vrijdag 6 mei 2011

Vier praktische redenen die opruimen lastig maken


Je weet heus wel dat je moet opruimen, maar toch doe je het niet, de stapels groeien steeds weer aan. Daar kunnen allerlei redenen voor zijn, die te maken hebben met emoties. Maar soms zijn er gewoon hele praktische redenen aan te wijzen waarom je niet opruimt:

1.Spullen hebben geen vaste plaats
Als je niet weet waar iets hoort, dan kun je het ook niet opbergen. Zo simpel is het. Zorg dus dat alles wat je huis in komt een bergplek heeft. Als je minder wilt kopen, dan kan dit je helpen: bedenk in de winkel of je wel plek hebt voor deze nieuwe aankoop. Zo niet, koop het dan niet.

2.Spullen hebben geen handige bergplek
Een handige bergplek is natuurlijk in de eerste plaats een plek die bereikbaar is. Als je eerst allerlei spullen opzij moet schuiven voor je iets op kunt bergen, dan is de kans groot dat dat niet gebeurt en dat je dus niet opruimt.

In de tweede plaats is de bergplek zo dicht mogelijk bij de plek waar je de spullen gebruikt. Stel dat je je administratie in je werkkamer opbergt, maar je rekeningen aan de keukentafel betaalt. Goeie kans dat je dan je administratiespullen op de keukentafel bewaart. Want als je net die rekening hebt betaald, denk je: ik laat het maar even staan, want morgen moet ik nog even wat doen. Je betaalde rekeningen gooi je maar even op een stapel in plaats van in de map waar ze horen. Want die map staat helemaal boven en dat doe je nog wel een keer. Voor je het weet is je keukentafel veranderd in een papierchaos.

In zo’n geval is het beter om je administratie op te bergen in de buurt van de keukentafel. Dan ruim je het tenminste op. En denk niet: ik doe mijn administratie voortaan wel boven. Je gewoonte om de administratie aan de keukentafel te doen is lastig te veranderen. Een paar mappen naar beneden verplaatsen gaat veel sneller.

3.Je weet niet precies wat je moet doen
Het is lastig om te beginnen met opruimen als je niet precies weet wat je moet doen. Dat is vaak het geval als je projecten op je actielijst zet. Staat er bijvoorbeeld op je actielijst ‘woonkamer opruimen’, dan is dat een project. En als je naar de woonkamer kijkt, dan is daar zoveel te doen, dat je het al niet meer weet. En dus begin je er maar niet aan en schuif je het project voor je uit.

Als op je actielijst staat ‘dvd-hoesjes en dvd’s verzamelen en de dvd’s in de juiste hoesjes doen’, dan weet je precies wat je moet doen. De kans dat je die actie gaat uitvoeren is veel groter dan ‘woonkamer opruimen’. Heb je dus acties die allang op je lijst staan en die je maar niet uitvoert, vraag je dan eens af of het misschien een project is. Zo ja, bedenk dan wat de eerste actie moet zijn en doe dat.

4.Je hebt geen routine
Sommige dingen gebeuren alleen als je er een vaste routine voor hebt. Dat geldt vooral voor de processen in huis: je post, de boodschappen, de was, dat soort activiteiten. Als je niet elke dag je post opent, dan heb je al snel een stapel papier waar je tegenaan hikt. Als je niet elke dag je vuile was in de wasmand gooit, dan weet je nooit wanneer je wasmachine vol is. En als je je maaltijden niet plant, dan ren je elke dag naar de supermarkt en kost boodschappen doen heel veel tijd.

Voor alle activiteiten die steeds terugkomen, kun je een routine inbouwen. Op die manier houd je het bij en hoef je geen grote opruimacties te houden. Met een routine zorg je dat het probleem in de kiem gesmoord wordt, sterker nog, er is helemaal geen probleem.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Geweldig bericht. Echt genoten van het lezen van uw blog posts.

Anoniem zei

Fijn om weer regelmatig een blog te lezen. Geeft weer de kracht om aan het opruimen te gaan.