dinsdag 17 augustus 2010

Een verhaal over berenhuiden


Nooit de huid verkopen, voordat de beer geschoten is, zo luidt het gezegde. Het lijkt wel alsof veel mensen alleen het eerste deel van dit gezegde hebben onthouden: de huid blijft gewoon in huis. Ook als ze al tien beren hebben geschoten, houden ze nog vast aan die eerste huid die ze geschoten hebben. Het was tenslotte de eerste!

En dat kan toch niet de bedoeling zijn. Want als die beer dan eenmaal geschoten is, dan is het toch wel handig om er wat aan te verdienen, anders is de moeite voor niks geweest. En hoeveel huiden wil je eigenlijk in je huis hebben liggen? Nou vooruit, bewaar er één voor slechte tijden, als appeltje voor de dorst en één om zelf lekker warm onder te liggen. Maar meer heb je niet nodig en gebruik je ook niet.

Omdat je die huid nou toevallig zelf geschoten hebt, hoef je ‘m nog niet tot in de eeuwigheid te bewaren. En ook huiden die je hebt gekregen van je vrienden of je oma, mag je best doorgeven. Als ze allemaal in een hoekje op een stapel liggen, komt de mot er maar in en dat was toch ook niet wat je oma wilde, ze was er zelf altijd zo zuinig op. Dan kun je beter iemand anders een plezier doen met die huid.

Zelf kun je een foto als herinnering houden van elke huid die je hebt geschoten of gekregen. Schrijf er iets bij en zo hou je een mooi compact overzicht van al je huiden. Tegelijkertijd breng je ze weer in roulatie en doen ze waar ze voor bedoeld zijn: mensen warm houden.

Geen opmerkingen: