijn, dat je meteen weer een nieuwe opruimactie inplant. Maar nu eerst tijd voor jezelf.

woensdag 15 juni 2011

To do list or not to do list?


To-do-lijsten zijn heel handig, maar ze hebben de neiging om steeds langer te worden en nooit af te zijn. Het lijkt wel of er nooit een eind aan komt.

Inderdaad, als je to-do-lijst een lijst is met al je acties die nu en binnenkort gedaan moeten worden, dan komt er nooit een eind aan. En misschien staan er ook nog wel dingen op die je later dit jaar moet doen: een locatie zoeken voor dat familiefeest begin 2012, je auto weer naar de garage brengen. Op die manier krijg je inderdaad de neiging om die hele lijst maar weg te gooien, want je hebt geen overzicht.

En dat was nou net wel de bedoeling van die hele to-do-lijst, dat je overzicht zou hebben over je acties. Weggooien hoeft niet, maar het is wel een goed idee om je lijst een kritisch te bekijken. Let op de volgende dingen:

Staan er alleen acties op?Veel to-do-lijsten bevatten naast acties ook projecten: ‘de zolder opruimen’, ‘administratie doen’ of ‘kindertekeningen uitzoeken’. Dat bestaat allemaal uit meer dan één actie. Als je de zolder op gaat ruimen, dan ga je bijvoorbeeld eerst alle kapotte apparaten bij elkaar zoeken en afvoeren, dan al het overgebleven hout bij elkaar leggen en uitzoeken wat je nog wilt bewaren, enz.

Schrijf alleen de eerste actie op je to-do-lijst. Is die actie gedaan? Bedenk dan wat de volgende actie is en zet die op je volgende to-do-lijst. Als je veel projecten doet, dan kan het handig zijn om een aparte projectenlijst bij te houden.

Staan er alleen acties op die anders zijn dan anders?
Dingen die je elke dag of elke week doet, hoeven niet op je to do lijst. Er staan alleen acties op die anders zijn dan anders. Je kinderen van school halen is dus geen to-do, dat doe je elke dag. Je moet er natuurlijk wel rekening mee houden als je je dag plant, maar de meeste mensen zullen het niet vergeten (als je dat wel vergeet, dan is er iets anders aan de hand, maar dan ligt het nog steeds niet aan je to-do-lijst).

Als je het moeilijk vindt om dagelijkse of wekelijkse acties te onthouden, maak dan een weekplanning en hang die aan de muur. Als je een bord met magneten koopt, dan kun je ook makkelijk je planning aanpassen als dat nodig is.

Staan er alleen acties op zonder datum?
Een actie met een datum en een tijdstip is een afspraak. Die staan niet op je to-do-lijst maar in je agenda en/of op de kalender. Ook die locatie voor dat familefeest kun je rustig in je agenda zetten. Bedenk wanneer je daar aan wilt beginnen, noteer het in die week en vergeet het verder, tot je het vanzelf tegenkomt in je agenda.

Staan er wensen op?
Sommige mensen zetten ook wensen op hun to do lijst, dingen die ze ooit willen doen: chocoladetaart uitproberen, studieboek lezen, naar het museum, dieet beginnen (na die chocoladetaart natuurlijk), dat soort dingen.

Vaak blijven die dingen heel lang op je lijst staan. Ze zijn niet echt urgent, je wilt ze een keer doen. Haal die dingen van je lijst af, tenzij je het echt deze week wilt doen. Als je ze toch in beeld wilt houden, maak dan een wensenlijst, een soort verlanglijstje voor jezelf. En soms kun je dit trouwens ook echt als verlanglijstje gebruiken, bij mij staan er ook vaak boeken en dvd’s op die lijst.

Als je overigens aan zo’n wens begint, kijk dan weer goed wat de eerste actie is die je gaat doen, want vaak zijn dit projecten. Het kan trouwens ook heel bevrijdend zijn om een aantal van deze wensen te laten vallen. Misschien hoef je dat serieuze boek helemaal niet te lezen en kun je ook wel buiten dat museum. En als je dat echt wilt, dan doe je het toch wel, ook als het niet op een lijstje staat.

Tijd om in actie te komen
Als het goed is heb je nu een lijst waar alleen echte acties opstaan voor de komende tijd. Kijk nu wat je echt deze week moet doen. Zet die op een weeklijst en plan elke dag een paar van die acties, liefst niet meer dan drie per dag. Zo hou je het leuk. Onthou: er is nooit genoeg tijd om alles te doen, maar altijd genoeg tijd voor het noodzakelijke.

woensdag 8 juni 2011

Hoe herken je een opruimachterstand?


Oké, je hebt wel wat spullen liggen, maar een achterstand? Zo zou je het niet willen noemen. Of toch? Hoe weet je eigenlijk of je een opruimachterstand hebt? Wanneer zit je in het stadium dat je nog wel ‘even snel’ alles weg kunt werken en wanneer niet meer?

Waarom zou je trouwens willen weten of je een opruimachterstand hebt? Omdat een achterstand vraagt om andere maatregelen. Dan ben je niet klaar als je even flink aan de slag gaat. Je hebt meer dan een paar uur werk. Dat vraagt planning en motivatie. Die komen vaak niet vanzelf, daar moet je wat voor doen. Daarom is het handig om te weten of je een achterstand hebt of niet.

Je kunt een opruimachterstand op twee manieren herkennen: aan praktische kenmerken en aan het gevoel dat je hebt bij je spullen.

Eerst de praktische kenmerken:

Je hebt een opruimachterstand als je geen onaangekondigd bezoek kunt ontvangen. Er liggen overal losse dingen en je hebt stapels. Je kunt niet even snel alles wat er ligt op z’n plek leggen, omdat sommige dingen geen plek hebben.

Opruimachterstanden kunnen ook minder zichtbaar zijn. Soms is het zo dat je kasten propvol zitten, er kan niets meer bij. En daarom leg je soms spullen op plaatsen waar ze niet horen. Gewoon omdat je verder nergens plaats hebt. Misschien zijn er kasten die je liever niet meer open doet, omdat er anders spullen uit vallen. Het kan ook zijn dat sommige lades niet meer dicht kunnen.

