dinsdag 21 december 2010

Een bank met ideeën


Vandaag hoorde ik de commercial weer op de radio over de bank met ideeën. Het is nog mijn eigen bank ook. Ik vroeg me opeens af of ik dat wel wil, een bank met ideeën. Wil ik niet gewoon een bank die mijn geld bewaart en dat weer beschikbaar stelt als ik dat wil? Gewoon wat een bank hoort te doen, in feite. Doe gewoon één ding en doe dat goed.

Maar zijn wij mensen vaak niet net als die bank, eigenlijk? We doen allerlei dingen, maar vaak net niet wat we moeten doen. En we doen ook nog eens heel veel tegelijk, net als die bank. Terwijl ook voor ons geldt: één ding goed doen, dat is veel beter.

Wat ik bedoel is dat multitasken niet werkt. Wij zijn er erg slecht in om twee dingen tegelijk te doen. Twee dingen die weinig concentratie vragen, dat gaat nog wel: muziek luisteren en strijken of aardappelen schillen. Dat gaat nog wel. Maar autorijden en telefoneren wordt al een stuk moeilijker. Om nog maar te zwijgen van een kind aankleden en ondertussen je mail checken. Of telefoneren en ondertussen die nota afschrijven of dat mailtje. Het werkt allemaal niet.

Als je twee dingen tegelijk doet, dan moeten je hersenen steeds heen en weer switchen tussen die twee taken, want echt tegelijk, dat kunnen ze niet. En dus doe je beide dingen maar half. Je maakt fouten, die je dan later weer moet herstellen en dat kost nog veel meer tijd. En ondertussen word je ook nog eens doodmoe van dat voortdurend heen en weer gaan tussen twee of meer taken.

Ben je elke avond doodmoe en heb je het gevoel dat je niets bereikt hebt? Probeer dan eens een dag één ding tegelijk te doen. Zet je mail en je telefoon een tijdje uit en maak dat rapport af. Geef je kind alle aandacht bij het aankleden of ontbijten. Maak er een rustig ritueel van en kijk wat er gebeurt. Goeie kans dat jullie je allebei veel beter voelen en wie weet gaat het nog gemakkelijker ook. En als je je dan aan het eind van de dag moe voelt, dan weet je tenminste hoe het komt en wat je bereikt hebt.

donderdag 9 december 2010

Een voorschot op 2011


Ik merk de laatste weken dat ik stiekem al een beetje vooruit aan het kijken ben naar het nieuwe jaar. Misschien is dat omdat ik alweer heel wat workshops en lezingen gepland heb aan het begin van het jaar. Dan vraag je je vanzelf af wat je nog meer wilt doen. En mijn belangrijkste doelen voor dit jaar zijn gehaald, dat heb ik al eerder geschreven.

Natuurlijk geniet ik daar nog even van, dat ons boek is gepubliceerd daar geniet ik elke dag nog van, eigenlijk. Maar ook de andere zaken die ik gerealiseerd heb, komen in gedachten nog regelmatig voorbij. Omdat ze recent zijn, zoals de eerste teletraining of omdat ik er tevreden over ben, zoals workshops en netwerkactiviteiten. Ook praktische dingen geven me een goed gevoel, zo ben ik er bijvoorbeeld heel blij mee dat ik mijn boekhouding dit jaar eerder heb ingeleverd dan vorig jaar.

Maar ondertussen heb ik alweer heel veel plannen voor volgend jaar. Ik heb alvast een lijstje gemaakt, zoals ik dat eigenlijk elk jaar doe. Meestal doe ik dat wat later, maar nu heb ik dat lijstje dus al voor december.

En ik merk dat het me inspireert. Ik wil er alvast mee aan de slag. En dus heb ik alvast wat voorbereidende acties in de agenda gezet. Een brainstormgesprek, een kennismakingsgesprek, een cursus die ik wil volgen. Ik wil ook iets veranderen aan mijn sites en ik realiseer me nu dat ik dat misschien beter dit jaar nog kan doen, dat kan me volgend jaar flink wat geld schelen.

Zo neem ik alvast een voorschot op 2011. Ik zet een aantal acties alvast in de steigers, als het ware. En dat voelt goed. Alsof ik een voorsprong neem op het jaar. Natuurlijk hou je jezelf een beetje voor de gek en maakt het helemaal niet uit wanneer je al die dingen doet. Maar ik merk dat dit voor mij werkt, dat het me een lekker gevoel geeft en dat ik er actief van wordt. Dus wat maakt het dan uit, dat ik mezelf voor de gek hou? Het helpt me de winter door, want terwijl buiten de sneeuw valt, verwarm ik mezelf met nieuwe plannen.

woensdag 1 december 2010

De maand van de inspiratie


Doordat ik begin november even weg was naar een warme plek, heb ik een beetje het gevoel dat ik de herfst heb overgeslagen. En dat is nou net een favoriet seizoen van me met al die mooie kleuren. Maar toen ik terugkwam waren de bomen ineens kaal en was het winters koud. En daar word ik niet zo blij en energiek van.

Dus hoog tijd om de energie ergens anders vandaan te halen. Shoppen ligt natuurlijk voor de hand in deze tijd van het jaar. En ik moet bekennen dat ik dat ook wel een beetje gedaan heb. Ik heb voor mezelf een kerstpakketje gemaakt met een stapeltje boeken en dvd’s.

Maar de meeste inspiratie haal ik uit ervaringen. En dat geldt voor de meeste mensen. Spullen raak je snel aan gewend. De eerste weken ben je er helemaal blij mee, maar na een tijdje wordt het hoe dan ook gewoon. Zelfs aan die iPad raak je na een tijdje gewend.

Ervaringen daarentegen, blijven je altijd bij. Zeker als het dingen zijn die je niet zo vaak doet of zelfs helemaal voor het eerst doet. Die onthoud je en je kunt er steeds weer aan terug denken. Ik heb natuurlijk die vakantie om aan terug te denken. Dus de eerste stap is om de foto’s en de filmpjes te bekijken en om daar iets mee te doen.

Maar ik ben ook al een beetje vooruit aan het denken naar 2011, voor mijn bedrijf. En dus plan ik daarvoor ook alvast wat leuke activiteiten in december: een cursus die ik wil volgen, wat teletrainingen voor nieuwe inzichten. En ik ga voor mezelf ook wat dingen doen, gewoon omdat ik daar zin in heb. Naar het museum, een workshop mozaïek volgen. Niet omdat het nuttig is, maar omdat het leuk is.

Zo kijk ik uit naar een hele leuke decembermaand, gevuld met activiteiten die ik graag wil doen. Ik noem het de maand van de inspiratie. Toegegeven, dat heb ik niet zelf bedacht, fotografe Else Kramer bracht me op het idee.


Nou is december voor de meeste mensen al tamelijk druk,
maar niets weerhoudt je ervan om in januari de maand van de inspiratie te plannen. Dan kun je nu alvast voorpret hebben en nadenken over wat jou inspireert. En misschien wordt vanaf nu wel elke maand de maand van de inspiratie. Of zou dat dan ook weer wennen?

dinsdag 23 november 2010

Vier handige weetjes over tijd


Timemanagement geeft je allerlei tips om efficiënter met je tijd om te gaan, maar het is ook handig om een paar dingen te weten over tijd. Sommige daarvan zijn zelfs in een wet gegoten. Het zijn bepaalde eigenschappen van tijd of eigenlijk hoe wij met tijd omgaan. Handig om te weten:

1. Je hebt altijd minder tijd dan je denkt
Als je een afspraak maakt voor over 2 maanden en je kijkt in je agenda en ziet nog niets staan, dan is het heel moeilijk om je voor stellen hoe druk je het dan zult hebben. Je hebt zo te zien tijd genoeg. En dus denk je dat je best die taart kunt bakken, op kunt passen, een vergadering bijwonen en notulen uitwerken.

Als het zover is, dan zit je gegarandeerd helemaal vol met activiteiten. Toen je die afspraken maakte, was je even vergeten dat je ook nog je vaste sportavonden hebt en dat in die periode altijd extra activiteiten van je werk vallen. Dat stond nog niet in je agenda. Eigenlijk zijn wij mensen er helemaal niet zo goed in om vooraf in te schatten hoeveel tijd we eigenlijk hebben. Dat is één van de redenen dat je het altijd zo druk hebt: vooraf denk je dat het wel meevalt en daarom plan je vaak te veel.

Bedenk dus altijd vooraf hoeveel avonden per week je bijvoorbeeld beschikbaar hebt en plan niet te veel tegelijk. Je agenda lijkt nu leeg, maar dat is hij over 2 maanden zeker niet meer.

2. Alles duurt altijd langer dan je denkt
Dat is de Wet van Hofstadter.Zelfs als je rekening houdt met de Wet van Hofstadter dan duurt het nog langer dan je denkt. Reserveer daarom anderhalf keer zoveel tijd als je denkt nodig te hebben. Hou je tijd over: prima, tijd voor een pauze en een andere klus. Heb je tijd tekort dan veroorzaakt dat stress. Dit kun je op alles toepassen: taken, projecten, voorbereiding op een vergadering of je vakantie, maar ook op reistijd, mails checken of typen en vooral internetten. Heel misschien geldt het niet voor taken die je vaak doet, zoals eten koken. Als je al heel vaak boerenkool hebt gemaakt, dan weet je wel hoe lang het duurt. Gewoontes vallen er ook buiten en maken dus je planning gemakkelijker.

3. Er zijn altijd ad hoc klussen en activiteiten die tussendoor komen
Je weet natuurlijk niet precies wat het is, anders kon je het wel inplannen. Maar je weet zeker dat er altijd iets gebeurd: je kind valt met de fiets, je afspraak gaat niet of je krijgt opeens een grote opdracht, je moeder belt. Het kan van alles zijn. Hou daar rekening mee in je planning.

Reserveer bijvoorbeeld 40 procent van je tijd voor onverwachte acties. Die 40 procent plan je dus niet vol. Hou een tijdje bij welk deel van je tijd je voor onverwachte dingen gebruikt. Dat verschilt per persoon, soms is het misschien 20 procent, maar het kan ook 100 procent zijn. En soms heb je opeens een rustige dag en gebeurt er niks, kun je lekker werken aan al die actiepunten waar je nooit aan toe komt.

4. Werk duurt net zolang als er tijd voor beschikbaar is
Dit heeft meneer Parkinson bedacht en daarom heet het de wet van Parkinson. Misschien heb je ook wel eens heel veel tijd voor een klus. Gegarandeerd dat die klus dan ook zoveel tijd kost. Maar als je heel snel iets moet leveren, dan lukt het vaak ook nog. Je kunt dus iets op een snelle manier en een uitgebreide manier doen.

Natuurlijk is het fijn als je nog eens een tweede keer naar een tekst of een plan kunt kijken. Maar het wordt meestal niet veel beter als je er een derde en een vierde keer naar kijkt. Zorg dus dat je genoeg tijd hebt, maar geef jezelf niet teveel tijd om een klus uit te voeren. Het helpt als je tijd afbakent in plaats van taken, reserveer een bepaalde tijd voor een klus, in die tijd moet het af.

vrijdag 15 oktober 2010

In 5 stappen naar een opgeruimde keuken


De keuken is een belangrijke plek in je huis. In zekere zin is het zelfs het centrum van je huis. Want het is de plek waar je voedsel klaarmaakt om jezelf en je gezin te voeden.

