donderdag 28 april 2011

Vind je opruimkracht


Als je al vaak hebt geprobeerd om op te ruimen, dan valt het misschien niet mee om te geloven dat je het kunt leren. Je hebt het tenslotte al zo vaak geprobeerd en al die keren is het niet gelukt. Wat zou nog een boek of organizer je nou nog kunnen vertellen, dat je niet al weet?

Als je niet gelooft dat je kunt veranderen, dan is het natuurlijk heel moeilijk om die verandering te bereiken. Geloven dat je het kunt is een voorwaarde, zonder geloof in jezelf kom je nergens.

Misschien ben je in het verleden vol goede moed begonnen aan nieuwe opruimmethodes en heb je al vaak plannen gemaakt. Op dat moment geloofde je er wel in. Maar keer op keer ben je teleurgesteld, wat je ook probeert het lijkt maar niet te lukken.

Opruimen is een vaardigheid die iedereen kan aanleren*, jij dus ook. Maar dat kan ik nou wel zeggen, als jij je geloof kwijt bent, dan neem je dat natuurlijk niet van me aan.

Je eerste stap is om je geloof te herstellen. Dat kun je op een paar manieren doen:

Denk terug aan hoe je het vroeger deed
Ben je in het verleden wel eens opgeruimd geweest? Denk daar aan terug, wat deed je toen? Hoe voelde dat? Welke opruimroutines had je toen, die je bent kwijt geraakt?

Dat deed bijvoorbeeld Helma:

‘Ik heb er het meeste aan gehad dat we concreet aan het werk gingen. Doordat Yvonne er bij was kon ik er niet meer onderuit en moest ik wel aan de slag. Daardoor kon ik mijn weerstand om te beginnen overwinnen. Daarna kon ik het vasthouden, omdat ik weer terug kon vallen op mijn oude routine. Daarom kon ik na maar 2 uur weer zelf verder.’

Heb je geen opruimsuccessen om op terug te kijken? Denk dan aan andere (verander)projecten die je succesvol hebt afgerond, privé of op je werk. Iedereen verandert gedurende zijn/haar leven, je verandert van school, van baan, van huis. Dat betekent dat je het kunt, dus waarom niet met opruimen?

Kijk naar mensen die het ook gelukt is
Je bent niet de enige die hier mee worstelt. Anderen hebben het ook gedaan en het is ze gelukt, zoals Monique, die dacht dat ze nou eenmaal chaotisch was:

‘Ik heb lange tijd gedacht dat ik geen hulp nodig had, want ik had mezelf "wijsgemaakt" dat ik gewoon zo was: Een tikje chaotisch. Als ik probeerde een routine aan te leren, dan probeerde ik er teveel tegelijk te doen. Ik dacht altijd; als ik iets een week doe, dan zit het wel in mijn systeem. Jij hebt duidelijk gemaakt dat je jezelf ruim de tijd, volgens mij 2 maanden, moet geven, voordat een routine ook echt een routine is. Ik denk dat dit een "eye opener" is geweest voor mij.’

Laat je inspireren door die verhalen van mensen die ooit in dezelfde situatie zaten als jij. Als zij het kunnen, waarom zou jij het dan niet kunnen?

Laat je lichaamshouding je helpen
Misschien heb je wel eens gehoord van lachtherapie: gewoon lachen, zonder dat er iets grappigs gebeurt, daar wordt je vrolijker van. Dat is ook wetenschappelijk aangetoond: je lichaam kan je geest een zetje geven.

En zo heeft je houding invloed op hoe je je voelt. Wil je het gevoel krijgen dat je de opruimklus aankunt? Maak je groot en breed: rek je uit, spreid je armen, zet je benen een stukje uit elkaar. Bijkomend voordeel: je staat nu toch al, tijd voor actie.

Op dezelfde manier kan uptempo muziek je helpen om in actie te komen.

Niet denken, maar doen
Actie levert nog altijd het meeste resultaat. Als je elke dag een kleine actie doet, dan levert dat uiteindelijk meer op dat alle grootse plannen die je maakt. Maak elke dag 10 minuten of een kwartier vrij om op te ruimen. Weinig? Altijd nog meer dan dat je nu doet. Doe dit consequent en je zult al na een paar weken resultaat zien.