Of je bent al begonnen om dingen op de kasten te stapelen. Dat kan een prima manier zijn om extra bergruimte te creëren, maar niet als je dat doet met wankele stapels of allerlei losse spullen, dat ziet er heel onrustig uit.

En een derde manier om opruimachterstanden te herkennen is als je 1 of meerdere kamers in huis hebt waar je liever niet komt, omdat het er zo vol is. Dat kan ook de schuur/garage of de zolder zijn. Maar veel mensen hebben ook een kamer in huis die ze als rommelkamer gebruiken. Vaak hebben ze wel een plan voor die kamer. Als het ooit lukt om de kamer op te ruimen dan willen ze er bijvoorbeeld een hobbykamer of een meditatiehoek van maken. Maar dat gebeurt maar niet en dat is zonde en vaak ook frustrerend.

Als je een zolder of een garage hebt die is volgestouwd, dan heb je een opruimachterstand, want er zou op z’n minst ruimte moeten zijn om te lopen en ook om wat extra spullen op te slaan op het moment dat dat nodig is. Het voordeel is wel dat de achterstand geconcentreerd is in 1 ruimte. Je weet in elk geval waar je moet zijn.

Herken je jezelf al in deze beschrijving? Lees hier wat je er aan kunt doen.

Je herkent een opruimachterstand ook en vooral aan het gevoel dat je er bij hebt. Ook als je geen zichtbare stapels hebt, dan kun je je heel onrustig voelen, het gevoel hebben dat je nooit klaar bent, dat je altijd nog iets moet. Het kost je energie, omdat je steeds tegen jezelf zegt: nu ga ik het doen. Maar je doet het niet. En bewust of onbewust ben je daardoor teleurgesteld in jezelf. Je houdt je niet aan de afspraak die je met jezelf maakt en dat is niet goed voor je zelfvertrouwen. Als dat vaak gebeurt, dan word je er steeds onzekerder over of je het wel kunt.

Bovendien zie je steeds de spullen liggen die je nog moet opruimen. Zeker als dat stapels zijn die in het zicht liggen. Maar ook als je langs de kast loopt die je niet open kunt doen zonder dat er wat uit valt. En als je langs de trap naar de zolder loopt of als je langs de dichte deur loopt van je rommelkamer. Je ziet het dan wel niet, maar je weet dat het er is. En elke keer trekt het aan je.

Gevoelsmatig kost een opruimachterstand dus veel energie, je voelt je onrustig en niet prettig in je eigen huis.

Gelukkig kun je daar iets aan doen. Je kunt je opruimachterstand inlopen, zonder dat je je overweldigd hoeft te voelen en zonder dat je daar weken voor hoeft uit te trekken. Kom er achter hoe je dat doet in de gratis teletraining In 7 stappen naar een opgeruimd huis. Lees hier meer over de training.

Ik hoop je aan de telefoon te ontmoeten!

Hartelijke groeten,

Yvonne de Bruin
Opgeruimd Organizing


PS Je hebt een opruimachterstand als jij vindt dat het een achterstand is. Het gaat er dus om hoe jij je erbij voelt. Ook met weinig stapels en niet zulke volle kasten kun je je onrustig voelen. Trek je dus niets aan van wat anderen zeggen, maar luister naar je gevoel. Lees hier meer over de training en ontdek of het voor jou interessant is.

vrijdag 3 juni 2011

Aandachtig opruimen, ook als je geen zin hebt


Heb je vaak geen zin om op te ruimen en zie je er tegenop om aan een klus te beginnen? Je doet je opruimklussen met tegenzin, omdat ze ‘nou eenmaal moeten’. Je weet dat het hoort en dat het je wel iets oplevert, bijvoorbeeld een rustig gevoel omdat je je administratie hebt gedaan of een tevreden gevoel als je naar je lege, opgeruimde tafel kijkt. Maar dat is pas achteraf, eerst moet je het nog doen.

Je kunt er ook anders tegenaan kijken. Die tegenzin, die is er nou eenmaal, de klus is er nou eenmaal, maar als je met volle overtuiging aan de slag gaat, dan helpt dat enorm.

Je bereikt dat gevoel van overtuiging door de dingen met aandacht te doen. Als je met aandacht iets doet, dan ben je met je gedachten helemaal bij wat je op dit moment aan het doen bent. Je observeert wat er is in je omgeving en wat je gedachten daar over zijn. Dat doe je zonder een oordeel te hebben. Je stelt vast hoe het is en daar laat je het bij. En vervolgens doe je wat je moet doen.

En dan bedoel ik niet dat je ‘positief moet denken’. Dat zou betekenen dat je niet meer mag denken dat je geen zin hebt of dat je ergens tegenop ziet. Dat is geen doen, als ik je vraag om niet aan een roze olifant te denken, dan zie je in gedachten die olifant al voor je. Je gedachten en gevoelens over opruimen mogen er dus gewoon zijn.

Stel, je gaat je administratie organiseren. ‘Wat een troep!’ denk je bij jezelf, ‘Ik ben wel ontzettend lui dat ik dat niet eerder heb gedaan’. Dat maakt je zin niet groter. Kun je objectief kijken naar wat er is? In principe zijn er alleen stapels papier. Misschien had je die in theorie eerder op kunnen ruimen. Dat heb je niet gedaan en aangezien je de tijd niet terug kunt draaien, kom je niet verder als je jezelf daarover verwijten maakt. Dit is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan.

Je begint er mee door je woorden te veranderen, ook als dat niet zo voelt. In plaats van troep gebruik je meer neutrale woorden, zoals spullen of stapels. Ik was ooit bij iemand die sprak over ‘rommeldozen’. Op het moment dat we dat veranderden in ‘herinneringsdozen’ werd het voor haar een heel ander verhaal. Verander dus je woorden, dan veranderen je gedachten mee.

Stel dan vast dat je je er niet prettig over voelt dat die stapels er zijn. Dat komt goed uit, want je gaat nu aan de slag om de stapels kleiner te maken. Dat doe je met volle concentratie en aandacht bij de klus. Als je merkt dat je gedachten afdwalen, geen punt, goed dat je het merkt, dan focus je gewoon opnieuw op je administratie.