Klaarmaken van eten kan ook je geest voeden: als je groente snijdt kun je dat zien als een soort meditatie, je hoeft even aan niets te denken, behalve aan het snijden zelf, anders gaat het mis. En ook afwassen kan heerlijk zijn, een prima manier om even bij te praten met je partner of kind. En ook als je het alleen doet, dan kun je even de dag de revue laten passeren en daarna weer ontspannen aan je avond beginnen.

En een opgeruimde keuken helpt je om gezonder te eten. Als je keuken een rommeltje is en je kunt nergens bij, dan ga je niet zo snel koken en grijp je misschien eerder naar een kant en klaar maaltijd of ga je buiten de deur eten. Je bent al moe als je thuis komt en als je dan eerst nog eens de vuile vaat moet wegwerken, dan nodigt dat niet uit om te gaan koken.

Alle reden dus om je keuken ruim en overzichtelijk te houden. Met de volgende vijf stappen kom je al een heel eind:

1. Maak je aanrecht zo leeg mogelijk
Je aanrecht is je voornaamste werkplek in je keuken. Als dat volstaat met overbodige spullen, dan kun je al niet makkelijk starten met koken. Zorg dus dat er maar een paar spullen opstaan en dat spullen zijn die in de keuken horen en die je vaak gebruikt. Denk aan bijvoorbeeld een koffiezetapparaat, een broodrooster, een messenblok en een kan met houten lepels. Kijk wat voor jou handig is om direct bij de hand te hebben. Als je geen koffie drinkt, dan haal je je koffiezetapparaat alleen tevoorschijn als je bezoek krijgt. Als je sporadisch brood roostert, dan staat je broodrooster in de kast.

2. Houd je aanrecht schoon en leeg
Als je iets gebruikt hebt en het is vuil, dan zet je het op het aanrecht, logisch. Maar zorg dat dit niet teveel wordt en in de weg gaat staan. Zorg dus tenminste een keer per dag dat alle vuile spullen worden schoongemaakt en weggezet. Als je een afwasmachine hebt, dan kun je vuile spullen daar meteen in zetten. Zorg dan dat daar ook plaats voor is: ruim schone vaat uit de afwasmachine en zet het weg. Zo kun je nieuwe vuile spullen meteen weer kwijt.

3. Doe ongebruikte spullen weg
Deze tip kun je uiteraard in je hele huis toepassen, maar de keuken is echt zo’n plek waar zich apparaten verzamelen die je nooit gebruikt. En als je ze nooit gebruikt, zijn ze overbodig. Ook als je denkt dat je graag brood wilt bakken of zelf pasta wilt maken, als je het in de praktijk nooit doet dan staan die broodbakmachine en die pastamaker alleen maar ruimte in te nemen. En die ruimte kun je wel beter gebruiken.

Hetzelfde geldt voor die mooie glazen die je nooit gebruikt: neem ze in gebruik of doe ze weg. En ook al het servies waar een schilfertje af is. Waarschijnlijk heb je meer dan genoeg bekers, kopjes en borden. Dus gebruik alleen de hele en doe alles wat kapot is weg.

4. Doe overbodige ingrediënten weg
Je kent het wel (ik wel in elk geval): je maakt een keer een recept en daarvoor koop je een ingrediënt wat je verder nooit gebruikt, bijvoorbeeld kruiden. Het recept maak je vervolgens nooit meer en het potje kruiden staat weg te kwijnen in je kast. Of je krijgt een kerstpakket en je denkt: oh, leuk dat ga ik een keer maken. Vervolgens komt het er nooit van. Al die dingen worden er niet lekkerder op, dus loop je keuken door op ongebruikte ingrediënten. Als ze nog goed zijn, kun je ze eventueel doneren aan een vriend(in) of familielid. Maar misschien is het beter om ze maar meteen weg te doen. En dat geldt zeker voor spullen die over de datum zijn.

5. Kook uit voorraad
Veel mensen weten niet eens precies wat ze in voorraad hebben. En vaak is dat veel te veel: 8 pakken pasta, 6 potten bonen, heel veel sauzen en genoeg hagelslag om een heel weeshuis te voorzien. Kijk voordat je boodschappen doet eens wat je in voorraad hebt en welke maaltijden je daarmee kunt samenstellen. Maak er een sport van om zo min mogelijk te kopen en toch elke dag een andere maaltijd te serveren. Vergeet ook niet om in je vriezer te kijken.

Natuurlijk is het handig om wat spullen in voorraad te hebben, maar dat hoeft echt niet zoveel te zijn. Winkels bevoorraden ook pas als het nodig is, omdat voorraad geld kost. In jouw geval is het ruimte die wordt ingenomen, waar je misschien iets anders mee kunt doen. De vuistregel die je kunt aanhouden voor je etensvoorraad is: één in gebruik en één in voorraad. Als je je voorraad aanspreekt, zet je het op je boodschappenlijst en vul je je voorraad aan. Zo kom je nooit zonder te zitten.

dinsdag 5 oktober 2010

Jouw beste moment


Soms ruim je fluitend op. Soms valt alles je zwaar en komt er niets uit je handen. Dat heeft alles te maken met het moment van de dag en de week. Het ene moment is beter geschikt om op te ruimen dan het andere. Dat kun je vaak vooraf al bepalen.

Iedereen heeft een bepaald ritme in de dag en het is handig als je daarvan gebruik maakt. Het meeste duidelijke verschil is dat tussen ochtend- en avondmensen: bij de eerste hoef je na vier uur ’s middags niet meer aan te komen, de tweede wordt dan net een beetje wakker. Niet iedereen heeft zo’n uitgesproken voorkeur.

De meeste mensen zijn zo tussen tien uur ’s ochtends en één uur ’s middags het meest productief. Ik hoor daar zelf ook bij. Dan doe ik meestal klussen waarbij ik na moet denken: columns schrijven, nieuwe producten bedenken en dergelijke. Folders printen of boeken in enveloppen stoppen, daar heb ik minder concentratie bij nodig, dus dat kan ook later op de dag. Toen ik nog op kantoor zat, probeerde ik vaak bijeenkomsten na de lunch te plannen: als je met anderen praat, val je minder snel in een dip.

Ook als je gaat opruimen en organiseren is het handig om rekening te houden met je ritme. Je kunt het beste gaan opruimen als:

- Je veel energie hebt en in een goed humeur bent
Dat is het goede moment om aan bijvoorbeeld je administratie te beginnen. Je kunt nu dingen aan, waar je normaal tegenop ziet. Ik heb dit zelf bijvoorbeeld als het net lente wordt, dan barst ik van de energie. Pas wel op dat je niet zo lang doorgaat dat je goede humeur helemaal weg is.

- Je in een dipje zit
Dat lijkt in tegenspraak met de vorige tip, maar dat is het niet. Je moet alleen een ander soort opruimklussen aanpakken. Begin nu niet aan de administratie, maar doe iets waarbij je in beweging moet komen: haal een plank met boeken leeg, vouw al je wasgoed op, breng spullen naar een tweedehands winkel. Beweging is de beste remedie tegen een dip (veel beter dan suiker). En dan kun je dat net zo goed met een opruimklus combineren.

- Je gefrustreerd bent
Als je ergens van baalt of gefrustreerd over bent, dan heb je overtollige energie. Je kunt die gebruiken om tegen je vriend(in) tekeer te gaan, maar je kunt die energie ook voor iets nuttigs inzetten: het hele huis stofzuigen, de schuur uitruimen, die hele rommelkamer uitmesten. Bijkomend voordeel is dat je beslissingen in deze stemming meestal net iets radicaler zijn dan anders. Goeie kans dat je ook makkelijker dingen wegdoet dan anders.

- Je ‘een bevlieging’ hebt
Soms heb je van die momenten, dat je er ineens helemaal niet meer tegen kunt, dat je schoon genoeg hebt van al die bende! Je moet gewoon aan de slag, omdat je er niet meer tegen kunt. Maak maximaal gebruik van die stemming. Voor je het weet heb je een hele kamer opgeruimd of een auto vol spullen naar de kringloop gebracht.

Natuurlijk zijn er ook momenten dat je juist beter niet aan de slag kunt gaan: als je boos of verdrietig bent, dan neem je geen goeie beslissingen, dus ga dan liever buiten wandelen of rennen. En ook als je echt moe bent en niet alleen een dipje hebt, dan kun je beter niet gaan opruimen. Als je echt moe bent, kun je beter gaan slapen.

Als je dus wilt gaan opruimen, let dan goed op je energieniveau en pas je activiteiten daarop aan. Dat maakt het weer een beetje makkelijker.

woensdag 15 september 2010

Je belangrijkste gewoonte voor een opgeruimd leven


Goede gewoontes helpen je om je opgeruimder te voelen. Eén van de beste gewoontes die je kunt hebben is menuplanning. Menuplanning betekent dat je vooraf bedenkt wat je gaat eten. niet voor één dag, maar voor meerdere dagen vooruit. Dat betekent ook dat je een boodschappenlijstje maakt, zodat je de ingrediënten in huis hebt om je planning uit te voeren.

Veel mensen halen dagelijks of hooguit voor twee dagen eten in huis en bepalen pas in de supermarkt wat ze gaan koken. Er zijn meerdere redenen waarom dat minder handig is:

1. Het kost veel tijd, omdat je minstens drie keer per week naar de supermarkt gaat.

2. Het kost geld omdat je vaak niet precies weet wat je in voorraad hebt als je in de supermarkt staat. Daardoor koop je te veel. Bovendien geldt: hoe vaker je in de supermarkt komt, hoe meer je uitgeeft. Je ziet namelijk altijd wel een aanbieding of iets wat je handig lijkt om in voorraad te hebben. Als je vlak voor het eten gaat winkelen is het risico op extra aankopen helemaal groot, omdat je dan al trek hebt.

3. Het maakt je onrustig en kost veel energie, omdat je bijna dagelijks moet nadenken over wat je nu weer moet eten. Je denkt er aan als je op je werk zit, misschien bel of mail je erover met je partner.

Als je dit verandert, geeft je dat veel rust en energie die je voor andere dingen kunt inzetten.

De eerste stap naar een menuplanning is een lijstje met menu's. Ga er eens rustig voor zitten en bedenk wat je vaak eet. Als je een partner en kinderen hebt, laat die dan meedenken. Bedenk ook wat je vroeger altijd lekker vond of kijk eens rond op internet voor inspiratie. Het is niet de bedoeling dat je ingewikkelde recepten verzameld, maar juist maaltijden die je eenvoudig kunt maken: aardappelen met groente, pasta, rijst, enzovoort. Als je een overzichtje hebt gemaakt, hang dat dan ergens op.