Vergeet het resultaat voor nu, dat is nog zover weg, dat motiveert je niet. Denk alleen aan je dagelijkse actie. Doe die en complimenteer jezelf als je het gedaan hebt.

*Voor sommige mensen is het wel lastiger dan voor anderen. Met bijvoorbeeld ADD of ADHD kan het heel veel moeite kosten.

woensdag 20 april 2011

Op voorraad


Afgelopen december had ik mijn krantenmand al bijna leeg geruimd, er zaten nog een paar tijdschriften en een paar kranten in. De afgelopen maanden was daar weer wat bijgekomen. Maar afgelopen weekend heb ik de mand echt helemaal opgeruimd. Er liggen nu alleen nog een paar uitgescheurde artikelen in voor in de trein, de komende week. Daar hoef ik hier dus niets mee.

Een vreemd gevoel dat ik ‘niets’ meer te lezen heb. Ik pak vaak even tussendoor een krant of tijdschrift om een klein stukje te lezen. Maar dat is er nu niet meer. Wat nu? Ik voel me een beetje onthand.

Ik dacht altijd dat ik kranten en tijdschriften bewaar omdat ik niets wil missen, wil weten wat er zoal speelt. Blijkbaar hebben ze ook nog een andere functie. En die ontdek ik pas nu mijn voorraad op is. Ze vullen gaatjes als ik even niets te doen heb.

Het voelt vreemd, maar geeft ook ruimte: ik ben in een boek begonnen wat er al heel lang lag, ik had al bijna opgegeven dat ik het nog zou gaan lezen. Pas nu er niets anders meer ‘hoeft’ geef ik mezelf toestemming om dat boek te pakken (dat niet direct nuttig is). En soms doe ik gewoon even helemaal niets. Ook lekker, beetje staren en lummelen. Doe ik anders ook niet.

Ik herinner me dat ik een soortgelijke ervaring had toen mijn mailbox voor het eerst leeg was, ook zoiets geks. Dan merk je pas dat al die mails staan voor ‘werk’, je hebt altijd iets te doen, als er maar mail is. Als dat opeens allemaal verwerkt is, dan moet je zelf na gaan denken over je prioriteiten. Lastig!

Een voorraad heeft altijd een functie. Vaak een nuttige functie, zoals de tube tandpasta die in de kast staat, voor als je huidige tube leeg is. Of het extra paar schoenen, omdat je soms op hakken wilt lopen en soms niet. Maar soms heeft een voorraad een hele andere functie: om je bezig te houden in loze ogenblikken, zoals mijn kranten. Om je het gevoel te geven dat je iets belangrijks aan het doen bent, zoals bij mijn mail.

Welke dingen hou jij op voorraad, zonder echt praktische reden? Is het de stapel Allerhandes, om lekker naar recepten te kijken? Wat zou je dan doen als je die niet had? Zijn het de 40 paar schoenen, omdat je altijd in de mode wilt zijn? Of al die handtassen omdat je tas altijd bij je schoenen moet passen?

Wat mis je eigenlijk als dat er niet meer is en welke ruimte krijg je dan? Misschien ga je wel echt koken als die Allerhandes weg zijn, omdat je niet gaat bladeren, maar een recept gaat verzinnen met wat er in de kast staat? Hou je enorm veel geld over als je een tijdje geen schoenen koopt en kun je dit jaar zorgeloos met vakantie? Of kom je eindelijk toe aan al die boeken die je al een tijd wilde lezen of heb je eindelijk tijd om aan dat boek te werken, zoals ik.

Je kunt het uitproberen, door je voorraad weg te doen, al is het maar tijdelijk. Stop alles in een doos en zet die uit het zicht. Kijk wat er gebeurt. Hoe voelt het? Wat mis je? Zijn dat de spullen zelf of alleen het gevoel dat ze vertegenwoordigen. In het laatste geval: neem dat gevoel serieus en kijk of je het kunt invullen zonder de spullen. Zie het als een interessant experiment en observeer je eigen reactie. Dat kan verrassende resultaten opleveren.

woensdag 13 april 2011

Stop de invasie!


Wat komt bijna ongemerkt jouw huis binnen?