In het begin hou je dat misschien niet zo lang vol. Plan dus steeds korte periodes om met aandacht te werken en geef jezelf daarna een pauze. Begin klein, met 5 of 10 minuten, hooguit een kwartier. Neem daarna 5 tot 10 minuten pauze. En zo verder.

Na een tijdje merk je misschien dat je na 10 minuten nog makkelijk je aandacht erbij kunt houden. Dan maak je de periode wat langer. De maximale lengte is voor de meeste mensen 20 tot 30 minuten focus per keer. Maar het kan voor jou heel goed korter zijn.

Het mooie is, als je een klus je volle aandacht geeft, dan is het heel lastig om tegelijkertijd nog geen zin te hebben. Dat gaat gewoon niet samen, dat is geen ruimte voor, juist omdat je je helemaal op de klus richt die je aan het doen bent.

En denk nou niet achteraf: ‘verdorie, nou heb ik maar 2 tijdschriften weggedaan, da’s ook niet veel.’ Of ‘nou, dat kan ik duidelijk niet, met aandacht werken, ik hou het hooguit een minuut vol.’ Aandacht kun je trainen, je bent dus aan het oefenen om meer aandacht te hebben. Oefenen is je doel en niet zoveel mogelijk doen.

Misschien denk je ook: wat kan ik nou helemaal doen in 10 minuten? Dat is het mooie van aandacht: je krijgt daarmee veel meer voor elkaar dan je zou denken. Het valt me altijd weer op wat je kunt bereiken in een korte tijd van volle concentratie. Probeer het gewoon en laat je verrassen.

donderdag 19 mei 2011

Stop de stapels artikelen


Als je veel interesses hebt, dan lees je waarschijnlijk ook veel (vak)tijdschriften. En wil je ook veel van wat je gelezen hebt bewaren. Dat levert al snel stapels op. Stapels tijdschriften of stapels uitgescheurde artikelen. Wat doe je daarmee?

Je kunt twee van dergelijke stapels onderscheiden: de stapel met ongelezen tijdschriften en artikelen en de stapel al gelezen artikelen, waar je nog eens iets mee wilt.

De stapel ongelezen
Eén ding is zeker: er is altijd meer te lezen dan je tijd hebt. Het heeft dus ook weinig zin om te proberen alles te lezen. Zelf vind ik dat een bevrijdende gedachte: je kunt niet alles lezen, dat betekent dat het ook niet hoeft! Wees dus kritisch in wat je wel en niet op deze stapel legt en op wat je wel en niet leest.

Zorg vervolgens voor tijd om je stapel leesvoer weg te werken. Dat kun je doen door een leesuurtje in te plannen, bijvoorbeeld op zondagmiddag. Het is ook erg handig om altijd een leesmapje bij je te hebben, dan hoef je bij kapper geen roddelblad te lezen, maar kun je je eigen artikelen lezen. Ook op andere momenten dat je moet wachten kun je even een artikel lezen. Ongemerkt slinkt zo je stapel.

Als er toch dingen blijven liggen, bewaar dan geen kranten die ouder zijn dan een maand en geen tijdschriften ouder dan een half jaar. Ze heten niet voor niets dagbladen en tijdschriften. Ze zijn dus tijdgebonden en na een tijdje gewoon achterhaald en door nieuwe exemplaren vervangen. De kans dat je ze dan nog gaat lezen is minimaal.

De stapel gelezen
Als je artikelen eenmaal gelezen hebt, dan zijn er natuurlijk 2 mogelijkheden: de oud papierbak of je eigen archief of knipselsysteem. Bewaar in elk geval je artikelen op onderwerp en geen hele tijdschriften. En bewaren doe je alleen als artikelen echt onmisbaar zijn en als ze niet online beschikbaar zijn.

Echt onmisbaar zijn eigenlijk alleen artikelen die gaan over dingen waar je op dit moment mee bezig bent. Dat klinkt misschien streng, maar voor mij is het enige manier om de hoeveelheid een beetje in toom te houden. Als jij dus een beetje op mij lijkt, dan is het voor jou niet anders.

Ik bewaar alleen artikelen over onderwerpen die me op dit moment interesseren, waarvan ik zeker weet dat ik er de komende maanden iets mee ga doen. Of die passen bij een workshop die ik al geef. Artikelen dus die ik meteen een plek kan geven, want ze horen ergens bij: een workshop die ik geef of een project waar ik mee bezig ben.

Oké, ik geef het toe, ik heb een ontsnappingsmogelijkheid ingebouwd. Sommige onderwerpen interesseren me op de langere termijn en daar hou ik een apart hangmapje voor aan. Zo heb ik bijvoorbeeld in de loop der tijd een leuke verzameling artikelen opgebouwd over linkshandigheid. Uiteraard ben ik zelf linkshandig en daar wordt veel zin en onzin over geschreven. Altijd leuk om terug te kijken.

Ik heb het even gecheckt, ik heb 4 van die mapjes. Alle andere artikelen die ik heb, gaan over organizing en zitten per onderwerp bij elkaar. Dat zijn dingen als uitstelgedrag, gewoontes aanleren en keuzes maken. Allemaal onderwerpen waar ik regelmatig iets mee doe. Ontsnappen mag, maar doe dat niet te vaak.

Als je veel vaktijdschriften hebt en denkt dat je die allemaal moet bewaren, ga dan na hoe vaak je daar eigenlijk in kijkt. En als je dan iets zoekt, vind het dan maar eens terug in al die stapels. Grote kans trouwens dat de artikelen inmiddels verouderd zijn of dat je ze terugzoekt op internet. Veel sneller. Hetzelfde geldt trouwens voor bijvoorbeeld consumentengidsen en recepten: de informatie verouderd snel en je zoekt veel sneller dingen terug op internet.

Kortom: je kunt veel minder bewaren dan je denkt. Wees dus uiterst kritisch op welke artikelen je bewaart: alleen die onderwerpen die je binnen nu en 6 maanden gebruikt en alleen die artikelen die je niet terug kunt vinden op internet. Denk er altijd 3 keer over na voordat je een nieuw mapje maakt.