Als tweede stap bepaal je twee momenten in de week, waarop het handig is om boodschappen te doen, door jou of je partner. In het ideale geval heb je een moment waarop je zoveel mogelijk de weekboodschappen doet en een moment waarop je nog wat verse ingrediënten haalt voor de dagen die overblijven. Maak hier zoveel mogelijk een vaste gewoonte van op vaste momenten. Verander die momenten alleen als het echt niet anders kan.

Nu ga je bepalen wat je de komende week gaat eten. De hele week. Hou rekening met de dagen dat je laat klaar bent met werken of dat je juist vroeg weg moet om te sporten of voor een vergadering. En je houdt natuurlijk ook rekening met de activiteiten van de overige gezinsleden. Het is handig om daar wekelijks even voor te gaan zitten, zodat je van elkaar weet waar iedereen wanneer uithangt. Misschien heb je al zo'n wekelijks agendaoverleg. Zo niet, dan is het handig om dat in te voeren.

Pas je maaltijden aan op jullie agenda's: lekker snel als er weinig tijd is om te koken en misschien meer verse spullen als je wat meer tijd hebt. Je maaltijdlijst geeft je inspiratie als je het even niet meer weet.

Je weet nu wat je gaat eten, dus kun je ook bepalen wat je daarvoor nodig hebt. Bepaal voor elke maaltijd wat je aan ingrediënten nodig hebt. Kijk eerst wat je nog in huis hebt en maak dan je boodschappenlijstje voor wat je nog nodig hebt. Als je het mist om af en toe spontaan te beslissen wat je gaat eten, kun je altijd na een tijdje kijken of je kunt schuiven met maaltijden of zelfs ingrediënten, dan kun je tijdens de week nog wat wijzigingen aanbrengen. Je kunt ook bewust een dag in de week niet plannen en gewoon maar zien wat je doet.

Het belangrijkste is dat je jezelf de gewoonte aanleert om vooraf na te denken wat je gaat eten en wat je daarvoor nodig hebt. Binnen dat kader kun je na een tijdje vanzelf weer wat flexibiliteit aanbrengen. Maar dat kan alleen als je eerst gewend bent aan het plannen van je maaltijden en je boodschappen.

Klaar, nu weet je voor de hele week wat je gaat eten. Omdat je ook precies weet wanneer je boodschappen doet, hoef je verder nergens meer over na te denken. Dat scheelt enorm.

woensdag 8 september 2010

Ontdek je emotionele lijm


In het boek Opgeruimd leven in je huis gaat het er om dat je ontdekt wat bij je past: welke spullen, welke opruimmethode het beste bij jou past op dit moment. Op dit moment betekent dat je als eerste stap spullen uit het verleden loslaat die nu niet meer bij je horen. Bij een ander opruimen is meestal veel makkelijker. Omdat je bij spullen van een ander geen emoties hebt, kun je veel beter zien wat wel en niet handig en leuk is om te bewaren.

Emotionele lijm is iets wat iedereen heeft. Het is dus ook niet slecht. Maar het gaat allemaal om het evenwicht tussen spullen met goede herinneringen, die je wilt bewaren en spullen die minder belangrijk voor je zijn en die je dus weg kunt doen.

Ter illustratie vertel ik iets over mijn eigen emotionele lijm. Ik bewaar bijvoorbeeld een knikkerzak. Niet echt een fraai of waardevol ding, hij is grijs en van hele saaie stof. Maar deze knikkerzak is gemaakt door mijn opa, die kleermaker was. Het ding is onverwoestbaar, ik heb ‘m al bijna veertig jaar. En ik zal ‘m ook nooit wegdoen, ik vind het een leuke, fijne herinnering aan mijn opa. Hij hangt momenteel in mijn werkkamer aan een kast, vastgeplakt, zou je kunnen zeggen met positieve emotionele lijm. Niks mis mee.

Net als mijn beer, die al vanaf mijn geboorte van mij is. Ook die heeft een mooi plekje, waar ik ‘m regelmatig zie, als herinnering aan mijn kindertijd. Het is fijn om zo nu en dan terug te denken aan het verleden en deze voorwerpen helpen me om er even bij stil te staan. Net als een paar fotoboeken die ik heb. Veel heb ik niet nodig om een hele reeks aan herinneringen op te roepen.

Anders is het met spullen die ik gewoon nooit meer gebruik. Laatst kwam ik mijn oude, analoge fotocamera tegen, die lag nog ergens in een doos, keurig met het hoesje erbij. Tja, het is mijn allereerste fotocamera en ik heb er leuke vakanties mee beleefd. Maar het is wel zeker dat ik ‘m nooit meer ga gebruiken. Waarschijnlijk zijn er niet eens meer filmpjes voor te krijgen. De foto’s die ik ermee gemaakt heb, zijn er nog en daar gaat het om. De camera zelf gaat weg, ik breng ‘m naar een fotowinkel, zodat hij hopelijk gerecycled kan worden. Die is niet zo moeilijk.

Lastiger wordt het met het beeldje dat op de foto staat. Toen ik jonger was had ik veel meer frutsels op mijn kamer staan en dit beeldje paste daar bij. Ik heb het gekregen van een goede vriend en het herinnert me aan een bepaalde periode in mijn leven. Daar zitten veel goede herinneringen en een paar minder goede aan.

Ik kijk dus met wat gemengde gevoelens naar dit beeldje. Voor die goede herinneringen heb ik ook nog een hoop andere spullen, dus daar hoef ik dit niet voor te bewaren. Dit is echte emotionele lijm: ik zou het eigenlijk weg moeten doen, maar ik vind het toch lastig. En zeg nou zelf, het is een schattig beeldje. Maar ik doe het toch weg, want het past nu niet meer bij mij. En de periode waar het bij hoort is inmiddels afgesloten.

Om het te fotograferen, haalde ik het beeldje van z’n plaats en ik merkte meteen dat dat het makkelijker maakte om er afstand van te doen. Alleen doordat ik het naar een andere kamer verplaatste, maakte ik letterlijk de afstand groter tussen mij en het beeldje. Daardoor kan ik het nu wegdoen. En als ik er toch even aan terug wil denken, dan heb ik altijd nog de foto.

Alle foto's bij dit blog vind je op mijn site onder actueel.

Meer over het boek Opgeruimd leven in je huis kun je lezen op www.opgeruimdleven.nu.

dinsdag 17 augustus 2010

Een verhaal over berenhuiden


Nooit de huid verkopen, voordat de beer geschoten is, zo luidt het gezegde. Het lijkt wel alsof veel mensen alleen het eerste deel van dit gezegde hebben onthouden: de huid blijft gewoon in huis. Ook als ze al tien beren hebben geschoten, houden ze nog vast aan die eerste huid die ze geschoten hebben. Het was tenslotte de eerste!

En dat kan toch niet de bedoeling zijn. Want als die beer dan eenmaal geschoten is, dan is het toch wel handig om er wat aan te verdienen, anders is de moeite voor niks geweest. En hoeveel huiden wil je eigenlijk in je huis hebben liggen? Nou vooruit, bewaar er één voor slechte tijden, als appeltje voor de dorst en één om zelf lekker warm onder te liggen. Maar meer heb je niet nodig en gebruik je ook niet.

Omdat je die huid nou toevallig zelf geschoten hebt, hoef je ‘m nog niet tot in de eeuwigheid te bewaren. En ook huiden die je hebt gekregen van je vrienden of je oma, mag je best doorgeven. Als ze allemaal in een hoekje op een stapel liggen, komt de mot er maar in en dat was toch ook niet wat je oma wilde, ze was er zelf altijd zo zuinig op. Dan kun je beter iemand anders een plezier doen met die huid.

Zelf kun je een foto als herinnering houden van elke huid die je hebt geschoten of gekregen. Schrijf er iets bij en zo hou je een mooi compact overzicht van al je huiden. Tegelijkertijd breng je ze weer in roulatie en doen ze waar ze voor bedoeld zijn: mensen warm houden.

woensdag 11 augustus 2010

Doelen zijn lastig, vooral als je ze haalt


De afgelopen vijf jaar was ik druk bezig om mijn doel van een eigen bedrijf te verwezenlijken. Eerst deed ik dat deels in loondienst en vanaf 2008 ben ik fulltime ondernemer. Mijn omzet was nog niet meteen je-dat, dus dat kostte een hoop werk. Maar mijn doel was helder, ik wist wat ik wilde.

Zodra ik full time ondernemer werd, kon ik ook gaan werken aan de verwezenlijking van een ander doel. Eigenlijk een lang gekoesterde droom: een boek schrijven. En ook dat is nu verwezenlijkt, het boek is geschreven en wordt op dit moment gedrukt.

Dat wil niet zeggen dat ik zonder bezigheden ben. Integendeel: mijn bedrijf vraagt natuurlijk nog steeds aandacht, ik heb klanten, administratie en ik wil zorgen dat ik ook bij nieuwe klanten in beeld kom en blijf. Genoeg te doen.

Maar het is allemaal voortzetting van mijn eerdere bezigheden. Het doel is in feite bereikt, nu ben ik het aan het uitbreiden en voortzetten. Dat is allemaal belangrijk en leuk, maar niets nieuws.

Ik voel me een beetje verloren. Bijna vijf jaar lang heb ik me gefocust op die doelen. En nu ben ik er opeens. Ik zit een beetje verbaasd om me heen te kijken. Wat nu?

Zou dat de reden zijn dat veel mensen er maar niet aan beginnen om hun doelen en hun dromen te verwezenlijken? Wat als je ze haalt? Dan ben je toch maar mooi je droom kwijt, die is namelijk werkelijkheid geworden. Maar dat betekent ondertussen wel dat je niks meer te dromen hebt.

Maar is dat zo? Ik heb de afgelopen jaren twee dromen waar gemaakt en daar ben ik ongelooflijk trots op. Ik heb allerlei weerstanden in mezelf en de buitenwereld overwonnen en ik heb het toch maar mooi gedaan.

Dat betekent niet dat ik nu geen dromen meer heb. Mijn nieuwe zakelijke dromen zijn alleen groter dan de oude: een eigen kantoor en trainingsruimte, bijvoorbeeld. Of een eigen tijdschrift. En dan hebben we het weer over hele nieuwe weerstanden die ik te overwinnen heb.

Ik weet op dit moment nog niet eens zeker of ik een zakelijke droom ga verwezenlijken. Misschien ga ik wel het Pieterpad wandelen, alle postzegels van Nederland verzamelen (ik heb nog ergens een paar boeken met postzegels liggen) of het volledige werk van W.F. Hermans lezen.

Ik sta dus opnieuw voor een keuze: dromen genoeg, maar welke ga ik waarmaken? Wat wil ik nu toevoegen aan de wereld? Welke stap durf ik te zetten? Voorlopig ben ik vooral aan het opruimen: alles wat niet meer bij me past, gaat de deur uit. De oud papierbak loopt over en de papiervernietiger maakt overuren. Ik maak ruimte, ik weet alleen nog niet waarvoor. Spannend!

zondag 1 augustus 2010

Kon ik maar opnieuw beginnen!