Je kinderen hebben briefjes en tekeningen van school, de post wordt bezorgd en de gratis kranten zitten erbij, je neemt een folder mee uit de supermarkt en je koopt een tijdschrift. Op elke willekeurige dag komt er van alles je huis binnen, daar hoef je helemaal geen moeite voor te doen. Voor je het weet ontstaan zo stapels van bijvoorbeeld folders en kranten waar je nog even naar wilt kijken.

Het lijkt misschien een soort natuurwet dat er spullen je huis in komen. Maar dat is het natuurlijk niet. In werkelijkheid laat je al die spullen naar binnen. Dat betekent dat je er ook invloed op uit kunt oefenen. En dat is gunstig.

Als je zorgt dat er minder je huis binnen komt, dan hoef je ook minder te organiseren, zo simpel is het. Wees dus alert op wat er binnen komt en kritisch op wat je binnen laat, dat scheelt later weer een hoop werk.

Dat doe je in de eerste plaats door te observeren. Wat komt er zoal binnen? Hoeveel is het eigenlijk? Wat voor dingen zijn het? Kies je er bewust voor of laat je het gebeuren? Moet dat allemaal binnenkomen? Een week lang observeren en noteren kan je al een hoop inzicht geven. Wat gebeurt er met je als je iets wilt kopen? Wil je het echt, ga je er iets mee doen? Is dat tijdschrift een impulsaankoop omdat je je even niet zo prettig voelt of is het echt iets wat je graag wilt lezen? Is dat kledingstuk iets wat je echt gaat dragen of is het eigenlijk een troostaankoop?

De volgende stap is om te kijken welke dingen je misschien niet meer binnen wilt laten en hoe je dat voor elkaar kunt krijgen. Je kunt impulsaankopen bijvoorbeeld voorkomen door even een rondje te lopen voordat je het echt koopt. Denk even na over de reden van je aankoop. Wil je het dan nog steeds en is er een goede reden, dan kun je het doen. Anders niet. Een andere manier is om vooraf te bedenken wat je gaat kopen en je daar aan te houden. Maak dus altijd een lijstje van wat je wilt. Ook als je gaat shoppen voor kleding. Je bent dan meer gefocust op die dingen die op je lijstje staan en bent minder geneigd om iets te kopen wat je toch niet gaat dragen of wat je budget te boven gaat.

Een andere manier om te zorgen dat er minder je huis binnen komt is om bepaalde regels in te stellen: neem geen folders mee als je ergens bent, tenzij je echt concreet plannen hebt voor een workshop of cursus. Kijk online naar de aanbiedingen van de supermarkt of bekijk de folder voordat je boodschappen doet en doe ‘m daarna weg. Je kunt er ook een routine van maken om oude folders weg te doen op het moment dat je nieuwe ontvangt.

Als je een nee/nee of een ja/nee sticker op de brievenbus plakt, dan voorkom je voor een groot deel dat er ongewenst drukwerk je huis binnen komt. Die stickers kun je aanvragen bij je gemeente of milieudefensie. Geadresseerde reclamepost kun je altijd gewoon wegdoen of terug sturen. Meer werk, maar effectiever is om de betreffende organisatie te vragen om je van hun verzendlijst te halen.

Denk ook aan spullen die je kunt lenen. Boeken is een voor de hand liggend voorbeeld, die hoef je niet te kopen, je kunt ze lenen uit de bibliotheek. Maar ook gereedschap is vaak te leen of te huur. Waarom zou je een apparaat kopen dat je maar eens in de paar jaar gebruikt? Hetzelfde geldt misschien voor gourmetsets of andere kookspullen die je maar zelden gebruikt. Goede kans dat er iemand in je omgeving is die het ook bijna niet gebruikt. En als het geen gourmetset is, dan misschien wel een kaasfondue. Heb je gelijk een verrassende maaltijd.

Wees dus steeds alert op wat er je huis binnenkomt, wil je dat echt binnen hebben? Bedenk: hoe minder er binnen komt, hoe makkelijker je het ook weer op kunt bergen. En je kunt vaak met een beetje creativiteit makkelijk zorgen dat spullen niet of niet meer binnen komen. Je kunt er zelfs een soort sport van maken, dan wordt het nog leuk ook.