Praktisch gezien bewaar je de artikelen op onderwerp. Het kan zijn dat elk onderwerp een hangmap heeft, zoals bij mij. Of dat je een aantal onderwerpen bij elkaar in een map stopt. Harmonicamappen zijn hier heel geschikt voor. Een ordner kan ook, maar dat is net iets meer werk en dat kan een drempel zijn. Hangmappen en harmonicamappen zijn op een gegeven moment ook vol en dat geeft een soort ‘natuurlijke’ grens aan de hoeveelheid die je bewaart. Een automatisch signaal dat zegt: nu wordt het teveel, misschien moet er weer eens iets uit.

zaterdag 14 mei 2011

Weg met klusjes


Een paar maanden geleden schreef ik hier dat ik een aantal doelen had bereikt en aan het opruimen was en ook dat ik een aantal oude doelen had laten vallen (ook opruimen). Dat is allemaal heel lekker voor een tijdje, maar na een tijdje merkte ik dat ik geen kader had. Ik wist niet zo goed meer waarvoor ik aan het werk was. En zonder thema wordt alles een klusje.

Dat is natuurlijk precies wat ik vaak bij mijn klanten zie: ze hebben geen zin om op te ruimen omdat het losse klusjes lijken, ze weten niet waar ze het voor doen. Ik heb nu zelf weer ondervonden dat het niet uitmaakt wat de activiteit is, zelfs leuke dingen kunnen ‘klusjes’ worden.

In principe ben ik dol op mijn vak en doe ik alles wat daar mee te maken heeft graag. Maar ik had het gevoel dat ik mijn doelen wel bereikt had, dus wat is dan nog de reden om er hard aan te trekken? Waarom zou ik? In de vervelende klussen had ik al helemaal geen zin, maar zelf dingen die ik normaal leuk vindt verloren hun glans. Ik ging ook veel te veel tijd besteden aan dingen die ik normaal even tussendoor deed. Helemaal niet handig dus.

Met mijn verstand kon ik natuurlijk genoeg redenen bedenken om flink aan de slag te gaan, zoals promotie van het boek Opgeruimd leven in je huis en verhoging van mijn omzet (want dat mag best nog wat meer zijn). Maar het gaat niet om verstand, het gaat om gevoel. Ik ben te gedisciplineerd om mijn klusjes te laten verslonzen, maar ik had er ook geen lol meer in.

Tijd om mijn eigen advies maar eens toe te passen. Wat zou ik tegen een klant zeggen? En dan is het opeens weer simpel, ik zou zeggen: als je nog niet weet wat je wens is, maak dan de zoektocht naar die wens tot je doel. Dat is mijn kader: uitzoeken wat mijn nieuwe doel is, wat mijn volgende wens en uitdaging is. Hoe ik groter kan denken en wat ik wil realiseren.

Als ik dat eenmaal bedacht heb, weet ik ook wat ik moet doen: mezelf voeden. Ik hou van boeken, dus de eerste stap is om een stapel inspiratie uit de bibliotheek te halen. En ik geef me op voor een paar workshops, zakelijk, maar ook gewoon voor de lol. En zo maak ik het voor mezelf weer helder wat ik aan het doen ben. Ik ben niet zomaar wat aan het rommelen, ik ben op zoek naar een nieuw doel. Niks klusjes, het past allemaal in mijn zoektocht. En daarmee heb ik weer energie om dingen aan te pakken en ben ik weer gemotiveerd om in actie te komen.

vrijdag 6 mei 2011

Vier praktische redenen die opruimen lastig maken


Je weet heus wel dat je moet opruimen, maar toch doe je het niet, de stapels groeien steeds weer aan. Daar kunnen allerlei redenen voor zijn, die te maken hebben met emoties. Maar soms zijn er gewoon hele praktische redenen aan te wijzen waarom je niet opruimt:

1.Spullen hebben geen vaste plaats
Als je niet weet waar iets hoort, dan kun je het ook niet opbergen. Zo simpel is het. Zorg dus dat alles wat je huis in komt een bergplek heeft. Als je minder wilt kopen, dan kan dit je helpen: bedenk in de winkel of je wel plek hebt voor deze nieuwe aankoop. Zo niet, koop het dan niet.

2.Spullen hebben geen handige bergplek
Een handige bergplek is natuurlijk in de eerste plaats een plek die bereikbaar is. Als je eerst allerlei spullen opzij moet schuiven voor je iets op kunt bergen, dan is de kans groot dat dat niet gebeurt en dat je dus niet opruimt.

In de tweede plaats is de bergplek zo dicht mogelijk bij de plek waar je de spullen gebruikt. Stel dat je je administratie in je werkkamer opbergt, maar je rekeningen aan de keukentafel betaalt. Goeie kans dat je dan je administratiespullen op de keukentafel bewaart. Want als je net die rekening hebt betaald, denk je: ik laat het maar even staan, want morgen moet ik nog even wat doen. Je betaalde rekeningen gooi je maar even op een stapel in plaats van in de map waar ze horen. Want die map staat helemaal boven en dat doe je nog wel een keer. Voor je het weet is je keukentafel veranderd in een papierchaos.

In zo’n geval is het beter om je administratie op te bergen in de buurt van de keukentafel. Dan ruim je het tenminste op. En denk niet: ik doe mijn administratie voortaan wel boven. Je gewoonte om de administratie aan de keukentafel te doen is lastig te veranderen. Een paar mappen naar beneden verplaatsen gaat veel sneller.

3.Je weet niet precies wat je moet doen
Het is lastig om te beginnen met opruimen als je niet precies weet wat je moet doen. Dat is vaak het geval als je projecten op je actielijst zet. Staat er bijvoorbeeld op je actielijst ‘woonkamer opruimen’, dan is dat een project. En als je naar de woonkamer kijkt, dan is daar zoveel te doen, dat je het al niet meer weet. En dus begin je er maar niet aan en schuif je het project voor je uit.

Als op je actielijst staat ‘dvd-hoesjes en dvd’s verzamelen en de dvd’s in de juiste hoesjes doen’, dan weet je precies wat je moet doen. De kans dat je die actie gaat uitvoeren is veel groter dan ‘woonkamer opruimen’. Heb je dus acties die allang op je lijst staan en die je maar niet uitvoert, vraag je dan eens af of het misschien een project is. Zo ja, bedenk dan wat de eerste actie moet zijn en doe dat.