Die verzuchting hoor ik vaak van mensen die willen opruimen: als ik maar helemaal opnieuw kon beginnen, in een ander huis, dan zou het wel goed komen! Desnoods in een nieuwe werkkamer, lekker rustig met niets er in.

Vooral vlak na de vakantie, kun je dat gevoel hebben. Je bent net weg geweest en je hebt je een aantal weken prima gered zonder al die spullen in je huis. Het lijkt je heerlijk om altijd zo licht te leven.

Ergens weet je wel dat je jezelf voor de gek houdt: ook een leeg huis of een lege kamer is binnen de kortste keren weer vol. Het idee is zo aantrekkelijk, omdat het lijkt alsof je al je huidige problemen kwijt bent als je opnieuw begint. En als je verhuist, dan moet je wel al je spullen door je handen laten gaan, dus dan kun je gelijk beslissen wat je er mee wilt. Of je haalt alleen uit de dozen wat je nodig hebt en de rest doe je gewoon weg.

Ook als je zou verhuizen blijven je problemen hetzelfde: als je nu niet kunt kiezen, dan vind je dat in een nieuw huis nog net zo moeilijk. Als je het nu moeilijk vindt om spullen weg te doen, dan wordt dan niet makkelijker als je ze verhuist.

Het goede nieuws is: je kunt wel een beetje doen alsof je verhuist. Niet voor al je spullen, maar wel voor een paar. Maak bijvoorbeeld een lade leeg en vraag je af wat je er in zou doen als je je keuken of je bureau opnieuw in zou richten. Stop die spullen er in. De rest van de spullen kun je in een doos stoppen. Zet die ergens in de buurt. Als je de komende dagen iets nodig hebt uit die doos, dan pak je het er uit. Blijkbaar is dat een voorwerp dat je echt gebruikt.

Na een maand zet je de doos verder weg, bijvoorbeeld in de schuur of op zolder. En na 3 tot 6 maanden doe je alles weg wat nog in de doos zit. Blijkbaar zijn dat spullen die je maar heel zelden gebruikt. Zonde om die ruimte in te laten nemen.

Door de spullen in een doos te stoppen en later die doos verder weg te zetten, maak je het jezelf makkelijker om de spullen weg te doen: je neemt namelijk al een beetje afstand door de doos in de schuur of op zolder te zetten. En de stap om de spullen ook echt weg te doen is dan kleiner geworden.

Dit werkt natuurlijk alleen op kleine schaal, anders komt je huis vol dozen te staan. Voor herinneringen en administratie is het ook minder geschikt. En vergeet niet om in je agenda te zetten dat je de doos na 3 maanden weg doet, anders loopt je schuur of je zolder vol met dozen.

Maar voor die rommellade in de keuken of je bureau, voor tijdschriften en knutselmateriaal kan het juist weer heel goed werken: verhuizen in je eigen huis, als het ware.

donderdag 15 juli 2010

Zomerklusjes


Je kent ze wel van die acties die niet zo belangrijk lijken, maar die je zo’n opgelucht gevoel geven als ze eenmaal gedaan zijn. Dan vraag je je af waarom het niet eerder hebt gedaan, zoveel werk was het niet.

Al die tijd dat je dat knipperende lampje, die foutmelding of die stapel negeert, zit de actie in je achterhoofd: dat zou ik even moeten doen, gaat er door je hoofd. Maar je doet het niet, je denkt: dat komt wel, het lijkt niet zo belangrijk.

Ondertussen wordt de lijst met acties in je hoofd steeds langer. En dat knaagt toch aan je. Tijd om de lijst op te schrijven. Het begin van mijn lijst ziet er zo uit:

1. Afzuigkap schoonmaken
2. Administratiemap uitzoeken
3. Andere opbergvorm administratie?
4. Fotoalbum maken Elephantparade
5. Lijsten posters Sevilla (eerst opmeten)
6. Workshopspullen opruimen
7. Hangmappenbakken opruimen (1 voor 1)
8. Boekenkast herinrichten
9. Boeken wegbrengen naar De Slegte
10. Foto’s backuppen

Zoals je ziet staat er van alles door elkaar: acties die in 5 minuten te doen zijn en acties die wat meer tijd kosten en zelfs uit meerdere stappen bestaan. Er zitten leuke dingen bij (fotoalbum maken) en minder leuke dingen.

De eerste stap is om zo’n lijst te maken met klusjes en kleine acties.
Zodra je een lijst met acties hebt, knaagt het al minder, je hoeft niet meer te onthouden wat je moet doen. Je kunt namelijk gewoon je lijst erbij pakken. En dan wordt het ook meteen een stuk eenvoudiger om af en toe een kleine actie uit te voeren. Dat is het effect van zo’n lijst.

De zomer is een prima moment om een aantal van die kleine klusjes weg te werken: je hebt meestal minder verplichtingen waardoor er ruimte komt voor zaken waar je anders niet aan toe komt.

Per stuk kosten dit soort acties meestal niet zo veel tijd. Als dat wel zo is, dan is het zaak om ze op te delen in stapjes die je in relatief korte tijd kunt uitvoeren. Zo ga ik mijn hangmappen niet in één keer uitzoeken, maar doe ik dat hangmap voor hangmap. 1 hangmap uitzoeken is 1 klus.

De lijst is nog niet compleet, maar lang genoeg om er mee aan de slag te gaan. Als ik meer klusjes bedenk, dan schrijf ik die er gewoon bij. Mijn voornemen is om gedurende de zomer elke week 1 klusje te doen. En wie weet is de zomer net lang genoeg om daar een gewoonte van te maken en dan ga ik in de herfst gewoon door met mijn klussen.

Overigens: de to do lijst van het plaatje is te downloaden als pdf (tegen betaling) via www.homemadehappiness.nl, kijk onder lijstjes enzo. Daar vind je trouwens nog meer leuke dingen. Want het is altijd een goed idee om organiseren een beetje leuker te maken.

donderdag 1 juli 2010

Haal meer uit je zomer


Dat lees ik in verschillende varianten op allerlei folders: haal meer uit je zomer. Ik merk dat ik er een beetje opstandig van word. Ik wil helemaal niet meer uit de zomer halen! Ik wil juist minder: geen gezeur, geen gedoe, niks hoeven, lekker rustig en doen waar ik zelf zin in heb. Dat is zomer. Het hele jaar door heb ik al allerlei dingen te doen, moet ik het beste uit mezelf halen. Nu even niet, alsjeblieft.

Eigenlijk is het natuurlijk altijd onzin, om meer te willen halen uit wat dan ook. Meer van wat? Meestal is het gewoon meer werk. Je moet jezelf optimaal ontwikkelen, uitdagen, zelfs genieten moet je meer doen. Meer leuke dingen en meer uitstapjes.

Soms vind ik het erg vermoeiend allemaal. Omdat het allemaal kan, hoeft het toch nog niet? Ik krijg vaak wel dat gevoel, dat je niet meedoet als je niet op z’n minst de halve wereld rondreist en dan gaat kanovaren op een wilde rivier. Of zoiets.

De laatste tijd wil ik vooral minder. Minder moeten om te beginnen. Mezelf af en toe vrij geven, niet alleen lichamelijk, maar ook mentaal. Doe ik een tijdje niks. Wat is daar zo erg aan? Lees ik een keer een lekker licht tijdschrift, waar ik helemaal niks van leer. Of een boek wat zo heerlijk weg hapt en wat helemaal niks met werk te maken heeft.

Misschien een beetje rondwandelen, gewoon kijken, niet om iets te doen, geen musea of winkels. Gewoon rondkijken. Je verbazen over wat je ziet. En dat is heel wat, als je je nieuwsgierige bril op zet.

Het is een hele kunst om minder te doen, om je to do lijst kort te houden en er bijvoorbeeld maar drie dingen op te zetten. En er dan ook echt maar drie te doen, van jezelf klaar te mogen zijn na die drie dingen. Dat is veel moeilijker dan een lange lijst maken en daar de hele dag mee bezig zijn. Dat kan iedereen.

Nee, ik hoef niet zo nodig meer uit mijn zomer of uit mijn leven te halen. Het kost me genoeg moeite om er minder uit te halen.

dinsdag 15 juni 2010

Heb jij de tijd?


5 tips voor een goede planning

1. Hou lucht in je agenda
Als je activiteiten meteen achter elkaar plant, zonder tijd ertussen, dan gaat het gegarandeerd ergens mis: een overleg loopt uit, je staat in de file, je moet tussendoor een telefoontje of een mailtje beantwoorden dat niet kan wachten. Hou daarom tenminste een half uur vrij tussen twee afspraken (en dat is exclusief reistijd, want die tijd heb je natuurlijk al bij de afspraak gezet), dan kun je tussendoor je gedachten op een rijtje zetten of even omschakelen. En je houdt rekening met onverwachte zaken.

2. Alles duurt altijd langer dan je denkt
Zelfs als je rekening houdt met de Wet van Hofstadter, dat is de wet die zegt dat alles langer duurt dan je denkt. Reserveer daarom anderhalf keer zoveel tijd als je denkt nodig te hebben. Hou je tijd over: prima, tijd voor een pauze en een andere klus. Dat is veel minder erg dan tijd tekort komen.

3. Plan je ad hoc activiteiten
Iedereen heeft ad hoc activiteiten. Op het werk staat je baas ineens aan je bureau met een nieuwe klus die niet kan wachten, thuis vragen je kinderen om aandacht of moet de wasmachine zo snel mogelijk gerepareerd worden. Hou hier rekening mee. Je weet niet precies wat er gaat gebeuren, maar je weet wel zeker dat er iets gebeurt. Laat dus tijd open voor ad hoc klussen. Gemiddeld bestaat zo’n 40 procent van de werktijd uit ad hoc klussen, maar voor sommige mensen kan dit veel meer zijn. Hou een tijdje bij hoeveel tijd jij besteedt aan ongeplande activiteiten, dan kun je daar voortaan tijd voor inplannen.

4. Werk duurt net zolang als er tijd voor beschikbaar is

Hoe meer tijd je hebt om een taak af te ronden hoe langer die duurt. Als je nog veel tijd beschikbaar hebt voor een project, dan ga je eerst eens rustig nadenken, informatie zoeken op internet, overleggen met collega’s enzovoort. Daardoor neemt het project alle tijd in beslag die er voor is. Misschien moet je je aan het eind zelfs nog haasten. Maar als je in een korte tijd iets voor elkaar moet krijgen, dan werk je veel efficiënter: je gaat meteen aan de slag en doet wat je kunt doen in de korte tijd die je hebt. En gek genoeg komt er dan altijd iets bruikbaars uit. Dat is de wet van Parkinson die zegt: werk duurt net zolang als er tijd voor beschikbaar is. Baken dus tijd af in plaats van taken: reserveer een bepaalde tijd voor een klus, in die tijd moet het af. Geef jezelf deadlines, door bijvoorbeeld een andere afspraak te plannen of met een collega af te spreken om iets door te nemen.

