woensdag 17 september 2008

Wijsheid van de massa

In 2005 schreef James Surowiecki het boek The wisdom of crowds. Dat kwam er op neer dat massa's meer weten dan individuen. Oftewel: als je veel mensen iets vraagt, dan is de kans groot dat de meerderheid het goed heeft. Of als je veel mensen vraagt om iets te schatten, dan zal het gemiddelde van die schattingen de werkelijkheid benaderen.

Je ziet dit fenomeen bijvoorbeeld bij Weekend Miljonairs: als de kandidaat het niet weet kan hij aan het publiek vragen om te antwoorden. Meestal heeft de meerderheid dan het goede antwoord. Maar regelmatige kijkers weten ook dat dit alleen werkt bij een bepaald soort vragen. Als het gaat over voetbal of soaps dan weten ze het meestal wel. De meerderheid van het publiek volgt blijkbaar het voetbal en de soaps. Maar als de vraag specialistischer is, dan kun je niet meer vertrouwen op het meerderheidsantwoord.

Toch maken ook grote bedrijven nu gebruik van dit principe. En daar is weer eens een mooi Engels woord voor bedacht: crowdsourcing. Een combinatie van crowd (massa) en outsourcing. Het komt er op neer dat je het publiek mee laat denken over een probleem of zelfs een probleem laat oplossen.

Dit was al eerder bekend van zogenaamde open source computerprogramma's. Linux is één van de bekendsten. Nu vragen grote bedrijven om een windmolen te ontwikkelen of een nieuwe tandpasta te ontwerpen. Er zijn al speciale sites voor waar je vragen kunt stellen als bedrijf zijnde.

Naar mijn idee heeft dit meer te maken met de wet van de grote getallen dan met wijsheid van de massa: als je veel mensen laat meedenken over een probleem, dan is de kans groter dat er iemand bij zit die een goed idee heeft. Twee weten meer dan één, noemden we dat vroeger. En duizenden weten nog veel meer. Slim van die bedrijven. Maar wijsheid van de massa is het niet.

donderdag 11 september 2008

Cijfers nee, plaatjes ja

Ons werkgeheugen heeft een capaciteit van ongeveer 7. Zonder geheugensteunjes kun je maximaal 7 willekeurige dingen onthouden, zoals getallen of boodschappen. Als je erg je best doet kom je tot 9 of 10. Maar dan moet je dat heel bewust gaan doen.
Telefoonnummers lukt dus nog net, vooral omdat je het begin vaak al weet. Dat alle mobiele telefoonnummers met 06 beginnen weet iedereen en het netnummer van Rotterdam of van je eigen woonplaats weet je ook al, dus dan hoef je nog maar 7 of 8 getallen te onthouden (niet dat iemand nog telefoonnummers hoeft te onthouden tegenwoordig, maar het gaat om het voorbeeld).

Wat blijkt nu? Plaatjes onthouden kunnen we veel en veel beter. Neurowetenschapper Timothy Brady liet mensen 3.000 afbeeldingen zien in 3 uur tijd. Elke afbeelding was maar 3 seconden zichtbaar. Daarna liet hij steeds twee foto's zien die een beetje van elkaar verschillen met de vraag welke van de twee ze al gezien hadden. De proefpersonen hadden minimaal 87 procent hiervan goed. Dat zijn ruim 2.600 plaatjes.

Dat is iets meer dan 9 of 10. Oké, er waren maar veertien proefpersonen en degene die het het beste deed kreeg daar geld voor. Maar toch, het verschil is zo groot dat het wel duidelijk lijkt dat we veel meer kunnen onthouden als we er een plaatje bij hebben.

Bekende geheugentechnieken maken hier trouwens ook gebruik van. Je kunt dan bijvoorbeeld heel veel onthouden door in gedachten een huis door te lopen en aan getallen of aan herinneringen voorwerpen te koppelen. Dus dat klopt wel met elkaar.

En hoef Ik me de volgende keer ook niet schuldig te voelen als ik wel iemands gezicht herken, maar de naam vergeten ben.

zondag 7 september 2008

Tijdschriften opruimen

Veel tijdschriften zien er tegenwoordig er mooi uit. En dat maakt het moeilijk om ze weg te doen. Het zijn bijna boeken en die doe je ook niet weg.

Toch zijn tijdschriften tijdgebonden en uiteindelijk niet bedoeld om te bewaren. Zo heb ik een abonnement op de Happinez. En daar had ik nu al zo'n 3 jaar van liggen. Het is een dik tijdschrift, dus dat neemt een hoop ruimte in.

Ik ben begonnen met de oudste, dat is het makkelijkste: snel doorbladeren en er uit scheuren wat ik nog wil lezen of waar ik iets mee wil. Dan blijft er niet zo heel veel over. En als je eenmaal bezig bent, dan lukt het ook wel met nieuwere nummers. Nu heb ik alleen de laatste 2 nog en een mapje met artikelen voor in de trein. Scheelt toch zeker 30 centimer in mijn tijdschriftenmand.

woensdag 3 september 2008

Van miljonair naar bedelaar

Een Belgische man was bedelaar en werd drie jaar geleden miljonair door een erfenis. Nu is hij al het geld weer kwijt en bedelt hij weer in de Brusselse metro. Hij leende het geld uit aan vrienden en bekenden (en kreeg het blijkbaar niet terug) en investeerde in aandelen die nu niets meer waard zijn.

Hij geeft de schuld aan Bush en de kredietcrisis. En die zijn ook wel verantwoordelijk te noemen voor de daling in de aandelenprijzen. Maar ik denk toch dat dat niet het hele verhaal is.

Iedereen heeft andere ideeën bij geld. Positieve of negatieve ideeën. Geld geeft veiligheid of is juist smerig. Of je hebt het idee dat je het niet waard bent om veel geld te hebben. Sommige mensen hebben en houden geld, anderen zien altijd weer een manier om het kwijt te raken. Je kunt dan de wereldeconomie de schuld geven, maar het heeft ook met jezelf te maken. Met je ideeën over geld.

Eigenlijk gaat het helemaal niet over geld, maar over waar geld voor staat. Dat is waar je echt naar op zoek bent. Dus als je zekerheid zoekt, dan kun je nog zoveel geld sparen. Het zal je nooit genoeg zekerheid geven. Tot je je realiseert dat er geen zekerheid is in deze wereld en je het idee van zekerheid kunt loslaten. Dan is geld weer gewoon een middel om je doelen te realiseren en kun je er evenwichtig mee omgaan.

Zo vertellen we onszelf allemaal een verhaal over geld. Volgens de Amerikaanse schrijver Brent Kessel zijn er acht basisverhalen. De eerste stap is om je bewust te worden van je basisverhaal. Dan kun je er pas iets mee gaan doen. De Belgische bedelaar is een mooie illustratie: zo ver kan het gaan als je houding tegenover geld door andere dingen beïnvloed wordt.

(meer info op
www.brentkessel.com)