4.Je hebt geen routine
Sommige dingen gebeuren alleen als je er een vaste routine voor hebt. Dat geldt vooral voor de processen in huis: je post, de boodschappen, de was, dat soort activiteiten. Als je niet elke dag je post opent, dan heb je al snel een stapel papier waar je tegenaan hikt. Als je niet elke dag je vuile was in de wasmand gooit, dan weet je nooit wanneer je wasmachine vol is. En als je je maaltijden niet plant, dan ren je elke dag naar de supermarkt en kost boodschappen doen heel veel tijd.

Voor alle activiteiten die steeds terugkomen, kun je een routine inbouwen. Op die manier houd je het bij en hoef je geen grote opruimacties te houden. Met een routine zorg je dat het probleem in de kiem gesmoord wordt, sterker nog, er is helemaal geen probleem.

donderdag 28 april 2011

Vind je opruimkracht


Als je al vaak hebt geprobeerd om op te ruimen, dan valt het misschien niet mee om te geloven dat je het kunt leren. Je hebt het tenslotte al zo vaak geprobeerd en al die keren is het niet gelukt. Wat zou nog een boek of organizer je nou nog kunnen vertellen, dat je niet al weet?

Als je niet gelooft dat je kunt veranderen, dan is het natuurlijk heel moeilijk om die verandering te bereiken. Geloven dat je het kunt is een voorwaarde, zonder geloof in jezelf kom je nergens.

Misschien ben je in het verleden vol goede moed begonnen aan nieuwe opruimmethodes en heb je al vaak plannen gemaakt. Op dat moment geloofde je er wel in. Maar keer op keer ben je teleurgesteld, wat je ook probeert het lijkt maar niet te lukken.

Opruimen is een vaardigheid die iedereen kan aanleren*, jij dus ook. Maar dat kan ik nou wel zeggen, als jij je geloof kwijt bent, dan neem je dat natuurlijk niet van me aan.

Je eerste stap is om je geloof te herstellen. Dat kun je op een paar manieren doen:

Denk terug aan hoe je het vroeger deed
Ben je in het verleden wel eens opgeruimd geweest? Denk daar aan terug, wat deed je toen? Hoe voelde dat? Welke opruimroutines had je toen, die je bent kwijt geraakt?

Dat deed bijvoorbeeld Helma:

‘Ik heb er het meeste aan gehad dat we concreet aan het werk gingen. Doordat Yvonne er bij was kon ik er niet meer onderuit en moest ik wel aan de slag. Daardoor kon ik mijn weerstand om te beginnen overwinnen. Daarna kon ik het vasthouden, omdat ik weer terug kon vallen op mijn oude routine. Daarom kon ik na maar 2 uur weer zelf verder.’

Heb je geen opruimsuccessen om op terug te kijken? Denk dan aan andere (verander)projecten die je succesvol hebt afgerond, privé of op je werk. Iedereen verandert gedurende zijn/haar leven, je verandert van school, van baan, van huis. Dat betekent dat je het kunt, dus waarom niet met opruimen?

Kijk naar mensen die het ook gelukt is
Je bent niet de enige die hier mee worstelt. Anderen hebben het ook gedaan en het is ze gelukt, zoals Monique, die dacht dat ze nou eenmaal chaotisch was:

‘Ik heb lange tijd gedacht dat ik geen hulp nodig had, want ik had mezelf "wijsgemaakt" dat ik gewoon zo was: Een tikje chaotisch. Als ik probeerde een routine aan te leren, dan probeerde ik er teveel tegelijk te doen. Ik dacht altijd; als ik iets een week doe, dan zit het wel in mijn systeem. Jij hebt duidelijk gemaakt dat je jezelf ruim de tijd, volgens mij 2 maanden, moet geven, voordat een routine ook echt een routine is. Ik denk dat dit een "eye opener" is geweest voor mij.’

Laat je inspireren door die verhalen van mensen die ooit in dezelfde situatie zaten als jij. Als zij het kunnen, waarom zou jij het dan niet kunnen?

Laat je lichaamshouding je helpen
Misschien heb je wel eens gehoord van lachtherapie: gewoon lachen, zonder dat er iets grappigs gebeurt, daar wordt je vrolijker van. Dat is ook wetenschappelijk aangetoond: je lichaam kan je geest een zetje geven.

En zo heeft je houding invloed op hoe je je voelt. Wil je het gevoel krijgen dat je de opruimklus aankunt? Maak je groot en breed: rek je uit, spreid je armen, zet je benen een stukje uit elkaar. Bijkomend voordeel: je staat nu toch al, tijd voor actie.

Op dezelfde manier kan uptempo muziek je helpen om in actie te komen.

Niet denken, maar doen
Actie levert nog altijd het meeste resultaat. Als je elke dag een kleine actie doet, dan levert dat uiteindelijk meer op dat alle grootse plannen die je maakt. Maak elke dag 10 minuten of een kwartier vrij om op te ruimen. Weinig? Altijd nog meer dan dat je nu doet. Doe dit consequent en je zult al na een paar weken resultaat zien.

Vergeet het resultaat voor nu, dat is nog zover weg, dat motiveert je niet. Denk alleen aan je dagelijkse actie. Doe die en complimenteer jezelf als je het gedaan hebt.

*Voor sommige mensen is het wel lastiger dan voor anderen. Met bijvoorbeeld ADD of ADHD kan het heel veel moeite kosten.

woensdag 20 april 2011

Op voorraad


Afgelopen december had ik mijn krantenmand al bijna leeg geruimd, er zaten nog een paar tijdschriften en een paar kranten in. De afgelopen maanden was daar weer wat bijgekomen. Maar afgelopen weekend heb ik de mand echt helemaal opgeruimd. Er liggen nu alleen nog een paar uitgescheurde artikelen in voor in de trein, de komende week. Daar hoef ik hier dus niets mee.

Een vreemd gevoel dat ik ‘niets’ meer te lezen heb. Ik pak vaak even tussendoor een krant of tijdschrift om een klein stukje te lezen. Maar dat is er nu niet meer. Wat nu? Ik voel me een beetje onthand.