5. Hou rekening met je energie
Niemand kan de hele dag geconcentreerd werken. Zelf verzet ik het meeste werk tussen 10 uur ’s ochtends en 2 uur ’s middags. Klussen die concentratie vragen plan ik dus in die periode. Routinematige activiteiten, zoals administratie doe ik daarna en helemaal aan het eind van de dag lees ik nog wat nieuwsbrieven of pleeg ik telefoontjes. Doe dus de klussen die de meeste concentratie vragen op het moment dat je het meeste energie hebt. En hou er rekening mee dat je focus niet de hele dag kunt vasthouden, dus wissel het soort activiteiten af gedurende de dag.

woensdag 9 juni 2010

Gaan zelfstandige werkers de wereld redden?


Er is iets raars aan de hand, valt me de laatste tijd op. Politici en economen maken zich heel druk om de economie: het gaat niet goed, er is geen vertrouwen ‘in de markt’ en daardoor is er crisis, moeten banken gered worden en de koers van euro gesteund.

En natuurlijk, ik merk daar wel iets van: het is soms lastiger om opdrachten te krijgen en zelf let ik ook extra op mijn kosten. Maar als zelfstandige professional zit ik toch ook in een hele andere wereld: ik werk samen met andere ondernemers en dat leg ik zelden vast in een contract. We doen dat puur op basis van vertrouwen. Er zijn collega’s die klanten aan mij doorspelen en andersom doe ik dat ook. In goed vertrouwen.

Ik geef workshops samen met anderen en we verdelen de opbrengsten. Of iemand maakt reclame voor mijn workshop en in ruil daarvoor betaal ik een deel van mijn opbrengst. Daar mailen we over en misschien dat dat in de rechtszaal als een overeenkomst geldt, maar voor mij voelt het gewoon als een afspraak. Ook zijn er regelmatig mensen die iets voor mij doen: ze geven me informatie, ze stellen een gratis e-book ter beschikking, ik lees gratis nieuwsbrieven.

Zo is er een merkwaardig verschil ontstaan tussen wat op wereldschaal gebeurt en wat ik beleef. Geen vertrouwen op macro-niveau en veel vertrouwen op micro-niveau. Zp-ers hebben iets voor elkaar over. Je steunt initiatieven waar je in gelooft en verspreidt die in je netwerk. Zelf doe ik dat bijvoorbeeld met De alternatieve kadobon, Femalefactor en Goodplace2work.

Natuurlijk is het allemaal niet geheel belangeloos, we willen uiteindelijk allemaal iets verkopen. En als ik het product van anderen ondersteun, dan hoop ik dat iemand dat ook voor mij doet. Zo ontstaat aan de basis een nieuwe economie waar we wel vertrouwen in elkaar hebben en elkaar steunen. En die heeft niets te maken met hedgefondsen en snelle zakendeals, die gaat over echte dingen. Zoals het hoort. Gelukkig komen er steeds meer zelfstandige werkers en wie weet kunnen we zo de economie redden. Zou dat niet mooi zijn?

dinsdag 1 juni 2010

Vergeet je doelen en kom in actie


Veel mensen vinden het lastig om te beginnen. Het maakt niet uit waaraan. Of het nou opruimen is, je administratie of klussen in huis, het is allemaal lastig. Het voelt alsof iets je tegenhoudt. En naarmate je het langer uitstelt, lijkt de klus steeds groter en moeilijker te worden.

Alle begin is moeilijk, zo luidt het gezegde. En dat hebben we allemaal goed in onze oren geknoopt: het is moeilijk en eng om te beginnen. Je weet misschien niet precies wat je moet doen, je voelt je onzeker en vraagt je af of je het op de goede manier doet. Waar moet je precies beginnen? Hoe moet je opbergen? Wat maak je allemaal los als je eenmaal begint?

Maar een feit is dat beginnen eigenlijk meestal heel simpel is. De eerste stap in elk project valt meestal wel mee: je zoekt informatie, je belt iemand op voor een afspraak, je pakt het eerste papiertje op en beslist wat je er mee wilt.

De meeste mensen denken echter niet aan die eerste stap, maar aan het resultaat. En als je een hele kamer of zelfs een heel huis op wilt ruimen, dan is dat inderdaad nogal een project. Daar kun je van terugschrikken, dat is zo groot, dat is wel veelgevraagd. En dus begin je maar helemaal niet. Zo zet je jezelf natuurlijk klem en maak je het steeds lastiger om te starten, je ziet steeds meer beren op de weg.

De oplossing is dan om je uiteindelijke doel even te vergeten. Dat blijft wel de aanleiding voor je actie, maar het is nu nog ver weg en dat kan je ontmoedigen. Kijk dus in eerste instantie naar wat je op dit moment kunt doen. Is er iets wat je wel kunt opruimen of wegdoen? Iets waarvan je weet waar het hoort of waarvan je weet dat je het toch weg gaat doen?

De volgende stap is om tijd af te bakenen: plan een tijdsperiode in je agenda van bijvoorbeeld een uur. Zet je kookwekker of het alarm van je telefoon. En begin dan gewoon met die eerste stap. De kans is groot dat je daarna nog iets ziet wat je wel kunt doen en voor je het weet ben je lekker aan het opruimen. Als je eenmaal begonnen bent, dan komt de rest meestal ook wel.

Als het alarm afgaat, mag je stoppen, dan is het genoeg voor vandaag. Als je nog veel energie hebt, dan kun je na een pauze nog een keer je wekker zetten. Maar ga niet door tot je uitgeput bent, want dan wordt beginnen de volgende keer nog lastiger.

Als je dus niet weet waar te beginnen, bedenk dan twee dingen:

- Wat kun je op dit moment doen?
- Baken tijd af om het te doen, als de tijd voorbij is, dan ben je klaar.

Zo maak je het makkelijker en overzichtelijker om te starten.

zaterdag 15 mei 2010

Maak van de slaapkamer weer een rustpunt


Als je niet weet waar te beginnen met opruimen, dan is je slaapkamer altijd een goed startpunt. De slaapkamer is een belangrijke ruimte in je huis, een plek waar je tot rust komt en waar je intieme momenten beleeft met je partner.

Het kost je dus heel wat als die ruimte rommelig is. Je kunt je minder goed ontspannen, omdat je steeds allerlei spullen ziet waar je nog iets mee moet. Zeker als je toch al de neiging hebt om te piekeren, geeft een onopgeruimde slaapkamer je daarvoor des te meer aanleiding.
Alle reden dus om je slaapkamer op te ruimen.

Vijf stappen om van je slaapkamer weer een rustpunt te maken:

- Gebruik je slaapkamer niet als opslagplaats
Haal alle spullen er uit die er ‘tijdelijk’ opgeslagen liggen en breng ze naar de ruimte waar ze wel horen: de schuur of de zolder. Ook speelgoed van de kinderen hoort niet in de slaapkamer, maar in hun eigen kamer.

- Ruim je kleding op
Kleding hoort in een kast als het schoon is en in de wasmand als het vuil is. Het hoort zeker niet op de grond van je slaapkamer, op een hoek van het bed of aan je slaapkamerdeur. Berg kleding op waar het hoort. Je kunt trouwens best een gesloten wasmand in de slaapkamer zetten, als je dat makkelijk vindt. Een lastig punt is kleding die je een keer gedragen hebt en die niet schoon meer is, maar ook nog niet vuil genoeg voor de wasmand. Reserveer daar een apart deel van je kast voor, zodat je weet dat het gedragen is. Laat het eventueel eerst even luchten, maar geef het daarna een plek, net zoals je andere kleding.

Heb je meer kleding dan kasten? Kijk dan of er iets weg kan, de meeste mensen dragen maar een deel van hun kleding. Of sla je wintergoed zolang ergens anders op. Passen er echt bijna geen kasten in je slaapkamer? Zorg dan voor een bergplek elders, maar laat je kleding niet rondslingeren in je slaapkamer.

- Zorg dat de vloer leeg is
Liggen er nu nog spullen op de vloer van je slaapkamer? Haal die er af en geef ze een plek buiten je slaapkamer. Het liefst berg je ze natuurlijk op waar ze horen. Maar als je dan toch een rommelkamer hebt, zorg dat het in elk geval niet je slaapkamer is.

- Houd je nachtkastje overzichtelijk
Je nachtkastje is bedoeld voor wat spulletjes die je bij de hand wilt hebben: je wekkerradio en je lipbalsem, je bril en een boek, waarin je leest voordat je gaat slapen. Je kunt je pantoffels er onder zetten. Misschien ligt er een schrijfblokje en een pen voor je nachtelijke ingevingen. Maar dat zou het zo ongeveer moeten zijn.

Dat betekent dat er geen stapels boeken op je nachtkastje liggen en al helemaal geen agenda of werk. Haal alles wat niet in of op je nachtkastje hoort weg en hou alleen die spullen bij de hand die er horen.

- Gebruik de ruimte onder je bed, maar wel gepland
De ruimte onder je bed is een prima opslagplaats, maar niet om alles klakkeloos onder te gooien. Zorg dat er dozen of lades zijn, waar je spullen in opbergt die je niet zo vaak nodig hebt: reserve-dekbedden, kleding die je momenteel niet draagt (nu dus je winterkleding) of de kerstspullen. Laat geen losse spullen onder je bed zwerven.

- Een administratie- of werkplek in je slaapkamer
Als het niet nodig is, doe dan geen administratie of werk in je slaapkamer. Alleen als het echt niet anders kan, kun je hiervoor een tafeltje of bureau inrichten. Zorg dan dat het meubelstuk zelf zoveel mogelijk uit het zicht is. Gebruik een gordijn of een kamerscherm. Als dat niet kan, zorg dan in elk geval dat alle losse spullen uit het zicht zijn in een lade of een doos. Laat geen papieren of andere spullen slingeren en zorg dat het bureaublad leeg is. Maak het zo rustig mogelijk.


Nu kun je lekker het raam openzetten, je beddengoed luchten of verschonen en vanavond heerlijk rustig naar bed gaan.

zaterdag 1 mei 2010

Wat Modriaan en Kandinsky je vertellen over organizing


Afgelopen week ben ik naar het Haags Gemeentemuseum geweest. Daar is een tentoonstelling met schilderijen van Kandinsky. Ik ben duidelijk niet de enige die zijn schilderijen mooi vindt, want er stond een hele rij voor de kassa.

Nadat ik de Kandinsky’s had bekeken, ging ik nog even langs ‘de Mondriaans’, een andere favoriet van me. In dat deel van het museum was bijna niemand. En zo had ik de Victory Boogie Woogie voor mezelf alleen. Misschien kun je je dat schilderij nog herinneren? In de jaren tachtig was we veel om te doen, omdat het voor iets van 80 miljoen gulden werd aangekocht. (klik hier om de Victory Boogie Woogie te bekijken: http://www.gemeentemuseum.nl/index.php?id=031845).

Ik vertel dit verhaal omdat het een paar handige lessen bevat die je kunnen helpen beslissen als je een aankoop wilt doen:

- Ervaringen zijn belangrijker dan dingen
Die mensen die in de rij stonden hadden goed begrepen dat een ervaring meer impact heeft dan een ding. Oftewel: iets doen is beter dan iets kopen. Een ervaring onthou je namelijk een hele tijd, zeker als het iets nieuws of bijzonders is. Je kunt vooraf al voorpret hebben en achteraf kun je je uitstapje herbeleven, je kunt er van nagenieten en erover vertellen aan andere mensen.