Ik dacht altijd dat ik kranten en tijdschriften bewaar omdat ik niets wil missen, wil weten wat er zoal speelt. Blijkbaar hebben ze ook nog een andere functie. En die ontdek ik pas nu mijn voorraad op is. Ze vullen gaatjes als ik even niets te doen heb.

Het voelt vreemd, maar geeft ook ruimte: ik ben in een boek begonnen wat er al heel lang lag, ik had al bijna opgegeven dat ik het nog zou gaan lezen. Pas nu er niets anders meer ‘hoeft’ geef ik mezelf toestemming om dat boek te pakken (dat niet direct nuttig is). En soms doe ik gewoon even helemaal niets. Ook lekker, beetje staren en lummelen. Doe ik anders ook niet.

Ik herinner me dat ik een soortgelijke ervaring had toen mijn mailbox voor het eerst leeg was, ook zoiets geks. Dan merk je pas dat al die mails staan voor ‘werk’, je hebt altijd iets te doen, als er maar mail is. Als dat opeens allemaal verwerkt is, dan moet je zelf na gaan denken over je prioriteiten. Lastig!

Een voorraad heeft altijd een functie. Vaak een nuttige functie, zoals de tube tandpasta die in de kast staat, voor als je huidige tube leeg is. Of het extra paar schoenen, omdat je soms op hakken wilt lopen en soms niet. Maar soms heeft een voorraad een hele andere functie: om je bezig te houden in loze ogenblikken, zoals mijn kranten. Om je het gevoel te geven dat je iets belangrijks aan het doen bent, zoals bij mijn mail.

Welke dingen hou jij op voorraad, zonder echt praktische reden? Is het de stapel Allerhandes, om lekker naar recepten te kijken? Wat zou je dan doen als je die niet had? Zijn het de 40 paar schoenen, omdat je altijd in de mode wilt zijn? Of al die handtassen omdat je tas altijd bij je schoenen moet passen?

Wat mis je eigenlijk als dat er niet meer is en welke ruimte krijg je dan? Misschien ga je wel echt koken als die Allerhandes weg zijn, omdat je niet gaat bladeren, maar een recept gaat verzinnen met wat er in de kast staat? Hou je enorm veel geld over als je een tijdje geen schoenen koopt en kun je dit jaar zorgeloos met vakantie? Of kom je eindelijk toe aan al die boeken die je al een tijd wilde lezen of heb je eindelijk tijd om aan dat boek te werken, zoals ik.

Je kunt het uitproberen, door je voorraad weg te doen, al is het maar tijdelijk. Stop alles in een doos en zet die uit het zicht. Kijk wat er gebeurt. Hoe voelt het? Wat mis je? Zijn dat de spullen zelf of alleen het gevoel dat ze vertegenwoordigen. In het laatste geval: neem dat gevoel serieus en kijk of je het kunt invullen zonder de spullen. Zie het als een interessant experiment en observeer je eigen reactie. Dat kan verrassende resultaten opleveren.

woensdag 13 april 2011

Stop de invasie!


Wat komt bijna ongemerkt jouw huis binnen?

Je kinderen hebben briefjes en tekeningen van school, de post wordt bezorgd en de gratis kranten zitten erbij, je neemt een folder mee uit de supermarkt en je koopt een tijdschrift. Op elke willekeurige dag komt er van alles je huis binnen, daar hoef je helemaal geen moeite voor te doen. Voor je het weet ontstaan zo stapels van bijvoorbeeld folders en kranten waar je nog even naar wilt kijken.

Het lijkt misschien een soort natuurwet dat er spullen je huis in komen. Maar dat is het natuurlijk niet. In werkelijkheid laat je al die spullen naar binnen. Dat betekent dat je er ook invloed op uit kunt oefenen. En dat is gunstig.

Als je zorgt dat er minder je huis binnen komt, dan hoef je ook minder te organiseren, zo simpel is het. Wees dus alert op wat er binnen komt en kritisch op wat je binnen laat, dat scheelt later weer een hoop werk.

Dat doe je in de eerste plaats door te observeren. Wat komt er zoal binnen? Hoeveel is het eigenlijk? Wat voor dingen zijn het? Kies je er bewust voor of laat je het gebeuren? Moet dat allemaal binnenkomen? Een week lang observeren en noteren kan je al een hoop inzicht geven. Wat gebeurt er met je als je iets wilt kopen? Wil je het echt, ga je er iets mee doen? Is dat tijdschrift een impulsaankoop omdat je je even niet zo prettig voelt of is het echt iets wat je graag wilt lezen? Is dat kledingstuk iets wat je echt gaat dragen of is het eigenlijk een troostaankoop?

De volgende stap is om te kijken welke dingen je misschien niet meer binnen wilt laten en hoe je dat voor elkaar kunt krijgen. Je kunt impulsaankopen bijvoorbeeld voorkomen door even een rondje te lopen voordat je het echt koopt. Denk even na over de reden van je aankoop. Wil je het dan nog steeds en is er een goede reden, dan kun je het doen. Anders niet. Een andere manier is om vooraf te bedenken wat je gaat kopen en je daar aan te houden. Maak dus altijd een lijstje van wat je wilt. Ook als je gaat shoppen voor kleding. Je bent dan meer gefocust op die dingen die op je lijstje staan en bent minder geneigd om iets te kopen wat je toch niet gaat dragen of wat je budget te boven gaat.

Een andere manier om te zorgen dat er minder je huis binnen komt is om bepaalde regels in te stellen: neem geen folders mee als je ergens bent, tenzij je echt concreet plannen hebt voor een workshop of cursus. Kijk online naar de aanbiedingen van de supermarkt of bekijk de folder voordat je boodschappen doet en doe ‘m daarna weg. Je kunt er ook een routine van maken om oude folders weg te doen op het moment dat je nieuwe ontvangt.

Als je een nee/nee of een ja/nee sticker op de brievenbus plakt, dan voorkom je voor een groot deel dat er ongewenst drukwerk je huis binnen komt. Die stickers kun je aanvragen bij je gemeente of milieudefensie. Geadresseerde reclamepost kun je altijd gewoon wegdoen of terug sturen. Meer werk, maar effectiever is om de betreffende organisatie te vragen om je van hun verzendlijst te halen.