Als je iets koopt, kun je daar natuurlijk ook veel plezier van hebben, maar meestal raak je er snel aan gewend. Als je voor het eerst een afwasmachine hebt of een HD-recorder, dan ben je daar ontzettend blij mee. Maar na een tijdje ben je er aan gewend wat het apparaat voor je doet en erger je er aan dat er maar zo weinig in de afwasmachine kan of denk je dat je toch meer geheugen voor je recorder had moeten kopen. Bij belevenissen is die gewenning veel minder.

- Je hoeft iets niet te hebben om er van te genieten
Bij de meeste van de schilderijen in het Gemeentemuseum moet ik er zelfs niet aan denken om ze zelf te bezitten. Stel je voor dat je een kostbaar schilderij in huis hebt, zou je daar nog van kunnen genieten als je je constant zorgen maakt over de beveiliging en de verzekering? Persoonlijk moet ik er niet aan denken. Ik betaal liever de toegang tot het museum en laat alle zorgen over aan een ander. Op kleinere schaal is dat precies wat je doet als je dingen leent: boeken, dvd’s, gereedschap en andere apparaten, maar ook een galajurk kun je prima lenen of huren. Je hoeft je geen zorgen te maken over onderhoud of opslag, je gebruikt het en je brengt het daarna weer terug. Doe dit vooral bij dingen die je niet vaak of eenmalig gebruikt.

- Doe niet mee met de massa
Doordat iedereen zich verdrong bij de schilderijen van Kandinsky, kon ik vrijwel alleen genieten van de Mondriaans. Vaak is het zinvol om niet met de massa mee te doen: koop kerstspullen na kerst, ga overdag naar de film, ga doordeweeks naar een dierentuin of pretpark, ga zomers in de tuin zitten en geniet van de stilte in je woonplaats. Je bespaart vaak een heleboel tijd en geld. Kortingsacties zijn ook niet altijd gunstig: vermijd dolle, dwaze dagen en je doet geen impulsinkopen.

Om het kort en krachtig samen te vatten: het bezit van de zaak is het eind van het vermaak. Denk daaraan als je de volgende keer in de rij staat bij de kassa.

maandag 26 april 2010

Hou jezelf voor de gek en bereik meer


Iedereen heeft het druk, maar als kleine ondernemer heb je eigenlijk nooit rust. Er is altijd wel iets te doen. Natuurlijk geef je jezelf regelmatig vrij, jij bent namelijk de enige die dat kan doen. Maar veel dingen wil je gewoon doen, die zijn belangrijk voor je bedrijf: een e-book schrijven, een workshop ontwikkelen, een promotie-actie bedenken. Dat kun je niet zo makkelijk uitbesteden en bovendien vind je het ook leuk.

Als ik het druk heb, dan merk ik zelf ook dat ik leuke dingen minder leuk ga vinden. Ik ben druk, maar die geplande workshop komt er wel aan. En de nieuwsbrief wil ik echt de eerste van de maand versturen, maar dan moet er wel iets instaan. Waar zou ik nu weer eens over schrijven en wanneer doe ik dat? Eigenlijk heb ik helemaal nergens zin meer in en wil ik met mijn benen omhoog op de bank CSI kijken. Maar daar krijg ik later spijt van, eigenlijk heb ik nu wel tijd.

Herken je deze innerlijke dialoog een beetje? Je wilt iets doen wat eigenlijk best leuk is en het is ook eigenlijk verstandig om het nu te doen. Maar eigenlijk heb je nu geen zin en geen inspiratie. En eigenlijk weet je best dat dat gewoon een smoes is.

Wat ik dan doe is mezelf voor de gek houden. Dat kan namelijk. Ik zeg tegen mezelf: ik hoef alleen maar een onderwerp te bedenken voor de nieuwsbrief, ik hoef alleen maar een opzet te maken voor de workshop, laat ik even wat andere nieuwsbrieven doorlezen, misschien kom ik dan op iets. Maar dat is het enige wat ik hoef te doen.

Ik weet best dat dat niet het enige is. Maar ik weet ook dat dat artikel zo geschreven is, als ik eenmaal een onderwerp heb. En als ik een opzet heb voor die workshop, dan bedenk ik daar ook wel werkvormen bij. Want als je eenmaal begonnen bent, dan neem je meestal de volgende stap ook wel. En voor je het weet ben je vergeten dat je geen zin had en ben je gewoon lekker aan het werk.

Het gekke is, ik weet heel goed dat ik mezelf voor de gek hou, maar toch werkt het. Als ik mezelf vertel dat ik alleen maar de eerste stap hoef te nemen, dan gelooft mijn brein dat blijkbaar. En op die manier krijg ik een hoop gedaan. Een beetje dom, maar wel makkelijk.

woensdag 21 april 2010

Als ik het wegdoe heb ik het net nodig


Veel mensen hebben moeite om dingen weg te doen en daardoor is hun huis veel te vol geworden. Als ze dan een keer genoeg moed verzameld hebben en iets weg doen, dan lijkt het wel alsof ze het de week daarna net nodig hebben. Vervolgens durven ze helemaal niets meer weg te doen. Hoe zou dat komen? Ik heb drie redenen kunnen vinden:

1. Selectieve waarneming

- je denkt aan dit voorwerp omdat je het net in je handen hebt gehad en daarom zie je er een gebruiksmogelijkheid voor.
- je doet veel dingen weg die je nooit meer nodig hebt, maar er zijn er een paar die je vlak daarna inderdaad had kunnen gebruiken. Die paar vallen veel meer op dan de rest en die onthoud je dus ook.

Als dit je niet overtuigt, dan is er misschien iets anders aan de hand:

2. Je hebt gelijk

Als je iets wegdoet dan blijkt vaak later dat je het nog nodig hebt. In dat geval vind je het blijkbaar moeilijk om onderscheid te maken tussen dingen die weg kunnen omdat je ze niet gebruikt en dingen die je nog wel gebruikt. Verzin dan een objectief systeem om bij te houden wat je wel en niet gebruikt en sorteer daarna pas wat je wegdoet. Bijvoorbeeld kledinghangers omdraaien, papier stippen, alles in een doos stoppen of er juist uit halen als je het gebruikt.

Het is ook mogelijk dat je onvoldoende tijd neemt om te beslissen wat je weg wilt doen. Als je dan een keer aan het opruimen bent, dan ga je in je opruimwoede zo aan de slag dat je ook dingen wegdoet die je nog nodig hebt. In dat geval is het verstandig om steeds kleine beetjes op te ruimen en niet twee keer per jaar als een tornado door je huis te rennen. Bedwing die neiging en hou het beperkt tot bijvoorbeeld een uur of ruim per keer één kamer op.

3. Het gaat om een waarde, niet om de spullen

Je gevoel over die paar dingen die je onterecht wegdoet is zo sterk dat daar een waarde achter zit, die je misschien onvoldoende naar voren laat komen of erkent. Hou dan een tijdje in welke situaties je het erg jammer vindt dat je iets weg hebt gedaan (of denkt terug aan een paar van die situaties).

Dat kunnen bijvoorbeeld situaties zijn waarin je een ander had kunnen helpen als je dat stuk gereedschap, meubelstuk of folder nog had gehad. Je vindt het belangrijk om mensen te helpen. Dat is een prima eigenschap, maar die hangt niet zozeer af van spullen. Vraag je dan af hoe je ‘mensen helpen’ meer in je leven kunt integreren.

donderdag 1 april 2010

Durf te vragen


Ik ben nu al een tijdje bezig om een boek te schrijven, samen met Sonja Buijs. In dat boek beschrijven we onder andere dat er verschillende opruimtypes zijn, met verschillende opruimstijlen. Als het je niet lukt om opgeruimd te blijven, dan heb je waarschijnlijk je eigen stijl nog niet gevonden.

Er zijn dus veel wegen naar een opgeruimd huis. Maar er zijn ook overeenkomsten, dingen die je altijd helpen, ongeacht je opruimstijl. Bij alle opruimstijlen is er één belangrijke vaardigheid die je verder helpt: hulp vragen.

Om één of andere reden vinden veel mensen dit moeilijk, ikzelf ben geen uitzondering. Maar ik leer het steeds beter, bijvoorbeeld bij het schrijven van ons boek. Als ik het even niet meer weet, dan ga ik niet eindeloos zitten denken of veranderen op de vierkante millimeter. Ik zeg gewoon tegen Sonja dat ik het even niet meer zie, dat dit is hoever ik gekomen ben. Waar heb je anders een co-auteur voor? En dat werkt uitstekend. Een frisse blik geeft altijd nieuwe inzichten en daardoor kom je altijd een stap verder. Ik ben er van overtuigd dat het schrijven van het boek in mijn eentje meer dan twee keer zo lang zou duren en dat het maar half zo goed zou worden.

Dat geldt in veel gevallen: het gaat sneller en het resultaat is beter als je om hulp vraagt. Verstandelijk weten de meeste mensen dat ook wel. Maar toch heb je ergens ook de overtuiging dat het niet hoort om om hulp te vragen. Omdat je je eigen problemen op moet lossen, omdat je anderen niet lastig valt, omdat iedereen het al druk genoeg heeft, omdat hulp vragen zwak is, omdat het jouw verantwoordelijkheid is, omdat je het nou eenmaal beloofd had en beloftes, die hou je. Omdat, omdat…

Zo heeft iedereen een eigen reden om niet om hulp te vragen. En niet te vergeten is ons ingeprent dat kinderen die vragen worden overgeslagen. Maar hoe reageer je zelf als iemand je om hulp vraagt? Meestal vind je het helemaal niet erg, soms streelt het zelfs je ijdelheid. Oké, het komt je niet altijd goed uit en dan zeg je dat gewoon. Maar je vindt het waarschijnlijk nooit raar dat iemand iets aan je vraagt.

En als je zelf iets vraagt, wat is dan het ergste dat je kan gebeuren? Dat iemand nee zegt? Dat iemand je niet wil helpen? Nou, dan vraag je het toch gewoon aan een ander? Trouwens, hoe moeten anderen ooit weten waar je behoefte aan hebt, als je het niet gewoon vraagt? De meeste mensen kunnen geen gedachten lezen, dus als je je mond niet open doet, gebeurt er niets. Kortom: durf te vragen! Je zult verbaasd staan over het resultaat.

maandag 15 maart 2010

Maak ruimte voor de lente


Eindelijk begint het een beetje naar lente te voelen en te ruiken, buiten. Voel je ook de lente al? Om deze tijd van het jaar heb ik altijd een grote behoefte om ruimte te maken. Vorige maand schreef ik over de schoonmaak. Deze keer wil ik het hebben over ruimte maken.