Denk ook aan spullen die je kunt lenen. Boeken is een voor de hand liggend voorbeeld, die hoef je niet te kopen, je kunt ze lenen uit de bibliotheek. Maar ook gereedschap is vaak te leen of te huur. Waarom zou je een apparaat kopen dat je maar eens in de paar jaar gebruikt? Hetzelfde geldt misschien voor gourmetsets of andere kookspullen die je maar zelden gebruikt. Goede kans dat er iemand in je omgeving is die het ook bijna niet gebruikt. En als het geen gourmetset is, dan misschien wel een kaasfondue. Heb je gelijk een verrassende maaltijd.

Wees dus steeds alert op wat er je huis binnenkomt, wil je dat echt binnen hebben? Bedenk: hoe minder er binnen komt, hoe makkelijker je het ook weer op kunt bergen. En je kunt vaak met een beetje creativiteit makkelijk zorgen dat spullen niet of niet meer binnen komen. Je kunt er zelfs een soort sport van maken, dan wordt het nog leuk ook.

maandag 28 februari 2011

Focus op afleiding


Je hebt je stellig voorgenomen om nu echt eens flink door te werken aan die opruimklus. Het moet er nu echt een keervan komen! Maar wat gebeurt er? Je bent nog geen 5 minuten bezig of je oog valt op de vaatwasser die uitgeruimd moet worden, je computer ‘pingt’ dat er e-mail is. Of je komt een kaartje tegen dat je had moeten invullen en versturen, gelijk maar even doen dan. En als je dan toch naar de brievenbus loopt, kun gelijk wel even boodschappen doen.

Papieren sorteren is al helemaal hopeloos. Meteen als je een krant of tijdschrift oppakt, valt je oog op een interessant artikel, even lezen. Voor je het weet is de dag voorbij en heb je weer niet gedaan wat je van plan was. Je raakt er door ontmoedigd en misschien probeer je na een tijdje niet eens meer om te beginnen. En dat zou jammer zijn.

Veranderingen trekken nou eenmaal je aandachtHou er rekening mee dat het heel natuurlijk is om afgeleid te raken. Als er iets veranderd in je omgeving, dan trekt je aandacht daar automatisch naartoe. Of het nou de ping is van je e-mail of het rode lichtje van je wasmachine. Je moet daar bijna wel op reageren.

Toen wij mensen nog op de savanne leefden, was dat ook heel nuttig: een verandering of een plotselinge beweging kon immers op gevaar duiden. Dus als je wilde overleven, was het wel zo handig om daar alert op te zijn.

Wil je voorkomen dat je steeds wordt afgeleid door nieuwe dingen, zorg dan voor zo min mogelijk veranderingen. Maak je omgeving zo rustig mogelijk: zet je telefoon en je e-mailprogramma uit, sluit je internetbrowser af en doe de deur van je kantoor of werkkamer dicht,als dat kan. Hoe minder bewegende of oplichtende dingen in je omgeving hoe beter.

Een plan helpt en aantekeningen ookEen plan voor je dag en voor je week helpt om je aandacht bij een klus te houden. Als je al vooraf weet dat je aan het eind van de middag boodschappen gaat doen, dan kun je die brief gewoon klaarzetten om later mee te nemen. Je hoeft ‘m dan niet meteen weg te brengen.

Een vast moment in de week (of meerdere momenten) voor administratieve klussen helpt ook. Dan hoef je die brief niet eens meteen in te vullen. Je legt ‘m dan gewoon bij de administratieve klussen en je weet dat je hem vanzelf weer tegenkomt.

Als je een routine hebt voor steeds terugkomende klussen, dan kun je daar dus op vertrouwen en hoef je je niet steeds af te laten leiden. Je weet dat het toch wel komt.

Natuurlijk heb je ook veel losse klussen en die schieten je vaak net te binnen als je iets anders gaat doen. Hou daarom een aantekenblok bij de hand en schrijf de klus op als je er aan denkt. Reserveer elke dag een uur om aan die losse klussen te werken, op een moment dat het jou uitkomt, bijvoorbeeld aan het begin of einde van de dag of net na de lunch. Zo hoef je niet bang te zijn dat je iets vergeet, je schrijft het immers allemaal op. Maar ondertussen kun je wel gewoon doorwerken aan je opruimklus.

Focus kun je trainenOndanks bovenstaande tips kan het in het begin lastig zijn om je concentratie te bewaren en door te gaan met je activiteit. Als je niet gewend bent te focussen, dan kost dat in het begin moeite. Maar je kunt dit trainen. Hoe vaker je het doet, hoe makkelijker het wordt. Signaleer het gewoon als je je af laat leiden. Veroordeel jezelf niet, het is tenslotte iets natuurlijks en je bent het nog aan het trainen. Merk op wat er gebeurt, bedenk wat je ook al weer aan het doen was en ga daarnaar terug. Je zult merken dat dat na een tijdje steeds makkelijker wordt.

woensdag 16 februari 2011

Knutsel jezelf georganiseerd


Misschien denk je bij schrijven of knutselen eerder aan meer dan aan minder spullen. Toch kan het je helpen om overzicht te krijgen. Ter illustratie het verhaal van Marleen en Tim en hun ‘spullenboek’.

Marleen is een actieve moeder van drie jonge kinderen, de oudste is zeven. Ze heeft in de loop van de jaren een heleboel spullen verzameld voor creatieve hobby’s: schilderspullen, kaligrafeerpennen, stofjes, papier, etc. Het komt er maar zelden van en eigenlijk zou ze al die spullen wel weg willen doen. Het neemt een hoop ruimte in en nu ze drie kinderen hebben is die ruimte er eigenlijk helemaal niet meer. Toen ze nog geen kinderen hadden heeft Marleen als copywriter gewerkt, zij houdt van mooi vormgegeven beelden.

Daarnaast staan er op zolder en in diverse kamers meubelen van haar schoonouders die zijn overleden en van haar eigen ouders die kleiner zijn gaan wonen. Ook heeft ze nog spullen geërfd van een overleden tante. Het lijkt wel of al die dingen altijd bij haar terecht komen.

Haar man Tim werkt als leraar en heeft een studeerkamer die overvol is. Daarnaast bewaart hij ook nog allerlei lesmateriaal op zolder. Tim houdt verder erg van koken, waardoor de keuken vol staat met pannen (en de gangkast) en zijn verzameling kookboeken in de woonkamer staat. En oh ja, tussendoor doet Marleen onderzoek voor een boek dat ze wil schrijven. Ook daarvoor liggen veel papieren in huis. En dan hebben we het nog niet eens gehad over het kinderspeelgoed, - tekeningen en –kleertjes.

Kortom, Marleen en Tim zijn de draad kwijt. Zoveel spullen in huis, kan gewoon niet, het huis puilt uit. Maar alles lijkt even belangrijk en ze weten niet hoe ze moeten kiezen.

Als ik bij ze aan de keukentafel zit dan vertellen ze met veel enthousiasme over hun projecten en met veel gevoel over de familiestukken die ze in huis hebben. Ik merk duidelijk dat het niet zomaar spullen zijn die ze hebben.

Ik vraag ze om hun huis, alles wat er in zit en de verhalen daarbij vorm te geven met tekst en beeld. Dat kan in een collage, een fotoreportage, een verhaal, een mindmap, een film of een diavoorstelling, wat ze maar willen. Marleen en Tim vinden dit een merkwaardige opdracht, niet echt wat ze verwacht hadden van een organizer. Maar het spreekt ze toch ook wel aan, ze beginnen meteen te brainstormen en allerlei ideeën uit te wisselen.

Als ik twee weken later weer bij ze ben, dan hebben ze een soort album gemaakt met collages en verhalen. Elke kamer heeft zijn eigen beeld en zijn eigen verhaal. Het is echt prachtig en ze vonden het ook nog eens heel leuk om aan te werken.

Tot hun eigen verbazing zijn ze tijdens het schilderen, plakken, fotograferen en schrijven al begonnen om spullen de deur uit te doen. Een deel van de meubelen van familieleden is van zolder verdwenen. Een paar mooie stukken hebben ze een plek in hun huis gegeven. Marleen heeft een groot deel van haar hobbyspullen losgelaten, behalve datgene wat ze voor het album heeft gebruikt.

Ze zijn nog niet klaar, maar Tim heeft al wel besloten zijn archief op school te gaan bewaren en de meeste kookboeken op zolder te bewaren, daar is nu ook ruimte voor. Uiteraard blijven de veelgebruikte kookboeken beneden.

Door het verhaal van hun spullen te vertellen in woorden en beelden konden Marleen en Tim afstand nemen van de spullen. Bovendien ontstond als vanzelf structuur in het geheel. Je kunt namelijk geen verhaal vertellen zonder structuur, zelfs als je dat met een collage doet. Ze kregen daardoor meer oog voor wat ze belangrijk vinden (een fijn huis voor hun gezin).

Hun herinneringen zijn nu vastgelegd in het ‘spullenalbum’, zoals ze het zelf noemen. Daarom is het minder belangrijk om alles te bewaren en kunnen ze een keuze maken. Marleen kon al haar creativiteit kwijt in het project en hoefde dus geen ongebruikte creatieve spullen meer te bewaren.

Zo kan schrijven of knutselen je een hoop plezier opleveren, maar ook een opgeruimder leven.

woensdag 19 januari 2011

Als ik iets opberg, kan ik het niet meer vinden


Ben je ook zo iemand die niets durft op te bergen, omdat je bang bent dat je het daarna niet meer terug vindt? Of omdat je bang bent dat je vergeet om het te doen?

Misschien heb je in het verleden de ervaring gehad dat je uiteindelijk een keer aan het opruimen bent en vervolgens je spullen niet meer terug kunt vinden? Daardoor kun je gemakkelijk ontmoedigd raken om nog te beginnen aan opruimen.

Als je gewend bent om alles in het zicht te hebben liggen, dan kan het een hele omschakeling zijn om dingen voortaan op te bergen en op een andere plek te zoeken. Je bent er immers aan gewend om spullen in stapels te hebben liggen.

Berg op waar je gebruikt
De eerste stap is om te bedenken wat in welke ruimte van je huis hoort. Berg spullen zoveel mogelijk op in de ruimte waar je ze gebruikt. Dat is makkelijk onthouden. Kijk daarbij naar wat je werkelijk doet en niet wat je zou willen.

Doe je je administratie altijd aan je eettafel? Maak dan bergruimte in de buurt van de eettafel. Ook als je vindt dat je je administratie eigenlijk in je studeerkamer ‘zou moeten’ doen. Het is vaak makkelijker om je bergruimte aan te passen dan je gewoontes. Nu hoef je alleen nog maar te onthouden waar je je activiteit altijd uitvoert en je weet waar je spullen liggen.

Gebruik je spullen in meerdere ruimtes? Berg ze dan op waar je ze het meest gebruikt of schaf meerdere exemplaren aan. Dat kan bijvoorbeeld heel goed met scharen, pennen en schoonmaakmiddelen. Zet gewoon een set schoonmaakspullen in de keuken en in de badkamer en je hebt het altijd bij de hand.

Doe het stap voor stap
Berg nu je spullen stap voor stap op. Begin met één soort dingen, die je samen op één plek legt. Leg bijvoorbeeld al je kranten voortaan in een mand of al je post in een bakje of hangmap. Wacht tot je daar aan gewend bent en bedenk dan een plek voor iets anders, bijvoorbeeld je hobbyspullen.

Maak het zichtbaar zonder de stapels
Wil je toch dingen in het zicht houden, omdat je nu eenmaal visueel bent ingesteld? Maak dan een mindmap of een collage met je huis er op, waarop je kunt zien wat je waar hebt opgeborgen. Je kunt het er op schrijven of je kunt er een afbeelding, tekening of foto op plakken. Zo heb je het beeld om je te helpen, maar niet de stapels. Als je van lijstjes houdt, dan kun je uiteraard ook opschrijven wat je waar opbergt. Maak bijvoorbeeld een prikbord met een overzicht per kamer.

Meer weten over logisch opbergen? Schrijf je in voor de gratis teletraining Introductie Opruimen stap voor stap.