De lente is een nieuw begin en dat betekent volop ruimte voor nieuwe dingen: nieuwe bloemen en planten komen op en krijgen de ruimte om te bloeien. Dat geldt niet alleen voor je tuin, maar ook voor jezelf. Om nieuwe dingen te laten groeien is wel ruimte nodig. Vier tips om ruimte te maken voor nieuwe activiteiten en ideeën:

1.Ruim je zolder op
Daar liggen vaak resten van oude activiteiten en onafgemaakte dingen. Vloerbedekking die je al niet meer hebt, gordijnstof die beschimmeld is, stukjes hout en koffers die je niet meer gebruikt, het kan allemaal weg.

2.Ruim je schuur op
In de winter heb je de schuur misschien vol gezet met kapotte fietsen en ongebruikt gereedschap. Maar daardoor kun je niet eens meer bij de tuinstoelen. Als het maar even mooi weer is kun je alle ongebruikte en kapotte spullen uit de schuur halen. Neem nu een beslissing en repareer ze of doe ze weg. Als het dan echt mooi weer is, kun je ontspannen buiten zitten. Kapotte tuinstoelen mogen trouwens ook weg, er komen straks weer genoeg nieuwe aanbiedingen.

3.Ruim je hobbykamer op
Bekijk alles wat in je hobbykamer ligt eens kritisch (ook als je een hobbyhoek, -kast of –lade hebt). Welke projecten heb je deze winter weer niet afgemaakt? In de zomer komt het er in elk geval niet van en volgende winter wil je vast met iets nieuws beginnen. Doe onafgemaakte zaken de deur uit.

Kijk ook naar de hoeveelheid materialen die je hebt. Hoeveel kleuren wol, borduurzijde of papier heb je echt nodig? En hoeveel van elke kleur ga je gebruiken? Hoe minder kleuren, hoe meer je je creativiteit nodig hebt om iets leuks te maken.

4.Ruim je kledingkast op
Juist nu je winterkleding er nog hangt, is het tijd om na te gaan wat je deze winter weer niet hebt aan gehad. Als je een dikke trui deze winter niet hebt gedragen, dan gebeurt het waarschijnlijk nooit meer. Het was tenslotte koud genoeg. En als je toch bezig bent, kun je gelijk een paar achterhaalde kledingstukken voor de zomer weg doen. Die heb je nu een tijdje niet gezien en daardoor kijk je er fris tegenaan. Wees eerlijk, ga je ze nog dragen? Zo niet, doe ze weg.


Er zijn tegenwoordig genoeg plekken waar je je spullen kwijt kunt: winkels voor tweedehandsspullen, kledingcontainers voor een goed doel. En anders is het over zes weken Koninginnedag. Misschien kun je zelf wat spullen verkopen of heb je een buurmeisje of –jongen die dat voor je wil doen. Benut de komende weken om lekker ruim de lente in te gaan.

maandag 8 maart 2010

Vergeet je planning


Afgelopen week was zo’n week: oorspronkelijk goed gepland, een aantal klantafspraken en tijd om thuis aan andere dingen te werken. Maar wat gebeurt? De ene na de andere afspraak wordt afgezegd. Blijkbaar waart er weer een virus rond, want als mijn klanten zelf niet ziek zijn, dan hebben ze wel een ziek kind.

Wat te doen? Afspraken verzetten, uiteraard. Maar mijn plannen voor de week liggen danig in de war. Ook al zijn er goede redenen, het is nooit leuk als klanten afzeggen. Toch heeft het ook een goede kant. Ik heb tenslotte nog genoeg andere dingen te doen. Ik heb opeens een heleboel tijd.

Op mijn actielijst staan wat acties die ik al te lang uitstel: de boekhouding van 2009 afronden bijvoorbeeld. Niet leuk, wel noodzakelijk. En nu kan ik er niet meer onderuit, met al die tijd die ik heb. Ik heb nu echt geen enkele smoes meer om er niet mee aan de slag te gaan. Dus haal ik diep adem, pak ik mijn ordner en begin in transacties in te voeren.

Als ik eenmaal bezig ben valt het natuurlijk best mee. Ik zet er een muziekje bij op en eigenlijk gaat het sneller dan ik dacht. Als ik niet oppas krijg ik er nog plezier in.

Eigenlijk lucht het ook wel op. Ik wist al sinds eind vorig jaar dat ik dit moest doen en als het klaar is, kan mijn belastingadviseur tenminste aan de slag.

Dat is het gekke met klussen die je uitstelt: als je er eenmaal aan begint, dan valt het altijd mee. Je zag er zo tegen op dat de actie in je hoofd steeds groter en moeilijker wordt. Als je het dan uiteindelijk echt doet, dan is het lang zo ingewikkeld niet als je dacht en ben je blij dat je het gedaan hebt.

Je voelt je licht en krachtig, omdat je jezelf hebt overwonnen. Je kunt alles weer aan, ook afzeggende klanten en griepvirussen. Een minder leuke week, werd zo een prima week. Ik heb het gevoel dat ik heel veel gedaan heb. Nu ben ik weer helemaal klaar voor nieuwe klanten.

Ook last van uitstelgedrag? Wil je weten waarom je uitstelt? Wil je minder uitstellen en meer voor elkaar krijgen?

Kom op 17 maart naar de workshop Uitstelgedrag in Djoj, Rotterdam. Ga naar www.opgeruimdorganizing.nl om je in te schrijven.

maandag 15 februari 2010

Lenteschoonmaak


Hoewel het weer nog niet echt meewerkt, hangt de lente onmiskenbaar in de lucht. Langzaam worden de dagen langer en begin je weer vogels te horen. Die laten zich niet tegenhouden door een beetje kou.

De lente is altijd een goede tijd om een frisse start te maken, om oude stofnesten weg te doen en ruimte te maken voor nieuwe dingen. Traditioneel is de vastentijd tussen carnaval en Pasen de periode om letterlijk en figuurlijk de bezem door je huis en door je hoofd te halen.

Een Grote Schoonmaak doen de meeste mensen niet meer, maar waarom zou je de lente niet benutten om schoon schip te maken? Straks is het zomer en ben je toch minder binnenshuis. Alle reden om ruimte te maken, daarmee maak je ook ruimte voor nieuwe mogelijkheden.

Vaak ben je gehecht aan spullen. Bedenk dat je meestal niet zozeer gehecht bent aan het ding zelf, maar aan de herinnering die het oproept. Bedenk eerst of het goede herinneringen zijn. Spullen die je aan een nare tijd doen denken, hoef je echt niet te bewaren, je hebt geen reden om jezelf te kwellen.

Goede herinneringen wil je natuurlijk bij je houden, maar daarvoor heb je niet altijd veel spullen nodig. Hieronder vier tips om de herinnering te behouden, zonder dat je de spullen hoeft te bewaren:

- Maak een foto, zo behoud je de herinnering, maar neemt deze minder ruimte in.
- Vertel het verhaal van je herinnering aan iemand anders of schrijf het op.
- Soms heb je een serie dingen die bij één herinnering horen, bijvoorbeeld de boeken
van één van je ouders. Je hoeft niet de hele serie te bewaren om de herinnering in
ere te houden. Kies er een paar en geef die een ereplaats.
- Geef de spullen weg, zodat ze hergebruikt kunnen worden, daarmee hou je de spullen
in roulatie en blijft alles in beweging.

Bepaalde spullen zul je toch willen bewaren, dat mag natuurlijk, maar hou het beperkt, zodat je ruimte houdt voor de toekomst. Maak een herinneringsdoos en bewaar daar je dierbare spullen in. Als ze te groot zijn, maak je er een foto van of een verhaal en stop je dat in de doos.

Wil je meer weten over ruimte in je huis en in je hoofd?
Kom op 17 april naar Utrecht voor de workshop, schrijf je in op www.opgeruimdorganizing.nl/contact/contact.php

maandag 8 februari 2010

Focus op je thema


Elk jaar maak ik een lijstje met projecten voor dat jaar. En elk jaar is dat lijstje te lang. Ik verdeel ze al over het eerste en het tweede halfjaar en ik geef ze ook verschillende prioriteiten: hoogste prioriteit, minder belangrijk en leuk om te hebben. Maar dan nog is het te veel.

Dit jaar heb ik voor het eerst een thema gekozen. Eerst stond er boven mijn lijst: meer verdienen met minder moeite. Dat is natuurlijk een goed voornemen, maar dat wil iedereen wel. Het gaf me nog niet genoeg inspiratie.

Dus ging ik er verder over nadenken. Hoe krijg ik dat voor elkaar, minder werken en meer verdienen? Eerst maar eens bedenken waar het vandaan komt. Terugkijken is altijd een goede eerste stap.

Sinds de start van mijn bedrijf heb ik van alles uitgeprobeerd. Enerzijds om te ontdekken wat ik het leukst vind om te doen. Anderzijds om maar geld in het laatje te brengen. Zo langzamerhand doemt er een beeld op uit de mist. Het is nog niet helemaal helder, maar ik heb wel een vaag vermoeden wat mijn doelgroep is en hoe ik die wil coachen. Tijdens het schrijven van mijn boek wordt ook steeds helderder waar ik voor sta.

Het wordt dus tijd om te kiezen, om helemaal helder te krijgen wat voor organizer ik ben en dat ook heel helder op papier en op mijn site te krijgen. Om daar helemaal met hart en ziel voor te gaan staan en dat uit te dragen. Mijn thema is dus focus. Focus op de dingen die echt bij mij horen en de manier van werken die bij mij hoort. Niet meer alles doen.

Alles wat op mijn pad komt kan ik nu daar aan afmeten: past het bij mij? Bij mijn manier van werken? En al doende wordt ook weer helderder wat mijn manier van werken dan precies is. Zo werkt het dus twee kanten op: ik focus op wat ik belangrijk vind en daardoor krijg ik een beter beeld van wat ik belangrijk vind. Een goed thema.

maandag 1 februari 2010

Je bent opgeruimder dan je denkt


Als je aan het opruimen bent, dan kijk je naar alles wat nog niet opgeruimd is. Dat is logisch, daar wil je mee aan de slag. Dus je maakt lijstjes van wat gedaan moet worden, op papier of in je hoofd. Je bedenkt wat ook nog allemaal moet. Als je niet oppast wordt je er moedeloos van.

Je aandacht gaat naar wat niet goed gaat en wat je aandacht geeft groeit. Daardoor lijkt het ook net alsof je steeds meer ziet wat onopgeruimd is. Dat schrijf je allemaal op en je lijst wordt steeds langer. Je bent hard bezig om punten af te strepen, maar het lijkt wel of het alleen maar meer wordt.

Als je focus gaat naar wat je nog moet doen, dan zie je dat ook alleen. Je ziet namelijk die dingen waar je je op richt en die in je aandachtsveld liggen. Ga maar na: als je net een blauwe Saab hebt gekocht, dan zie je overal blauwe Saabs, als je zwanger bent, dan zie je overal zwangere vrouwen, als je aan het lijnen bent zie je overal eten. En als je aan het opruimen bent zie je overal spullen die je nog op moet ruimen. Erg blij word je daar niet van.

Tijd om het anders te doen. Je kunt namelijk ook kijken naar wat er al wel goed gaat, wat al opgeruimd is, wat je al gedaan hebt. En die dingen zijn er altijd.

Zelfs als je jezelf helemaal niet opgeruimd vindt, dan gaan er dingen goed, je moet er alleen wel even op letten. Misschien betaal je altijd je rekeningen op tijd of maak je elke dag je post open. Het kan zijn dat je dagelijks een verse maaltijd op tafel zet of ervoor zorgt dat je kinderen op tijd naar school gaan. En dat ze ook nog hun sportkleding bij zich hebben, gewassen en wel. Of je brengt wekelijks het oud papier en het glas weg, zodat dat geen ruimte inneemt in je huis.

Vaak zijn dit dingen die je zelf heel gewoon vindt. Maar als je er op gaat letten, dan is dit meer dan je denkt. En als je die dingen kunt organiseren, dan kun je ook andere dingen organiseren. Let de komende twee weken eens op de dingen die wel goed gaan, schrijf ze elke dag op. Daar krijg je goede zin van en je zult zien: je bent opgeruimder dan je denkt.

zondag 24 januari 2010

Is een opgeruimd gevoel besmettelijk?


Gevoelens zijn besmettelijk, zo blijkt uit onderzoek. Dat geldt voor geluk en ook voor eenzaamheid. In beide gevallen is er sprake van ‘emotionele besmetting’, bij geluk is dat positief en bij eenzaamheid negatief.

Gelukkige mensen geven eerder hulp, waar anderen dan weer gelukkiger van worden. Ook delen ze hun geluk met anderen door vrolijker en vriendelijker te zijn en bijvoorbeeld rondjes te geven in de kroeg. Daar worden anderen dan weer blij van. Dat werkt door tot minstens in de derde graad: een gelukkige vriend van een vriend van een vriend maakt ons nog steeds gelukkiger.

Bij eenzaamheid werkt het hetzelfde, maar dan de andere kant op: mensen brengen niet graag tijd door met eenzame mensen, waardoor die nog eenzamer worden. Maar die bekenden van eenzame mensen zien daardoor zelf ook minder mensen, omdat ze hun eenzame vrienden niet meer bezoeken. Ze worden daardoor zelf ook eenzamer. Je zou zeggen, die eenzame mensen zouden elkaar makkelijk kunnen helpen en elkaar minder eenzaam maken, maar zo werkt het niet. Eenzaamheid is niet aantrekkelijk. Geluk wel. Gelukkige mensen trekken mensen aan en worden daardoor nog gelukkiger.

Uit de boeken van Malcolm Gladwell weten we dat een rommelige omgeving uitnodigt tot het maken van meer rommel (zie bijvoorbeeld Het beslissende moment). Zou een opgeruimde omgeving dan ook uitnodigen tot opruimen van je rommel?

Aan de andere kant heb je het stofzuigereffect: als jij altijd stofzuigt (of opruimt) dan denken je huisgenoten al snel: dat doe jij wel en dan hoef ik het niet te doen. Gedrag is niet noodzakelijk besmettelijk.

Opruimen is natuurlijk geen gemoedstoestand, hoewel je van een opgeruimd huis wel energieker en vrolijker kunt worden (ik tenminste wel), waardoor het makkelijker is om opgeruimd te blijven.

Ik zou zeggen: hou je omgeving zoveel mogelijk opgeruimd, maar ruim niet alles op voor je huisgenoten. Wat je wel kunt doen is rondslingerende spullen elke avond verzamelen in een mand en die vervolgens door de eigenaar laten opruimen. Dan heb je het beste van twee werelden: een opgeruimd huis en humeur, maar je bent niet voor anderen aan het opruimen.

Als je alleen woont, zou het wel kunnen helpen: van actie word je meestal energieker dan van nietsdoen. En als je zelf vrolijker bent, dan kom je wel in een opgaande lijn terecht, omdat je andere mensen vrolijker maakt. Dat dan weer wel.

zaterdag 16 januari 2010

Weg met je to do lijst


Misschien denk je dat een to do lijst en een actielijst hetzelfde zijn. Dat kan ook heel goed zo zijn: als er acties op je to do lijst staan, dan is het een actielijst. Maar veel mensen zetten op hun to do lijst niet alleen acties.

En dan heb je een to do lijst met items die er nooit af lijken te komen. Het zijn belangrijke dingen, zoals het huis opruimen, de slaapkamer van je kind verbouwen, want dat roze kan nu echt niet meer, meer gaan sporten. Maar het lijkt er maar nooit echt van te komen.

In dat geval is je to do lijst geen actielijst. Zo aan het begin van 2010 is het tijd om dat te veranderen. Vier tips om van je to do lijst een actielijst te maken:

1. Maak onderscheid tussen projecten en acties. Het huis opruimen en de slaapkamer verbouwen zijn projecten. Op je actielijst zet je wat je als eerste moet doen om dit project te starten: alle losse spullen in de woonkamer oprapen en beslissen wat je er mee wilt: houden of weggooien? Dat is een actie die je ook echt kunt doen.

2.Kijk kritisch naar elk project en elke actie: wil je dit echt? Ben je bereid er tijd in te investeren? Bedenk dat je per jaar maar een aantal grote projecten aankunt. Welke zijn het belangrijkst? Kies er maximaal vijf. Zet de rest op een lijst voor later. Daar kun je altijd nog aan beginnen als die eerste vijf af zijn. Zet nu bij elk project de actie die je als eerste gaat doen.

3. Formuleer je acties concreet, dus niet ‘meer sporten’, maar elke week twee keer een uur naar fitness op dinsdag om 11.00 uur en op donderdag om 19.00 uur. Dat is helder: dinsdagochtend om half elf moet je je spullen bij elkaar zoeken en naar de sportschool vertrekken. Plan nu voor elk project de eerste actie in met een tijdstip erbij. Zet dit in je agenda.
4.Plan dagelijks maximaal drie belangrijke acties. Begin je dag daarmee. Hou wel rekening met je agenda: als je hele dag al vol gepland is, dan is de kans klein dat je aan andere acties toekomt. Is elke dag vol gepland? Kijk dan of je iets aan je agenda kunt doen (maar dat is weer een ander onderwerp).

zaterdag 9 januari 2010

Is opruimen een trend?


Zo aan het begin van het jaar duiken ze altijd weer op: de trendwatchers die ons vertellen wat er in en uit is in het komende jaar. Het is een soort jaarhoroscoop, maar dan niet op basis van de sterren, maar op basis van informatie en intuïtie. En misschien met dezelfde voorspellingskracht, het is maar net of je er in gelooft of niet.

Op zaterdag 2 januari werden er een paar trendwatchers geciteerd in het AD. Trendwatcher Vincent van Dijk zegt onder andere het volgende: ‘2010, weet Van Dijk, wordt het jaar van de grote opruiming. ‘Mensen gaan de boel aan kant maken, zowel op zolder als in hun hoofd. We hebben afschuwelijke jaren van paniekzaaierij, angst en vrees achter de rug. Wat we nu willen, is duidelijkheid, en vooral geen puinhoop en troep meer. Weg ermee! (...) We gaan nu weer naar de vraag wie we zijn. Vertaald in spulletjes: het wordt een lastig jaar voor de Senseo en de Nespresso, en een prima jaar voor de koffiemolen en de filterkoffie.’

Huiselijkheid, kwaliteit, echte ervaringen – het zijn ook woorden die uit de mond rollen van vrijetijdstrendwatcher Goof Lukken.’ Tot zover het AD.

Het is afgelopen met het vluchtgedrag, zeggen ze ook nog. Ik lees dat zo: we gaan weer terug naar de echte spullen, we willen het thuis fijn hebben, maar we hoeven niet zo nodig luxe, nieuwe spullen te hebben. Elders in het artikel staat ook nog dat we weer gewoon aardappels gaan koken.

Kortom: het is schatgraven in je eigen huis en houden wat echt is. Versimpelen kan daarbij ook geen kwaad. We gaan op zoek naar wat echt bij ons hoort. Opruimen van alle andere dingen hoort daar bij. Weg met ingewikkelde en te veel apparaten, recepten met exotische ingrediënten en alle spullen ‘voor de heb’. Materialisme is uit.

Dus als je trendy wilt zijn in 2010 dan ga je opruimen en hou je alleen wat je echt nodig hebt, wat je gebruikt, waar je van geniet en wat mooi is.

dinsdag 5 januari 2010

Het verschil tussen 0 en 1


De dag na kerst start ik mijn mailprogramma op en even denk ik dat er iets mis is: ik zie geen enkele mail. Oh ja, dat is waar ook, mijn hele mailbox was leeg. Vlak voor kerst had ik namelijk een cursus gedaan en mijn systeem opgefrist.

Mijn mailbox is meestal tamelijk goed bijgewerkt, maar vaak net niet helemaal leeg. Meestal zit er niet meer mail in dan op mijn scherm past en daar ben ik heel tevreden mee.

Maar het verschil tussen één en geen mail in je inbox is erg groot (een wijsheid van productiviteitsgoeroe David Allen). Dat deed me meteen denken aan het boek Free van Chris Anderson. Op internet zijn veel dingen gratis. Bijvoorbeeld kranten experimenteren wel eens met het vragen van kleine bedragen voor artikelen. En dan hebben we het over 1 cent of minder. Dan koopt dus niemand het meer, hoe weinig dat ook is. Het verschil tussen gratis en niet gratis is enorm groot, hoe klein het verschil objectief ook is.

Het verschil tussen 0 en 1 is dus veel groter dan je zou verwachten op objectieve gronden.

Als iets gratis is, dan willen we het wel, zelfs als we het anders niet zouden willen (zie bijvoorbeeld het boek van Dan Ariely, Waarom we altijd tijd tekort komen). Als iets gewoon geprijsd is, dan maken we een andere afweging en kijken we naar de prijs en de kwaliteit. We kiezen de beste verhouding. Maar gratis of niets, dat heeft een heel ander effect.

Een lege mailbox heeft een bevrijdend effect: alles is ingedeeld. Maar als er 1 mail in je inbox zit, dan kunnen er ook wel 2 mails in of drie. Dat verschil is veel kleiner dan het verschil tussen geen en 1 mail, zoals het verschil tussen 1 cent en
1 euro ook veel kleiner is dan tussen 0 en 1 cent.

En zo werkt het natuurlijk met alles: als er eenmaal 1 krant op je tafel ligt, dan kan daar ook wel een tweede bij. Of een tijdschrift. Als er eenmaal een mapje op je bureau ligt, dan kunnen er ook wel 2 mapjes liggen, als er een glas op je aanrecht staat, dan kan er ook wel een bord bij. Dus als er eenmaal ergens één ding ligt, dan komen daar waarschijnlijk meer dingen bij.

Ik zeg niet dat je nooit ergens iets neer mag leggen, je mag ook best mail in je mailbox hebben, als je die maar een keer per dag leegmaakt. En dat geldt ook voor je tafel en je aanrecht: zorg er voor dat je ze op gezette tijden weer even helemaal leeg maakt, zodat je weer even op nul kunt beginnen.